We beginnen dit nieuw mandaat van de Raad van Bestuur van de IAO in een zeer
moeilijke tijd.
De gevolgen van de crisis die in 2008 begon, blijven zich verder
verspreiden. Wereldwijd neemt de ongelijkheid toe met als uitsmijter de extreme
verrijking van de rijkste 1 procent van de bevolking. De werkloosheid blijft ontembaar
(van 200 miljoen nu tot 213 miljoen in 2019) en treft voornamelijk de meest
kwetsbaren: vrouwen, jongeren, migranten.
Veel werknemers vinden geen echte baan meer en moeten genoegen
nemen met onzeker of kwalitatief minderwaardig werk, massa’s hebben geen andere
keuze dan de informele sector of de migratie.
De wijze waarop de economie wordt gestuurd en de crisis wordt ‘bestreden’,
ondermijnt de mensenrechten en de werknemersrechten en ondermijnt ook de
economische groei.
De wereld heeft meer dan ooit nood aan een multilateraal bestuur. Zelden was dit minder aanwezig dan in het laatste decennium. De wereld heeft
meer dan ooit nood aan tripartisme en sociale dialoog tussen regeringen,
werkgevers en werknemers. Zelden waren die minder aanwezig dan nu.
In dit huis, de Internationale Arbeidsorganisatie, worden we
geconfronteerd met een groot meningsverschil over het toezichts- en
controlesysteem van de conventies en aanbevelingen. Daardoor heeft de Commissie
van de Normen haar werk dit jaar voor een tweede keer (2012, 2014) niet naar
behoren kunnen vervullen.
Maar gelukkig is er niet alleen slecht nieuws. De
werknemersgroep is bijzonder tevreden met de vernieuwing van Conventie 29 en de
nieuwe aanbeveling, beide over de gedwongen arbeid. Met een overweldigende
meerderheid bij de stemming woensdag werd een nieuwe fundamentele conventie
boven de doopvont gehouden. Een nieuw verdrag, een goede basis om 21 miljoen
werknemers uit de gedwongen arbeid, de mensenhandel en de nieuwe vormen van
slavernij te halen. Een conventie helemaal aangepast aan de normen van de eenentwintigste eeuw. De IAO-conventies moeten gemoderniseerd worden? Dit is een goed
voorbeeld, wij zeggen ja tegen de actualisering, neen tegen de afbouw van de
bescherming.
We waren tijdens deze Internationale Arbeidsconferentie ook in
staat om de fundamenten te leggen van een aanbeveling over de transitie van de
informele economie naar de formele economie. Volgend jaar moet de aanbeveling
er zijn als richtlijn voor regeringen en sociale partners van landen waar de
economie van 40 tot meer dan 90 procent informeel is, maar ook voor de industriële
landen waar de economie steeds meer informeel wordt.
We hebben in deze Conferentie ook goede conclusies bereikt over
het werkgelegenheidsbeleid van de toekomst.
Met het verslag van de directeur-generaal en meer dan driehonderd
interventies in de plenaire vergadering van de Conferentie staat de ‘eerlijke migratie’
terug op de agenda van de IAO.
Deze thema’s markeren de agenda van de volgende drie jaar. We
moeten het vertrouwen herstellen om de problemen van het toezicht en de
controle op de toepassing van de normen op te lossen. Indien niet, dan is het
onmogelijk om het debat over de herziening van de normen op te starten.
De rol van multinationals wordt ook steeds belangrijker in het
kader van de wereldwijde arbeidsverhoudingen en arbeidsvoorwaarden. De IAO moet
hierin een rol spelen en ik verheug me erover dat we vandaag een beslissing zullen
nemen over de relatie van de IAO met privébedrijven.
In 2016 zal de Internationale Arbeidsconferentie de ‘supply
chains’ (toevoersketens) bespreken en dus ook de arbeidsvoorwaarden in deze
bedrijven en bedrijfjes. Deze discussie zal niet volstaan, ze moet voor de
werknemersgroep uitmonden in een relevant instrument om sociale orde te creëren
in deze ‘supply chains’ door de normen van de IAO toe te passen.
De IAO investeert gelukkig al een hele tijd in de voorbereiding
van het ‘post-2015 programma’ van de Verenigde Naties voor duurzame
ontwikkeling om van ‘waardig werk’ (decent work) en ‘sociale bescherming’ de
kern te maken van dit programma dat van fundamenteel belang is voor de bestrijding
van de armoede, de herverdeling in en de leefbaarheid van de wereld.
Dames en heren, leden van de Raad van Bestuur, het is
noodzakelijk dat het gendergerelateerd geweld op de werkplek wordt gevat in een
conventie. De werknemers hebben dit thema op de agenda gezet, vooralsnog zonder
succes bij een meerderheid van deze Raad van Bestuur, maar ook hier heeft deze
Raad een verpletterende verantwoordelijkheid.
Aan de vooravond van de viering van het honderdjarig bestaan
(2019) van deze organisatie engageren de werknemers zich om samen met de andere
partners en met de input van topgeleerden na te denken over ‘de toekomst van
arbeid’ (the future of work). De ‘wereld van de arbeid’ (the world of work)
wordt geconfronteerd met bijzonder ingrijpende veranderingen zoals toenemende
en verschillend georiënteerde migraties, digitalisering, biotechnologie en
andere nieuwe technologieën, klimatologische uitdagingen, voortsnellende
globalisering van de economie…
Tot hier enkele uitdagingen voor dit nieuwe mandaat.
Maar zeker is dat de waarden
die aan de basis lagen van de Internationale Arbeidsorganisatie, volgens
dewelke arbeid geen koopwaar is, nog steeds actueel zijn. En de crisis kan
enkel worden opgelost in een samenspraak van drie groepen en in sociale dialoog
tussen regeringen, werkgevers en werknemers.
Luc Cortebeeck