Gezipark
Over
de eerste verjaardag van de bezetting van Istanbuls Gezipark kan ik
kort zijn. Een herdenking op het nabijgelegen Taksimplein lag voor de
hand. De regerende Partij voor Ontwikkeling en Rechtvaardigheid (AKP)
staat demonstraties op Taksim echter niet meer toe. Met voorspelbare
gevolgen: traangas en waterkanonnen tegen demonstranten die zich niet
wilden laten tegenhouden door de politie. Het begint eentonig te
worden.
Iemand
vroeg wat er na een jaar van de Geziparkbeweging over is. In de
tussenliggende tijd zijn er alleen maar redenen tot protest bij
gekomen, zoveel is duidelijk. Maar wat zijn de mogelijkheden van een
protestbeweging onder een repressief regime dat door een groot deel
van de bevolking wordt gesteund?
Verleden
jaar bestond nog de hoop dat de lager gesitueerde groepen op het
Anatolische schiereiland zich bij het protest zouden aansluiten. Met
de uitslag van de verkiezingen op 30 maart jl. vervloog die hoop. Zij
die streven naar een betere mensenrechtensituatie en een
gebalanceerde democratie in Turkije, moeten constateren dat de
situatie zo vast zit als een huis.
Israël
In
mei doken berichten op over onderhandelingen tussen Turkije en Israël
over normalisering van de betrekkingen, die na de Israëlische
aanval op het Turkse passagiersschip Mavi Marmara in 2010 tot een
minimum werden teruggebracht.
Ankara
stelde drie eisen: excuses, financiële compensatie voor de
nabestaanden van de slachtoffers en een einde van de Israëlische
blokkade van Gaza. Die excuses gaf Israël eerder al en ook over
geld viel te praten. Toen premier Erdogan zich vervolgens bereid
verklaarde om water bij de wijn te doen over de blokkade van Gaza,
leek een toenadering aanstaande.
Een
herstel van de betrekkingen kan positief uitwerken voor zowel voor
Israël als Turkije. Transport van Israëlisch aardgas via Turkije is
voor de zionistische staat een aantrekkelijk traject. Turkije zou
door dat gas op zijn beurt minder afhankelijk worden van Rusland.
Bovendien kan een deal met Israël Erdogans bezoedelde imago
opkrikken in Brussel en Washington.
Een
Turkse rechter vaardigde eind mei een arrestatiebevel uit omtrent een
aantal hooggeplaatste Israëlische militairen, die vier jaar geleden
betrokken waren bij het incident op de Mavi Marmara, en gooide
daarmee onverwacht een dosis roet in het eten.
De
regeringsgezinde Turkse columnist Rasim Ozan Kutahyali koos voor een
bekende benadering van de AKP als het om onwelgevallige uitspraken
van rechters gaat. Voor Kutahyali ging Erdogans aartsvijand, imam
Fethullah Gülen, schuil achter het arrestatiebevel. Met de
kennelijke bedoeling de toenadering tussen Israël en Turkije te
saboteren.
Dat
voor Gülen weinig middelen te ver gaan om de poten onder Erdogans
stoel vandaan te zagen, is een gegeven dat alleen nog door de imams
volgelingen wordt ontkend. In die zin heeft Kutahyali een punt. Hij
ging echter voorbij aan de goede banden tussen de Gülenbeweging en
Israël. Het is onwaarschijnlijk dat Gülen die wil riskeren om
Erdogan een hak te zetten. Op die manier zou hij zijn Amerikaanse
gastheren ook zeker teleurstellen.
In
ieder geval is sindsdien een oorverdovende stilte ontstaan over een
toenadering tussen Israël en Turkije. In plaats daarvan kwam de
Iraanse president Rouhani naar Ankara om de handelsbetrekkingen
tussen Iran en Turkije een impuls te geven. Tussen neus en lippen
liet Rouhani vallen dat hij de nucleaire ambities van Turkije steunt.
Zullen ze in Israël niet blij mee zijn geweest.
Al-Nusra
Syrië
blijft een breekpunt tussen Iran en Turkije. Aan Teheran zullen de
berichten dat tegen al-Assad strijdende jihadisten de laatste jaren
steun ontvingen uit Ankara zeker niet voorbij zijn gegaan. Vooral het
aan al-Qaeda gelieerde al-Nusra werd in dat verband genoemd.
Toch
zei Rouhani zich te verheugen op een samenwerking met Turkije bij de
bestrijding van terrorisme in de regio. Kon hij zeggen omdat de
Turkse regering al-Nusra toevallig een paar dagen voor zijn bezoek op
de lijst van terroristische organisaties had geplaatst.
Toen
de VS dat twee jaar geleden deden waren de Turkse protesten niet van
de lucht. Maar toen meende de AKP nog dat al-Assad met hulp van
al-Qaeda-achtigen binnen onafzienbare tijd vervangen kon worden door
een regime dat aansloot bij haar neo-Ottomaanse droom.
Ondertussen
zijn Erdogan & Co. met de neus op het feit gedrukt dat het westen
vrede heeft met het aanblijven van al-Assad, omdat een
fundamentalistisch bewind dat de regio naar de Middeleeuwen terug wil
voeren, als bedreigender wordt ervaren.
Kan
de nieuwe Turkse typering van al-Nusra als terroristische organisatie
anders worden geïnterpreteerd dan het fiasco van het Syrië-beleid
dat de AKP-regering de laatste jaren in de praktijk bracht?
