Anneleen Decoene
Interview -

‘Welke afgoden hebben wij te ontmaskeren?’ Over feministische theologie

Anneleen Decoene studeerde sociologie en theologie. Ze voltooide onlangs een doctoraatsonderzoek op het knooppunt van feminisme, antiracisme en religie. Nu is ze medewerkster van Motief, een gespecialiseerde vormingsinstelling op het snijpunt van levensbeschouwing en samenleving. Ze wordt geïnterviewd door theologe Inger van Nes.

maandag 11 augustus 2014 14:37
Spread the love

Op
8 maart 2014, internationale vrouwendag, was Anneleen Decoene in Amsterdam te
gast op de Oecumenische Vrouwensynode. Dat is een platform van
netwerken, organisaties, groepen en personen die betrokken zijn bij de brede
oecumenische vrouw-en-geloofbeweging.
Anneleen was er gevraagd om te spreken over “feministische theologie in relatie
tot economie en duurzaamheid”.

Inger van Nes, eveneens theologe, gaf echter toe
zelf weinig kennis te hebben van feministische theologie. Ze was erg
nieuwsgierig naar het antwoord op de vraag: is feministische theologie passé?
En waarom is het belangrijk om vanuit feministische theologie naar onze huidige
samenleving te kijken?

Hoe
ben je in aanraking gekomen met feministische theologie?

“Ik kom uit een typisch Vlaams rooms-katholieke
omgeving, waarin het nog vanzelfsprekend was om je vanuit een christelijke
inspiratie in te zetten voor een rechtvaardige samenleving. Omdat ik die samenleving en de mogelijkheid van een rechtvaardige
samenleving wilde doorgronden, ben ik sociologie gaan studeren. Vervolgens
studeerde ik godsdienstwetenschappen.”

“In de christelijke
traditie herken ik een visioen over hoe mensen op een rechtvaardige manier
kunnen samenleven. Maar tijdens mijn studie verdween die samenleving uit beeld
en handelde de studie enkel nog over God. Het woord ‘God’ begon voor mij daardoor
heel hol te klinken. Ik ben toen op zoek gegaan naar theologieën die iets over
God zeggen, maar dat onmiddellijk verbinden met het zoeken naar een
rechtvaardige samenleving. Zo ben ik uitgekomen bij feministische theologie. Ik
raakte betrokken bij feministisch theologische netwerken, vooral in Nederland,
want in Vlaanderen leeft feministische theologie heel wat minder aan de academie.”

Eigen identiteit

“In de feministische
theologie vond ik een theologie die aansluiting vond bij het dagelijkse leven
van mensen en erop gericht was om mensen recht te doen en verandering in de
samenleving aan te brengen. En ik zocht vooral naar een theologie die – in de
geest van bevrijdingstheologieën in Latijns-Amerika – iets kan
betekenen in onze context; die het antwoord op de vraag ‘wie wordt hier beter
van?’ niet schuldig hoeft te blijven.”

Waarin zit voor jou het verschil tussen mannelijke en feministische theologie?

“In veel malestream-theologieën
gaat het over de toekomst van de christelijke traditie en hoe we vandaag – in
een seculiere context – nog in God kunnen geloven. Feministische theologie daarentegen
gaat voor mij veel meer over de toekomst van deze planeet, over hoe we het
samen met elkaar kunnen uithouden en
over wat de christelijke traditie hieraan heeft bij te dragen en over de vraag
in wélke God wij geloven.”

“Toen ik met feministische
theologie in aanraking kwam, was het net of ik mijn hele theologiestudie moest
overdoen. Tijdens mijn studie werd een bepaalde theologie steeds gepresenteerd
als dé theologie. Er werd nooit
gezegd: ‘dit is een theologie van een middelbare blanke en welgestelde man uit
Europa’, maar ‘dit is dé theologie’. De positie van waaruit gesproken werd,
werd vaak niet benoemd en werd voorgesteld als
neutraal en algemeen. Dat kan anders! Iederéén die met theologie bezig is,
staat voor de uitdaging om te reflecteren op de eigen sociale machtspositie
en om na te gaan hoe de eigen identiteit de wijze
van theologie bedrijven beïnvloedt.”


Waarom leeft feministische theologie amper
nog onder jonge mensen?

“Het is bijzonder jammer
dat studenten van nu amper in aanraking komen met feministische theologie. Dat
is ook een kwestie van aanbod op de universiteiten en hogescholen. Ik zou graag
zien dat er iets bij studenten
getriggerd wordt, dat ze uitgedaagd worden verder te kijken dan wat hen nu
wordt aangeboden. Het dominante discours in de samenleving verhindert dit
echter ook. Voor de huidige generatie vrouwen lijkt
het alsof er al heel veel gerealiseerd is. Als je voortdurend hoort: ‘gelijke
rechten zijn gerealiseerd’, ‘als je wilt dan kun je het maken’, dan sluipt dat
in je hoofd. Maar het is in onze huidige samenleving natuurlijk niet zo dat er
geen discriminatie meer aanwezig is!”

