Een volledige Buk-luchtafweerinstallatie omvat een radarvoertuig, de raketlanceerder en een besturingsvoertuig (foto wikimedia commons)
Analyse -

“Russische schuld is een feit”

Het nog steeds ontbreken van bewijzen weerhoudt de Amerikaanse media er niet van om Russische verantwoordelijkheid voor de crash van MH17 als een 'vaststaand feit' weer te geven. Onderzoeksjournalist Robert Parry vindt het journalistieke concept "onderzoek eerst en besluit dan" de enige juiste aanpak. Een vertaling van zijn verontwaardigde en gedetailleerde betoog.

donderdag 7 augustus 2014 14:17
Spread the love

De Amerikaanse
spurt naar een oordeel, dat de schuld voor de crash van Malaysia
Airlines Boeing-777 vluchtnummer MH17 volledig bij de etnisch
Russische Oekraïense rebellen en Russisch president Poetin legt, gaat
onverminderd door, ondanks het bestaan van heel wat meer mogelijke
verklaringen. De kernmacht
Amerika is zo naar een volledig vermijdbare crash aan het sprinten met
kernmacht Rusland, omwille van Oekraïne.

Je kan de gevaren zien van deze “informatie-oorlogen”, wanneer feiten moeten wijken voor propaganda en
wanneer de media niet langer als onpartijdige arbiter optreden.

In deze droevige
zaak is de New York Times de zwaarste overtreder van
journalistieke principes. Dit is de krant die door iedereen als de
topkrant van de VS wordt beschouwd. Tijdens de volledige crisis in
Oekraïne was de NYT weinig meer dan een lopende band die de
propaganda leverde die de Amerikaanse regering wenste. Dat deed ze
met slordige en vooringenomen berichtgeving door onder meer
(topjournalisten) Michael R. Gordon en David Herszenhorn.




De NYT bereikte
wat dat betreft zondag 27 juli 2014 een nieuw dieptepunt. De krant
aanvaardde toen de nog altijd onbewezen stelling over hoe
MH17 werd neergeschoten als ‘feit’. Zonder enige bronvermelding liet de NYT alle
twijfels vallen – ondanks de blijkbaar toenemende twijfels van
officieel Washington over hun verhaal dat Oekraïense rebellen het
toestel zouden hebben neergeschoten met krachtig, door Rusland geleverd
Buk-luchtafweergeschut.

Amerikaanse en
Oekraïense regeringswoordvoerders begonnen deze verhaallijn te
pushen onmiddellijk nadat MH17 neerstortte op 17 juli 2014 en alle
298 inzittenden omkwamen. Hun enige bewijzen waren citaten van de
‘sociale media’ en een geluidsfragment van een opgevangen
telefoongesprek dat mogelijk commentaar bevatte door Oekraïense
rebellen na de crash. Dat fragment suggereerde dat een aantal
rebellen aanvankelijk geloofden dat zij dat toestel hadden
neergeschoten, maar daar later op terugkwamen.

Een zeer groot
probleem met dit bewijs is de veronderstelling dat de rebellen – of
zelfs de officiële Oekraïense strijdkrachten – zouden opereren
met een precieze bevels- en controlestructuur. In werkelijkheid zijn
geen van de tegenstanders in dit conflict erg professioneel. Ze
functioneren in een oorlog die mistiger is dan vele andere.

Een nog veel
groter probleem voor het Amerikaanse verhaal is dat het bijna
niet te vatten is dat de Amerikaanse inlichtingendiensten geen
satellietbeelden zouden hebben (of andere informatie) over het oosten
van Oekraïne op het ogenblik van de feiten.

Desondanks is de
Amerikaanse regering niet in staat (of weigert ze) ook maar één
beeld te tonen, waarop te zien zou zijn dat Rusland een
Buk-luchtafweergeschut zou leveren aan de rebellen, geen enkel beeld
waarop de rebellen deze raketten zouden transporteren in het oosten
van Oekraïne, geen enkel beeld waarop de rebellen die gruwelijke
raket afvuurden die de MH17 neerhaalde, geen enkel beeld waarop de
rebellen de raketten terugvoeren naar Rusland.

Om de zekerheid
van officieel Washington over wat het ‘weet’ zomaar te aanvaarden,
moet je geloven dat Amerikaanse spionagesatellieten – in heel de
wereld als de beste beschouwd – geen raketten van bijna vijf meter (zestien voet) lang konden ontwaren tijdens hun passage boven Rusland en het oosten van Oekraïne. Als dat inderdaad het geval zou zijn, dan
moeten de Amerikaanse belastingbetalers hun miljarden en miljarden
belastinggeld terugeisen.