Koerden
De
problemen stapelen zich op voor Erdogan. Zijn eind 2012 met veel
enthousiasme ontvangen vredesproces met de Koerden dreigt op een
mislukking uit te lopen.
Dat
hij een wapenstilstand met de PKK wist te bewerkstelligen geldt zeker
als een verdienste, maar de Koerdische separatisten hadden in ruil
daarvoor meer verwacht. Bovendien groeide argwaan over de aanleg van
nieuwe gendarmevestigingen. Die passen niet in het concept van
decentralisatie van bestuur dat tot een vorm van Koerdische autonomie
zou moeten leiden.
Vorige
week werd in de provincie Diyarbakir gedemonstreerd tegen de nieuwe
gendarmevestigingen. Tijdens een confrontatie werden twee Koerdische
demonstranten doodgeschoten en raakten een aantal militairen gewond.
Toen
een Koerdische jongeling vervolgens in een vlaggenmast van een
luchtmachtbasis klom om de Turkse vlag naar beneden te halen, was de
boot aan. Turkse nationalisten van verschillende pluimage stonden op
hun achterste poten. Een lastige situatie voor Erdogan, die bij de
presidentsverkiezingen in augustus geen stemmen wil kwijtraken aan de
ultranationalistische Nationale actiepartij (MHP). Aan de andere kant
wil hij de Koerden te vriend houden, omdat hij op hun steun rekent
bij die verkiezingen.
De
opstelling van de Koerden in deze is niet eenduidig. De tot
levenslang veroordeelde PKK-oprichter Abdullah Öcalan en de
Koerdisch georiënteerde Partij voor vrijheid en democratie (BDP)
lijken door te willen gaan op het pad van onderhandelingen met de
AKP. Cemil Bayik van de Unie van Koerdische gemeenschappen (KCK)
meent echter dat Erdogan met het oog op de presidentsverkiezingen
slechts tijd wil winnen via het vredesproces. Voor hem rest de
Koerden weinig anders dan de strijd te hervatten. Bayik heeft weinig
vertrouwen in de BDP. Direct contact met Öcalan heeft voor hem de
voorkeur.
Tübitak
Er
valt ook nog een ontwikkeling te vermelden in het corruptieschandaal
dat Turkije de eerste maanden van dit jaar in de ban hield. In
februari plaatsten volgelingen van Fethullah Gülen een
telefoonopname op Youtube waarin Erdogan zijn zoon opdracht gaf om
een grote hoeveelheid geld in veiligheid te brengen.
Volgens
Erdogan was het een ‘montage’ en zelf hield ik aanvankelijk ook
rekening met die mogelijkheid. Vooral omdat Gülens volgelingen niet schromen om bewijzen te vervalsen. Het gefabriceerde bewijs
dat Gülens aanklagers aanvoerden in de beruchte Ergenekon- en
Balyozprocessen toonde dat haarfijn aan.
Pas
na vier maanden stelde Tübitak, het technisch onderzoeksinstituut
van de Turkse staat, vast dat het bewuste telefoongesprek een montage
was. Zijn we er daarmee? Nee, zeker niet, want de door Erdogan
ontketende heksenjacht ging ook aan Tübitak niet voorbij. De laatste
maanden zijn daar tientallen medewerkers ontslagen. Wie in die
situatie het gesprek tussen Erdogan en zoonlief authentiek noemt, doet
zijn carrière geheid de das om. Dat geldt zeker niet alleen voor
Gülenvolgelingen.
Verder
is het de vraag hoe capabel Tübitak nog is sinds de zuivering. De
AKP heeft vaker problemen bij het invullen van belangrijke posten.
Dat was ook precies de reden waarom Erdogan met Gülen in zee ging.
Nu moet de AKP het zonder de opleidingsinstituten van de imam stellen
en dat leidt tot bonte taferelen. Dat een belangrijke positie bij
Tübitak thans bekleedt wordt door de voormalige directeur van de
dierentuin in Ankara deed veel wenkbrauwen fronzen. Geen
omstandigheden waarin van de oppositie verwacht kon worden dat zij
zonder meer genoegen nam met het Tübitak-rapport. Deed men dan ook
niet.
Mosul
Alles
bij elkaar opgeteld waren het tijdens mijn vakantie een paar drukke
weken in Turkije. Ik heb echter het donkerbruine vermoeden dat de
komende weken daar niet voor onder gaan doen.
Op
de dag waarop ik mijn notities van de afgelopen weken tot een artikel
transformeerde, verscheen het nieuws dat de Islamitische staat voor
Irak en Levant (ISIS) de stad Mosul in Irak heeft ingenomen.
Daarbij
nam ISIS in eerste instantie al 32 Turkse vrachtwagenchauffeurs in
gijzeling. Een dag later werden na een inval bij het Turkse consulaat
in Mosul 49 diplomaten en militairen naar het plaatselijke
hoofdkwartier van ISIS afgevoerd.
Deze
ontwikkeling is op het moment van schrijven nog erg vers. Nu bestaat
echter al de indruk dat de AKP doof was voor een waarschuwing die aan
de inval bij het consulaat in Mosul voorafging.
Die
waarschuwing kwam van MHP-parlementariër Sinan Ogan. Hij informeerde
zijn collega’s van de AKP dat het consulaat in Mosul door ISIS
omsingeld was en riep op tot actie van de regering. Ogan werd door
AKP-parlementariërs onderbroken. Zijn waarschuwing was niet meer dan
een ‘ongefundeerde beschuldiging’…
Volg
Peter Edel op Twitter
Peter
Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke
biografie van Turkije (2012, uitgeverij EPO, Antwerpen)