Vandaag krijgt KVK hoog bezoek. Het college van Burgemeester en Schepenen komt langs in het Guldensporenstadion om ‘hun abonnement te verzilveren’. Zo staat het alvast te lezen in de persuitnodiging die voor deze uitzonderlijke gelegenheid werd verspreid. Paparazzi aller landen, verenigt u, want deze gebeurtenis levert ongetwijfeld het kiekje van het jaar op. Een stadsbestuur dat gezamenlijk komt aanschuiven aan het secretariaat van zijn geliefde voetbalclub en denkt dat dit nieuwswaarde heeft.
Weet je, trainer, in het verleden liep ik niet altijd even hoog op met KVK. Da’ s gewaagd voor een politieker, ik weet het. Kritiek leveren op een voetbalploeg, en al zeker die van je eigen stad, levert zelden stemmenwinst op. Nee, dan is het veiliger om mee op de kar te springen als het goed gaat. Om gehuld in de rood-witte kleuren te staan juichen op de eretribune terwijl de camera’s inzoomen. Om als blauwen, gelen en roden eensgezind aan te schuiven om een abonnement te ‘verzilveren’. Voor het oog van de pers. Wat moeten we trouwens van dat ‘verzilveren’ denken? Waarom staat er niet gewoon ‘kopen’? ‘Verzilveren’ klinkt eerder als het voltrekken van een deal, als ‘cashen’. Als een beurstransactie, eerder dan als een engagement en uiting van clubliefde
Net die gedachtes aan cash storen me zo bij KVK en bij uitbreiding de hele ‘moderne voetballerij’. Waarom fulmineerde ik tegen het club- en stadsbestuur? Omdat er in hun samenwerkingsakkoord vooral werd gesproken over VIP-seats en loges en veel minder over bijvoorbeeld jeugdig voetbalplezier. Waarom foeterde ik over de spelerslonen?
Niet uit afgunst, maar omdat ik het fundamenteel oneerlijk vind dat gemiddelde (middelmatige) voetballers van een modale eersteklasser maandelijks meer verdienen dan een groot deel van hun supporters verdienen na een jaar hard werken. En daar bovendien nauwelijks belastingen en RSZ moeten op betalen. Waarom ben ik enkel nog een voetbalfan – die mateloos kan genieten van een goeie match, een mooie pass, een functioneel hakje – maar niet langer een voetbalsupporter? Omdat de clubliefde enkel nog lijkt te leven bij de aanhang en verdwenen lijkt uit de bestuurs- en kleedkamer.
Beste Yves, bij jou heb ik het gevoel dat je wel nog weet wat clubtrouw is. Als speler was je geen fladderaar die de mooie beloftes van makelaars achterna holde. Je zette wel stappen vooruit in je carrière, maar zonder bruggen op te blazen. Waar je vertrok kon je via de grote deur weer naar binnen.
Je had ook geen capsones, noch naast, noch op het veld. Van jou vinden we geen Paninistickers met een wilde hanenkam in fluo-oranje. Nee, behalve de iets terugwijkende haarlijn, sta je op elke ploegposter met een gelijkaardige ‘gewone’ uitstraling. No nonsense. Net zoals je voetbalde. Je was geen wereldspeler, dat weet je zelf ook wel, maar je was o zo nuttig op het veld. Je liet de frivole spelers rond je vrijuit spelen en raapte zonodig de steekjes op. Door die haast onzichtbare manier van spelen verzamelde je zelfs bijna 50 caps bij de Rode Duivels, meer dan bijvoorbeeld Lei Clijsters, Walter Meeuws of Philippe Albert. Toch (ook) monumenten.
Na zes jaar KVK – een eeuwigheid in voetbaltermen – kleeft er niet langer T2 op je training, maar prijkt er nu T1. Ik ben er behoorlijk zeker van, Yves, dat dit jouw manier van zijn niet danig overhoop zal halen. Integendeel. Ik heb er goeie hoop op dat jouw no-nonsense manier van spelen, werken en leven positief zal afstralen op je spelersgroep. Dat de clubliefde het weer kan halen op de geldzucht en de ijdelheid. Dat jij je spelers, maar ook je bestuur met de voeten op de grond kan houden. En misschien kan dit dan het verschil maken tussen net niet en net wel PO I halen.
Misschien kan je, samen met bijvoorbeeld je copain Besnik Hasi, wel een nieuwe wind laten waaien door heel de voetballerij van de eerste klasse, een tegengewicht tegen egotripperij, tegen big business, tegen investeringen die moeten renderen.
Ik hoop het voor jou, voor het eersteklassevoetbal (nee, ik noem het niet de Jupiler League) en voor KVK. Want, ook al sta ik vandaag niet in de rij aan het secretariaat, toch wens ik de ploeg van mijn stad alle goeds toe.
Sportieve groet, Bart