De weigering van
de Amerikaanse inlichtingendiensten om satellietbeelden vrij te
geven van Buk-luchtafweergeschut in het oosten van Oekraïne is een
bewijs van het soort “de-hond-blafte-niet-dus-er-was-in-feite-niets”. Dit bevestigt de
these dat er geen bewijs is voor de beweringen van de
Amerikaanse regering.

Kan iemand ook maar even geloven dat als er
Amerikaanse satellietbeelden zouden bestaan die tonen dat
luchtafweergeschut over de grens (met Rusland) worden aangevoerd,
die beelden niet onmiddellijk zouden worden vrijgegeven en aan de
wereld getoond?

In dit geval is de
afwezigheid van bewijs een bewijs van afwezigheid – afwezigheid van
Amerikaans bewijs.

De
stelling van de Amerikaanse regering moet optornen tegen de openbare
opmerkingen van een aantal hooggeplaatste Amerikaanse militairen die
het niet eens zijn met de ‘stellige zekerheid’ van de
regering van president Obama.

Zo rapporteerde journalist Craig
Whitlock van de Washington Post op zaterdag 26
juli dat luchtmachtgeneraal Philip M. Breedlove, Amerikaans
opperbevelhebber van de NAVO-strijdkrachten in Europa, in juni zei: “Wij hebben tot nu nog geen enkel (Russisch) voertuig met
luchtafweergeschut de grens zien overgaan.”

Whitlock
schreef ook dat “Admiraal John Kirby, perswoordvoerder van het
ministerie van Defensie, zei dat defensie-experts geen specifiek
bewijs konden noemen dat een SA-11 (= Buk) luchtafweergeschut was
vervoerd vanuit Rusland naar het oosten van Oekraïne.”

Er
is immers nog altijd de mogelijkheid dat een raket van de Oekraïense
overheid – ofwel van zijn eigen (eveneens in Rusland vervaardigde)
Buk-luchtafweergeschut vanop de grond, ofwel een raket vanuit een
gevechtsvliegtuig in de lucht – MH17 heeft neergehaald. Een bron
met contacten bij de Amerikaanse inlichtingendiensten zei me dat een
aantal satellietbeelden suggereren dat het betreffende
luchtafweergeschut (van waar de raket vertrok) onder de controle
stond van Oekraïense regeringstroepen, maar dat hun besluit nog niet
helemaal vaststond.

Dan zijn er nog de
ooggetuigen in de regio van de crash die stellen dat minstens één
Oekraïens gevechtsvliegtuig het burgertoestel naderde kort voor het
neerstortte. De Russische regering heeft eveneens radargegevens die
zouden aantonen dat er Oekraïense gevechtsvliegtuigen in de buurt
waren.

Noodzaak van een
echt onderzoek

Wat dit allemaal
betekent, is dat een ernstig en onpartijdig onderzoek nodig is om te
bepalen wie hier in de fout ging en om verantwoordelijkheid te
bepalen. Dat onderzoek loopt nog zonder formele conclusies.

Een
journalistiek professionele nieuwsorganisatie zou het
mysterie van wie nu MH17 heeft neergeschoten met scepsis moeten
behandelen. Geen ernstig journalist zou op basis van twijfelachtige
beweringen door één zijde in dit conflict tot een besluit mogen
komen, terwijl de andere kant vasthoudt aan zijn ontkenningen, zeker
wanneer de inzet zo belangrijk is in deze intense confrontatie tussen
twee kernmachten.

Dat is precies wat
de NYT deed door nieuwe Amerikaanse plannen te beschrijven om de
confrontatie nog te escaleren, door mogelijk tactische inlichtingen
door te geven aan het Oekraïens leger, zodat het meer effectief
oorlog kan gaan voeren tegen de Oekraïense rebellen.

Zondag
27 juli 2014 schreef de NYT: “De kern van het debat, volgens
meerdere (Amerikaanse) hogere ambtenaren – die net als al de
anderen die ik heb geïnterviewd strikte anonimiteit eisten, omdat de
beleidsbesprekingen nog steeds bezig zijn – is of het een
Amerikaanse doelstelling moet zijn om alleen maar de Oekraïense
regering op te jutten tegen de separatistische aanvallen of om een
ferme boodschap te sturen aan Poetin
door zeer agressief hulp te bieden aan Oekraïne om de raketten neer
te halen die Rusland geleverd heeft. Die raketten hebben de voorbije
tien dagen immers al vijf toestellen neergehaald, waaronder MH17.”

