Straten vol voetgangers en wagens.
Drukke markten, kleerwinkels, geopende shops voor huishoudapparaten,
groenten- en fruitkramen op hun plaatsen van altijd. De geur
van vers brood uit de bakkerij. Vrouwen aan het winkelen of op weg
naar hun werk. Een vreemd gevoel van tijd en plaats. Mensen die niet
langer te laat op hun werk komen door geblokkeerde straten en
militaire checkpoints, die de stad de voorbije tien jaar hebben
verstikt. Het gevoel van de gevangene die net is vrijgekomen en zijn
eerste stappen buiten de gevangenismuren zet. Hoe stap je door een
stad zonder militaire checkpoint? Zonder al die rekruten en huurlingen
die hun onwetendheid en minderwaardigheidscomplex verbergen door de
mensen van de stad om de haverklap te vernederen?
Is dit Bagdad?
Zijn we in de hoofdstad Bagdad,
beschermd door een ‘democratische regering’ die de burgers zekerheid
en stabiliteit biedt? Die de waardigheid, het culturele erfgoed en de
geschiedenis vrijwaart? Die het hart van Irak is, zijn eenheid, zijn
verscheidenheid van levendige etnische groepen, godsdiensten en
gedachten? Zijn we in Bagdad, waar de beloftes van vrijheid en
democratie werden verwezenlijkt? Zijn we in Bagdad, waar we tijdens
de invasie hoorden: “Geef ons slechts zes maanden en we verlossen
jullie van de bezetting, net zoals we dat met de tiran hebben
gedaan”? Is dit Bagdad waar ‘leven’ werd herleid tot ‘overleven’,
in de hoop morgen wakker te worden zonder moordaanslagen,
aanhoudingen, folteringen van een vriend of familielid?
Nee, dit is niet Bagdad, waar je
verondersteld wordt veilig te leven, waar veiligheidsgordels zijn
opgezet rond de hoofdkwartieren van de partij aan de macht, met zijn
leger, zijn ‘gouden brigade’ en zijn speciale troepen. Vlak naast het
Amerikaanse hoofdkwartier van de grootste ambassade ter wereld. Fort
Groene Zone.
Dit is Mosoel
Het beeld waar ik het over heb, is de
realiteit van de stad Mosoel, zoals de inwoners van Mosoel dat zelf
beschrijven. Daar hebben ze de voorbije dagen over getuigd in de
enkele moedige media die de muur van censuur en de beschuldigingen
van medeplichtigheid aan het terrorisme van ISIL durfden te
doorbreken.
Waarom zouden de mensen hier het
terrorisme van ISIL verwelkomen, de mensen van Mosoel, de tweede
grootste stad van Irak, een stad met cultuur, wetenschap en een lange
geschiedenis, de stad die Irak zoveel van zijn dokters, academici en
historici heeft geschonken? Werd hun morele kompas voor menselijke
waarden beschaving zo beschadigd dat ze tevreden zijn met de
aanwezigheid in hun midden van leden van georganiseerd barbarisme?
Waarom?
“Trek uw plan”
We moeten nauwgezet kijken naar wat
hier is gebeurd, en wat hier nu gebeurt, in de stad Mosoel, met twee
miljoen inwoners. Wat er gebeurd is, was voor iedereen ongelooflijk om
zien. De hogere legerofficieren hadden op enkele uren tijd hun
uniformen afgelegd, waarop ze nog hadden gezworen om hun thuisland en
bevolking te verdedigen. De soldaten zagen hun generaals vluchten en
vroegen wat ze moesten doen. Het antwoord was, ik citeer: “Dabbur
haleki” (“Trek uw plan”). De soldaten keken naar elkaar en
gingen op de vlucht. Ze lieten moderne wapens, uitrusting en machines
achter, waar Irakezen en Amerikanen miljarden dollars voor hadden
betaald.
De getuigenissen van veel mensen die
Mosoel ontvluchtten in de eerste twee dagen van de val van de stad,
zeggen allen dat ze vluchtten omwille van de barbaarse reputatie van ISIL, omwille van de vlucht van de soldaten
en omdat ze ervan uitgingen dat de stad zou worden gebombardeerd. De
vluchtelingen besloten enkele dagen later echter terug te keren toen
ze vernamen hoe kalm het leven was en omdat de strijdende groepen de
mensen aanmoedigden om terug naar hun werk te gaan.
Die strijders
kregen in enkele dagen gedaan wat het systeem van eerste minister
al-Maliki en de bezetters voor hem, met hun enorme middelen en
budgetten, in tien jaar niet gedaan hadden gekregen: terug
elektriciteit, water en stadsreiniging. Een ander punt die de mensen
in de stad benadrukken is dat – in tegenspraak met wat we overal
horen – de stad kalm is, dat ze geen aanslagen op mensen hebben
gezien, omwille van hun etnische en religieuze kenmerken.
Waarom ISIL?
