De nieuwe wet
geeft mensen die hiv-positief zijn gelijke rechten op werk en
uitoefening van openbare functies, onderwijs, gezondheidszorg,
cultuur, sport, welzijnsprogramma’s, leningen, vertrouwelijkheid over
hun gezondheidsstatus en respect voor hun privéleven. Aids mag ook
geen reden zijn voor ontzetting uit het ouderlijk gezag.

“Stigmatisering
en discriminatie gerelateerd aan hiv zijn de belangrijkste hindernis
om de epidemie in de wereld te bestrijden”, zegt Alejandro Corao
van het VN-programma voor hiv en aids (UNAIDS) in Venezuela. Alberto
Nieves, directeur van Burgeractie tegen Aids (ACCSI) zegt dat het van
groot belang is dat de staat, dertig jaar na het uitbreken van de
epidemie, “erkent dat discriminatie een serieus probleem is.”

Politieagenten en
militairen zijn echter nog uitgesloten van deze wettelijke
bescherming. “Daar zijn wij het niet mee eens”, zegt
Estevan Colina, een activist van het Venezolaanse Netwerk van
Positieve Mensen. “Niemand moet uitgesloten worden en we hopen
dat we dit punt kunnen veranderen wanneer de Commissie voor Sociale
Ontwikkeling van het parlement de wet bestudeert, voordat het voor
een tweede debat naar de Kamer gaat.”

De nieuwe
wetgeving moet situaties voorkomen zoals die van een leerkracht in
een stad in het westen van Venezuela. Ze werd ontslagen na een
campagne van ouders die hadden ontdekt dat ze zich had laten
onderzoeken op de aidsafdeling van een ziekenhuis.

Volgens
ombudsvrouw Ramírez zijn er tussen 1982 en 2013 officieel 31.512
gevallen van hiv/aids geregistreerd in het land. Nieves gelooft
echter dat het reële aantal eerder 160.000 is, wat overeenkomt met
de hoogste schatting van de VN.

Bill
to Fight Discrimination Against HIV-Positive Venezuelans