De
weblink die de NYT-online-versie van dit artikel verbindt met een
eerder artikel van de krant, wijst Amerikaanse ‘officials’ aan als bron voor de beschuldiging van Rusland. Dit verhaal laat die
bronvermelding echter vallen en neemt de bewering als een vaststaand feit in het
artikel op.

Het
gevaar dat deze Amerikaanse ‘informatie-oorlog’ elke nieuwe
ontwikkeling van de crisis in Oekraïne als gelegenheid ziet om
Poetin met de vinger te wijzen en de spanning met Rusland op te
drijven, is al overduidelijk van sinds deze crisis begon – net zoals
de openlijke anti-Russische vooringenomenheid van de NYT en zowat alle andere Amerikaanse mainstreammedia.

Sinds het
begin van deze crisis eind 2013 hebben Amerikaanse woordvoerders en
Amerikaans gefinancierde ngo’s niet alleen een compleet éénzijdige
versie gepusht, maar hebben ze ook een gevaarlijke agenda gepromoot,
die een botsing tussen de VS en Rusland schept en – op
persoonlijk vlak – tussen president Obama en president Poetin.

De aanleiding voor
deze frontale botsing tussen Rusland en de VS was de interne ruzie in
Oekraïne over de keuze die president Viktor Janoekovitsj moest
maken. Moest hij de harde besparingsmaatregelen van het IMF aanvaarden, als prijs voor een associatie met de EU, of moest hij ingaan op een
veel genereuzer aanbod van Rusland?

De frontstrijders
van deze strategie zijn de Amerikaanse neoconservatieven.
Die zijn woedend dat Poetin in september 2013 Obama wist te weerhouden
van een gepland bombardement tegen Syrië. Hun voornaamste
strijddoel was het vernietigen van de samenwerking Obama-Poetin, die
ook essentieel was om de doorbraak te bereiken in het nucleair
dispuut met Iran (ondertussen hopen deze neocons dat het Amerikaans
leger ook Iran gaat bombarderen).

Daarom schreef
Carl Gershman, een leidinggevende neocon en lang voorzitter van de
door de VS gefinancierde National Endowment for Democracy (NED), op 26
september 2013 een opinie in het neocon-vlaggeschip Washington Post
om er bij de Amerikaanse regering op aan te dringen Europese
‘vrijhandelsverdragen’ door te duwen met Oekraïne en andere
ex-Sovjet-staten. Zo moesten de pogingen van Rusland gecounterd
worden, om meer toenadering te zoeken tot deze landen.

Het ultieme doel
volgens Gershman is het isoleren en mogelijk zelfs afzetten van
Poetin in Rusland, waarbij Oekraïne de hoofdschotel wordt op het
globale schaakbord. “Oekraïne is de grootste prijs”, scheef
Gershman. “De Russen staan ook voor een keuze en Poetin zou wel
eens kunnen eindigen aan de verliezende kant, niet alleen in het
buitenland maar ook in Rusland zelf.”

Om de VS meer
speelruimte te geven in Oekraïne heeft de NED volgens Gershman
talloze projecten gefinancierd, waaronder training van “activisten”
en steun voor “journalisten”. In plaats van het eigen Oekraïense
politieke proces zijn gang te laten gaan om hun onenigheden op te
lossen, zijn vertegenwoordigers van de VS, zoals onderminister voor Buitenlandse Zaken Victoria Nuland en de neoconservatieve senator
John McCain, actief tussenbeide gekomen om destructieve betogingen op
te zetten en zo de omverwerping van president Janoekovitsj te
bewerkstelligen, toen hij een Russisch samenwerkingsakkoord verkoos
boven het aanbod van de EU en het IMF.

Hoewel het
grootste deel van het geweld was aangestookt door neonazistische
militanten, die het voortouw overnamen van de protesten tegen
Janoekovitsj, hebben de VS in samenspraak met de medeplichtige media
Janoekovitsj en de politie verantwoordelijk gesteld voor elke uiting
van geweld. Dat omvatte onder meer de nog altijd mysterieuze aanval
door scherpschutters, waarbij betogers en politieagenten omkwamen.

Op 21 februari
2014 ontkende president Janoekovitsj dat hij bevel had gegeven voor
deze beschietingen. Hij poogde eerder het geweld in te tomen door een akkoord
te ondertekenen dat door drie EU-lidstaten was onderhandeld. Dat
akkoord voorzag in een inperking van zijn presidentiële macht en
vervroegde verkiezingen, zodat hij uit het presidentschap kon worden
weggestemd. Hij legde zich bovendien neer bij de eis van Amerikaans
vicepresident Joe Biden om de Oekraïense politie terug te trekken.
Daarop klapte de val dicht.