Oververtegenwoordigd

“Om een paar voorbeelden te noemen: wereldwijd
verrichten vrouwen twee derde van het werk, krijgen vrouwen één tiende van het
wereldinkomen, en hebben vrouwen 1 procent van het bezit in handen.”

“Van de armen wereldwijd is
70 procent vrouw. Ook in België en Nederland is armoede vrouwelijk, verdienen vrouwen
minder dan mannen, werken veel meer vrouwen dan mannen in deeltijd, hebben
vrouwen een veel kleiner pensioen,
zijn vrouwen oververtegenwoordigd in sectoren met minder gunstige
arbeidsomstandigheden, nemen vrouwen veel minder vaak dan mannen leidinggevende
functies in en zijn vrouwen degenen die huishoudelijk werk opnemen – al van
jongs af aan.”

“Mijn keuze voor
feministische theologie is niet bepaald hip of populair, dat besef ik. Maar het
is precies de individualistische context waarin wij leven die het idee voedt dat
feminisme haar doel allang bereikt heeft.”


Wat bedoel je met de
individualistische context?

“Als men vandaag toch nog de noodzaak inziet van een feministische strijd, dan wordt
dit feminisme vaak gedefinieerd in termen van individuele bevrijding en individuele
verantwoordelijkheid: als je als vrouw écht wil, dan
kan je het maken. Dan red je het, dan breek je door dat glazen plafond, dan
word je ondanks je buitenlands klinkende naam aangenomen, dan combineer je als
een gek zorg en arbeid.”

“Succesverhalen van die
vrouwelijke manager of die alleenstaande moeder dienen als bewijs dat wie echt
wil, er toch komt. Dit is Nike-feminisme: ‘just do it!’ En als dat niet lukt,
dan is dat jouw eigen verantwoordelijkheid, jouw
eigen falen. Wanneer deeltijds werkende vrouwen een te klein inkomen of te
klein pensioen hebben, dan is dat hun eigen schuld. Dan moeten ze maar voltijds
werken! Als vrouwen met een hoofddoek geen
baan vinden of problemen ondervinden op het werk, dan moeten ze die hoofddoek
maar afzetten, is de logica.”

Alternatieven

“Voor mij is het belangrijk dat we blijven nadenken over het hele systeem en de contouren van de
samenleving en de machtsposities in dat systeem ter discussie durven stellen.
Ik vind het belangrijk dat we moed blijven vinden om onze samenleving radicaal
te herdenken, opnieuw te durven dromen over hoe het anders kan.”

Welke rol heeft feministische
theologie hierbij?

“Feministische theologie
is voor mij een radicale cultuur- en religiekritiek. Ze tekent protest aan
tegen de bestaande onderdrukking in religie en samenleving en beoogt het
opheffen van lijden ten gevolge van geweld, uitbuiting en
onzichtbaarheid. Bovendien maakt die kritische feministische theologie duidelijk
dat het neoliberale kapitalisme niet de noodzakelijke gang van zaken is.
Het neoliberalisme is niet onvermijdelijk,
maar een welbepaalde politieke en ideologische keuze voor een samenleving  die ten dienste staat van de
winstmaximalisatie – het is aan ons om daar al dan niet in te geloven.”

“Er zijn duizenden
alternatieven! We hebben de mogelijkheid om te kiezen voor een andere, rechtvaardigere
samenleving, het is mogelijk om te geloven in een andere, duurzame economie.
Waar wachten we op?”


Dit klinkt als een puur feministisch standpunt.
Wat is de meerwaarde van de verbinding met theologie?

“Ik heb het woord ‘God’ niet genoemd, maar toch gaat het precies
daarover: over diegene die in de christelijke traditie verbonden wordt met de
arm gemaakten, de meest kwestbaren onder ons; over die God die gebeurt in de
geschiedenis, daar waar mensen wegtrekken uit onderdrukking, waar toekomst
opengaat, waar iets verandert richting bevrijding. De vragen die ik hier stel,
zijn voor mij bij uitstek theologische vragen. Hoe
dromen we onze samenleving? Hoe krijgen we de machtsverhoudingen in deze samenleving
blootgelegd? Hoe vormen we gemeenschap? Welke afgoden hebben wij te
ontmaskeren? Aan wie vertrouwen wij ons toe, wie geven wij ons geloof? En
vooral: wie of wat is heilig voor ons?”

“De kern van christen-zijn
is voor mij: is er iets anders mogelijk, er is verzet mogelijk, er is
opstanding mogelijk – opnieuw en opnieuw. Dat spreekt voor mij uit die verhalen.
Het kan anders – vaak met heel veel vallen en opstaan,
met veel zoeken en opnieuw proberen. De verhalen van Jezus zijn inspirerend
voor mij, getuigen van een klein bezet volkje dat in opstand komt en probeert
iets anders te realiseren. Van die verhalen leer ik dat er iets van het
goddelijke gebeurt waar mensen recht doen aan elkaar.”

Dit interview verscheen eerder in Woord & Dienst, een opiniërend
magazine voor protestants Nederland.

take down
the paywall
steun ons nu!