Het cijfer ligt al sinds de
economische crisis hoger dan 14 procent, met vorig jaar een volgens het USDA
te verwaarlozen daling: van 14,5 procent in 2012 naar 14,3 procent in 2013.
Het rapport
spreekt bij deze groep van “voedselonzekerheid”, wat betekent dat het niet
noodzakelijk om honger hoeft te gaan.
Vijf procent gaf echter aan te kampen
te hebben met “zeer lage voedselzekerheid”, wat wil zeggen dat iemand in het
gezin minder moest eten dan hij of zij zou willen, of dat maaltijden werden
overgeslagen.
De problemen zijn meestal niet chronisch. Arme gezinnen
hebben vaak moeite om eten te kopen op bepaalde momenten in het jaar, of aan
het einde van de maand.
Diabetes
Uit een onderzoek van Feeding
America, een netwerk van tweehonderd voedselbanken, blijkt dat niet alleen
werklozen met problemen kampen. Meer dan de helft van de cliënten van de
voedselbanken heeft werk.
Nancy Roman, hoofd van de Capital Area Food
Bank in Washington, zei aan website Voanews.com dat goedkoop voedsel
uiteindelijk duur kan uitpakken. “Mensen die slecht eten, hebben een veel
hogere kans om ziekten zoals diabetes of hartproblemen te
krijgen.”
Achtenvijftig procent van de huishoudens die Feeding America
bevroeg, heeft een gezinslid met hoge bloeddruk, en een derde een gezinslid
met diabetes.