Twee jaar nadat Julian Assange politiek
asiel heeft gekregen van Ecuador, is in zijn zaak nog geen enkele vooruitgang geboekt. Het Zweedse gerecht eist nog altijd zijn
uitlevering uit Groot-Brittannië om hem te horen in het kader van
een onderzoek over twee klachten van ‘seksueel wangedrag’.
De Zweedse aanklager Marianne Ny
weigert met een rogatoire commissie Assange te komen ondervragen in Londen. Die procedure is nochtans een geijkte methode
voor het ondervragen van getuigen en/of verdachten. Zweden heeft
vorig jaar nog een Servische verdachte van pedofilie ondervraagd in Belgrado, die
voor het ogenblik in Servië in de gevangenis zit voor een onderzoek van gelijkaardige feiten. Marianne Ny beweert dat Assange’s ondervraging
alleen in Zweden kan plaatsvinden, omdat confrontatie met getuigen
nodig is. Ook daarvoor bestaan echter geijkte procedures.
De karaktermoord van Julian Assange
dateert reeds van voor de concrete klachten in Zweden. Ze kwam in een stroomversnelling na een bezoek van Assange aan Zweden. Twee Zweedse
dames hebben toen klacht ingediend tegen Assange voor seksuele betrekkingen
zonder voorbehoedsmiddelen, nadat ze hadden vastgesteld
dat ze beiden in dezelfde periode met hem een korte relatie hadden
gehad.
Na deze aanklacht verbleef Assange vijf
weken langer dan gepland in Zweden en bood hij zich meermaals aan om
gehoord te worden in deze zaak. De toenmalige onderzoeksrechter wilde hem toen niet horen. De aanklacht werd uiteindelijk door het Zweedse gerecht zonder gevolg geklasseerd, omdat de feiten
in de verklaringen van beide dames te licht werden bevonden.
Kort na zijn vertrek naar
Groot-Brittannië werd het onderzoek echter heropend door een andere
onderzoeksrechter, nadat een aantal rechtse politici daar hadden op
aangedrongen. Ondertussen lekte uit dat de Amerikaanse minister
van Justitie Eric Holder met Zweden overleg had gepleegd om een
uitleveringsverzoek aan de VS voor te bereiden, op beschuldiging van
spionage.
Zweden heeft zeer soepele procedures
voor uitleveringsverzoeken, die daar volledig achter gesloten deuren verlopen.
In
zaken van seksuele misdrijven geldt eveneens een procedure achter
gesloten deuren. Bovendien blijft de verdachte tijdens dat
vooronderzoek aangehouden en kan hij niet met de buitenwereld
communiceren. Ook zijn advocaten zijn tijdens de procedure
gebonden aan geheimhoudingsplicht.
Het is dus perfect mogelijk dat Assange na verhoor achter gesloten deuren voor de aanklacht zou worden buiten vervolging gesteld, maar onmiddellijk zou worden uitgeleverd aan de VS.
Uitlevering vanuit Groot-Brittannië?
Het kan verbazen dat de VS niet gewoon
een uitleveringsverzoek richt aan Groot-Brittannië. Dit is
historisch immers altijd de grootste bondgenoot geweest van de VS, ook nu in
de zogeheten strijd tegen het terrorisme. In GB gelden echter heel
andere procedures voor uitlevering.
De VS zijn in Londen verplicht hun
argumenten voor uitlevering in openbare zittingen uit te spreken, terwijl de verdachte op vrije voeten blijft en met de media kan communiceren.
Bovendien weigert GB, net als vele andere landen van de EU (zoals België), elke uitwijzing naar de VS voor klachten waarop de
doodstraf kan staan. Niets van dat alles geldt in Zweden. Zweden
heeft op verzoek van de VS onder meer Egyptische politieke
vluchtelingen uitgeleverd aan Egypte, die daar de doodstraf kregen.
Er mag van worden uitgegaan, dat een en ander
in gang werd gezet, toen de Amerikaanse overheid een mogelijkheid zag
de rechtszaak in Zweden te gebruiken om Assange alsnog in handen te
krijgen. Bovendien, zelfs als een uitlevering niet zou lukken,
bereikt de VS nu reeds een andere nuttige doelstelling. De blokkering van
Assange in de ambassade van Ecuador blijft de werking van WikiLeaks
immers zwaar bemoeilijken.
Wat nu gebeurt met Assange, is uiteindelijk slechts
mogelijk omdat de westerse media ervoor hebben gekozen tegen Assange te zijn. WikiLeaks heeft aangetoond dat de media
de voorbije jaren over essentiële zaken zoals de oorlog in Irak
beschikbare informatie hebben genegeerd en/of achtergehouden.
Dat wordt hem niet in dank afgenomen.
Dat uit zich onder meer in de manier
waarop over Assange wordt bericht. Zo wordt er steevast beweerd dat hij wordt ‘vervolgd’ voor en/of ‘beschuldigd’ van ‘verkrachting’,
terwijl die misdaad niet eens wordt vernoemd in het Zweedse
uitleveringsverzoek, dat alleen spreekt over ‘wanted for
questioning about allegations of sexual misconduct’.
Oproep aan de VN
Uit heel de wereld hebben 59 organisaties voor mensenrechten,
juridische en sociale bijstand, media-organisaties en vakbonden op 16 juni een oproep gericht aan de VN om de
zaak ter harte te nemen. Ze legden daarvoor drie rapporten neer bij
de VN-Mensenrechtencommissie. Dit is een citaat uit één van die
drie rapporten:
“De volledige internationale
gemeenschap was getuige van de opportunistische manipulatie van de
beschuldigingen tegen de heer Assange, in een poging zijn reputatie
te vernietigen en hem zijn vrijheid de ontnemen en zijn mogelijkheid
om politiek actief te zijn. Het is duidelijk dat deze situatie zonder
voorgaand precedent er niet is gekomen als resultaat van de beweerde
daden in Zweden, maar een gevolg is van de openlijke politieke
tussenkomst van machtige belangen, als antwoord op de journalistieke
en politieke activiteiten van de heer Assange. Deze situatie heeft
van de heer Assange een politieke gevangene gemaakt, die effectief is
veroordeeld tot huisarrest, zonder dat enige klacht tegen zijn
persoon werd geformuleerd, zonder dat hij zijn recht op een
eerlijke rechtsgang kan uitoefenen.”
Bijna 8 miljoen euro
Dat er politieke motieven zitten achter
de vervolging van Assange, blijkt onder meer uit de halsstarrigheid
waarmee de conservatieve Britse regering zich blijft vastbijten in
zijn dossier. De Britse regering heeft de voorbije twee jaar meer dan
6.350.000 Britse pond (7.928.000 euro) uitgegeven aan de bewaking van
de ambassade van Ecuador in Londen. Op deze website wordt de teller bijgehouden.
- Eerste rapport over de zaak Assange aan de VN-Mensenrechtencommissie (Engels).
- Tweede rapport (Spaans).
- Derde rapport (Spaans).
Donderdag 19 juni publiceerde ook Slavoj Žižek een opiniestuk over deze zaak.