De
eilandstaat Saint Vincent en de Grenadines in de Caraïbische Zee is
zes maanden na de natuurramp van 24 december 2013 nog bezig met de
wederopbouw. Minister van Toerisme Cecil McKee verklaarde dat er
lessen getrokken werden uit de ramp, waardoor het land nu beter
voorbereid is op extreme weersomstandigheden.
“We
hebben rivieren en kust beter verdedigd”, zegt McKee, die eraan
toevoegt dat ze huizen niet gewoon herstellen maar van de gelegenheid
gebruik maken om mensen die vroeger op de rivieroevers woonden, meer
landinwaarts te verhuizen. De regen die op 24 december 2013 met
bakken uit de lucht viel en overstromingen veroorzaakte, kostte het
leven aan ten minste dertien mensen op Saint Vincent en de Grenadines, evenals in de andere Caraïbische eilandstaten Saint Lucia en
Dominica.
Kerstramp
Wetenschappers
hebben deze ramp recent geëvalueerd als de ergste die deze kleine
landen ooit hebben gekend. Minister McKee verklaarde vervolgens dat
de kerstramp van 2013 duidelijk maakt dat de klimaatverandering de
Caraïben op een significante manier beïnvloedt. Enkel het fenomeen
begrijpen is echter niet voldoende. De betrokken eilandstaten zijn nu
op zoek naar financiële middelen om de regio aan te passen aan de
nieuwe situatie.
“Zeven
Caraïbische landen behoren tot de top tien van landen die in de
periode 1993-2012 de grootste economische verliezen hebben geleden
als gevolg van aan het klimaat gerelateerde rampen”, verklaarde
Warren Smith van de Caraïbische Ontwikkelingsbank vorige maand.
Onder
de zeespiegel
Zo
is Guyana – op het Latijns-Amerikaanse continent tussen Venezuela
en Suriname –een van de meest overstromingsgevoelige landen uit de
regio. Bijna 90 procent van de bevolking woont in de smalle
kustvlakte, die grotendeels onder de zeespiegel ligt en daarom
bijzonder kwetsbaar is voor de klimaatverandering.
De
Internationale Ontwikkelingsassociatie (IDA), een fonds ter
ondersteuning van de armen van de Wereldbank, maakte een lening van axht miljoen dollar vrij om het land overstromingsvrij te maken, door
onder meer de waterafvoercapaciteit te verhogen en instrumenten te
installeren die de meteorologische gegevens controleren. Dit
IDA-krediet heeft een looptijd van vijfentwintig jaar en een
aflossingsvrije periode van vijf jaar.
Het
Groene Klimaatfonds
Volgens
Warren Smith zijn de Caraïbische landen er niet in geslaagd om
internationale klimaatfondsen voldoende te mobiliseren voor hun
kwetsbare regio. Ze hebben hun hoop nu gevestigd op het Groene
Klimaatfonds (GCF) van de VN dat in Zuid-Korea gevestigd is. Dat
fonds werd opgericht tijdens de VN-klimaatconferentie in Cancún,
Mexico in 2010. GCF-directeur Hela Cheikhrouhou erkent de
verwoestende gevolgen van orkanen in het Caraïbisch gebied.
“Hoewel
de Caraïbische landen weinig hebben bijgedragen aan de uitstoot van
broeikasgassen die de klimaatverandering teweegbrengt, zullen zij een
hele hoge prijs betalen voor de wereldwijde inactiviteit inzake het
terugdringen van de CO2-emissies”, waarschuwt ze.
Het
fonds dat wordt opgebouwd met publieke en private financiering uit de
ontwikkelde landen, zal gebruikt worden om aanpassingen te betalen en
de gevolgen van de klimaatverandering voor de getroffenen te
verzachten. De verwachting is dat het fonds tot 74 miljard euro per
jaar zal ophalen tegen 2020.