Neonazimilities
namen regeringsgebouwen over en dwongen Janoekovitsj en zijn staf om
te rennen voor hun leven. Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken erkende het coupregime, dat snel was samengesteld met delen van
het parlement, als ‘legitiem’. Naast het snel goedkeuren van wetten
tegen etnische Russische Oekraïners in het oosten, was één van de
topprioriteiten van het parlement het goedkeuren van het
besparingsplan van het IMF.

De ‘”goeden” en de
“slechten”

Hoewel de
Amerikaanse media volledig op de hoogte waren van deze feiten – je
kon de realiteit soms letterlijk lezen tussen de lijnen van de
rapporten die vanuit Oekraïne naar de redacties werden verzonden –
was het dominante discours van de VS dat de coupplegers de ‘goeden’
waren en Janoekovitsj en de zijnen samen met Russisch president
Poetin de ‘slechten’. In de Amerikaanse media werd Poetin uitgelachen
omdat hij met ontbloot bovenlijf op een paard reed en dergelijke onzin.
Dat vinden ze daar blijkbaar leuk, net zo leuk als het hernemen van
de Koude Oorlog met Moskou.

Toen de bevolking
van de Krim – waarvan een groot deel etnische Russen zijn –
overweldigend stemde voor afscheiding van Oekraïne en voor
samenvoeging met Rusland, verklaarden de Amerikaanse media dit als
een ‘Russische invasie’, ondanks het feit dat de enige Russische
troepen die er waren daar al eerder gestationeerd waren als onderdeel
van een akkoord met vorige Oekraïense regeringen.

Vervolgens werd
elke ontwikkeling die maar kon worden gehypet ook effectief gehypet.
Er was bijna geen enkele nuancering meer in de nieuwsberichten, een
gebrek aan professionalisme waarbij de New York Times het voortouw
nam.

Toch lag de oplossing voor de crisis voor de hand: een
gefederaliseerd systeem dat de etnisch Russische bevolking in het
oosten een bepaalde mate van zelfbestuur zou gunnen en Oekraïne zou
toelaten vriendschappelijke relaties te onderhouden met de EU én
Rusland.

De nieuwe
president Poroshenko – verkozen terwijl de afscheidingsgevechten in
het oosten al begonnen waren – weigerde te onderhandelen met de
etnisch Russische Oekraïense rebellen, die de afzetting van
Janoekovitsj weigerden te erkennen. Hij voelde aan dat hij voldoende
steun had van de Amerikaanse regering en koos voor de militaire
oplossing.

Het is in die context van
de massale aanval op het oosten door de Oekraïense regering dat
Rusland zijn militaire bijstand aan de belegerde rebellen opdreef,
waaronder klaarblijkelijk de levering hoorde van klein, mobiel en op de
schouders gedragen luchtafweergeschut, om de superioriteit van Kiev
in de lucht af te blokken. De rebellen slaagden er zo in een aantal
Oekraïense gevechtsvliegtuigen neer te halen vanop hoogtes die ver
lagen onder de 33.000 voet (10.000 meter) van het vliegtuig van
Malaysia Airlines.

Om vliegtuigen op die hoogte neer te halen is een veel krachtiger systeem nodig, zoals
het Buk-grond-luchtafweergeschut of zoals lucht-luchtraketten op
gevechtsvliegtuigen. Dat brengt ons op het mysterie van wat is
gebeurd op die namiddag van 17 juli en waarom het zo belangrijk is
dat een ernstig onderzoek alle beschikbare bewijzen evalueert, zonder
dat al een oordeel wordt geveld.

Het idee om eerst
een onderzoek te doen en daarna besluiten te trekken is een concept
dat blijkbaar noch de Amerikaanse regering noch de New York Times
aanvaardbaar vinden.

Ze geven er de voorkeur aan met het besluit te
beginnen en daarna een ernstig onderzoek irrelevant te maken, een
zoveelste slachtoffer van deze informatie-oorlog.




Robert Parry, 27
juli 2014

Robert Parry
schreef meerdere onderzoeksartikels over het Iran-Contraschandaal
voor het persagentschap Associated Press en voor het weekblad
Newsweek in de jaren 1980.

© 2014 Consortium
News

Vertaling van Blaming Russia as ‘Flat Fact’ van Consortiumnews.com door Lode Vanoost.

Artikels waarnaar wordt verwezen:

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!