Hoe kan het dat ISIL, deze
terroristische, barbaarse, gehersenspoelde keelsnijders en eters van
menselijke levers en harten, erin slagen zich zo beschaafd en
efficiënt te gedragen, op een manier die we nog niet gezien hebben
bij de legers van de beschaafde wereld? Vergelijk dat met het gedrag
van de twee legers in Irak, het Amerikaanse en het Britse, met hun
slachtpartijen, aanhoudingen, verkrachtingen van mannen en vrouwen
tijdens de bezetting van Irak. Hoe kon deze stad op amper enkele uren
tijd ‘vallen’ voor enkele honderden ISIL-strijders? Roept dat dan
geen vragen op over de waarachtigheid van het verhaal dat door het
regime van al-Maliki, de Amerikaanse regering en hun bondgenoten in
de media wordt gepromoot en die nu plots hun mouwen gaan oprollen om
hun medeburgers te beschermen tegen terrorisme?
Eerste minister al-Maliki verkoopt
hetzelfde product ‘made in Washington’ dat ‘de oorlog tegen de
terreur’ wordt genoemd. De topverwezenlijking van die ‘oorlog’ was de
invasie van Afghanistan en Irak. Onder dezelfde vlag staan de
regimes zoals Saoedi-Arabië en Egypte, om zichzelf en hun eeuwenoude
corruptie af te schermen. Dit is de steeds weer terugkerende stok en
wortel om de mensen te terroriseren. De media en de intellectuelen
zijn lief voor de machthebbers omdat ze bang zijn voor de stok of
omdat ze achter de wortels aangaan.
Sektarisch
Zo kan het dat een zoektocht
naar de waarheid wordt gebrandmerkt als ‘terrorisme’ en dat
onderzoeksjournalistiek ‘niet onschuldig’ is. De Irakezen hebben lang
in die verstikkende situatie vastgezeten. Zij die hun proteststem
durfden te verheffen, heten in de woorden van al-Maliki
‘onbetekenend’ of ‘cellen van de terroristische ISIL’. Dat
soort frasen bleef hij maar herkauwen in zijn wekelijkse uitzendingen,
waarbij hij voortdurend mensen beledigde en hun woede opwekte. Alsof
de aanhoudingen, de folteringen, de executies en de lukrake
bombardementen nog niet erg genoeg waren.
Is het niet raar, dat de
Iraakse bevolking ISIL nodig heeft met zijn vreemde strijders van
over de grenzen om in opstand te komen en zich van een onrechtvaardig
sektarisch systeem te ontdoen? Is het wel echt ISIL dat de stad heeft
bevrijd en door de lokale bevolking werd verwelkomd? Of zijn het de
mensen van Mosoel die zichzelf hebben bevrijd, omdat ze alle andere
mogelijke wegen hebben uitgeput om met dit corrupte sektarische
systeem om te gaan? Volgens meerdere geloofwaardige rapporten zijn
het oude lokale en nationale verzetsorganisaties die, samen met
plaatselijke tribale groeperingen, hebben samengewerkt met gewezen
Iraakse militaire officieren om zo de Algemene Militaire Raad van
Revolutionairen van Irak te vormen. De media negeren die boodschap,
de Raad moet het met websites en sociale media doen.
Het ‘nut’ van ISIL
Met zijn klein aantal soldaten is ISIL
een tweesnijdend zwaard. Het regime van al-Maliki gebruikt het om
Amerikaanse steun te verkrijgen, de opstandelingen gebruiken het om
het regime en het leger te terroriseren. Dat is wat in feite is
gebeurd in Mosoel. Door de dimensie van ISIL buiten proportie op te
blazen werden het militaire bevel en de soldaten van het leger van
al-Maliki geterroriseerd, wat hun vlucht veroorzaakte. Daartegenover
staat de Algemene Militaire Raad van Revolutionairen van Irak die
afstand heeft genomen van ISIL, vooral die leden van de Raad die
eerder tegen al-Qaïda hadden gevochten.
De overheersende angst vandaag in grote
delen van Irak is dat al-Maliki en de VS hun luchtmacht gaan inzetten
om de steden zonder onderscheid te bombarderen, vooral nu het regime
officieel de hulp heeft ingeroepen van Amerika. De voortekenen wijzen
op mogelijke luchtaanvallen, de inzet van drones en van teams voor
speciale operaties. Dit werd al gelegitimeerd als ‘de oorlog tegen de
terreur’, waarmee het recht op verzet van onderdrukte en vernederde
mensen van tafel wordt geveegd.
Democratie in Irak zal alleen door de
Irakezen zelf worden verwezenlijkt, zonder buitenlandse of regionale
interventies, zonder ISIL. Het moet voor iedereen duidelijk zijn wat
ons te wachten staat wanneer Iraakse politici om dit regime te veranderen weer de tussenkomst van de VS en Groot-Brittannië vragen.
Haifa Zangana (1950) is Iraaks auteur en politiek activist. Haar bekendste boek is Women on a Journey: Between Baghdad and London (2001). In de jaren 1970 werd zij voor haar politieke activisme door het regime van Saddam Hoessein nipt niet ter dood veroordeeld. Sinds zij in 1976 wist te ontsnappen leeft ze in Londen. Zij is ook columnist en adviseur van het BrussellsTribunal on Iraq.
Vertaling Lode Vanoost