De psychologie die achter de commerciële wereld schuilgaat, is misschien nog het beste samengevat door de Joodse filosoof en psychoanalyticus Erich Fromm. In zijn visie was de tragedie van onze tijd erin gelegen dat “mensen zichzelf nog uitsluitend beschouwen als handelswaar”.
Menig Westerling leeft namelijk in de waan een louter rationeel, calculerend wezen te moeten zijn dat uit is op eigen belang: lang leve het masker! Weliswaar een corrupt en achterhaald idee afkomstig uit de economische wetenschappen, maar inmiddels omhelsd door vrijwel iedereen die gevestigde belangen heeft en er een beetje toe doet in de samenleving. Oude deugden delven daardoor als vanzelf het onderspit. Zo draait het in het culturele discours niet meer om compassie, maar om efficiency; niet meer om verheffing, maar om behoeftebevrediging; en evenzo draait het niet meer om sociale rechtvaardigheid, maar om persoonlijk gewin.
Kijk naar de veel geciteerde bevinding van Frank, Gilovich en Regan (1993). Deze onderzoekers bekeken hoe studenten zouden reageren op morele kwesties als het terugbrengen van 100 dollar naar de rechtmatige eigenaar. Aan het begin en halverwege het studiejaar vonden de metingen plaats, zowel bij een groep eerstejaars economie– als bij een groep astronomie studenten. En wat bleek, bij de astronomie-studenten trad geen zichtbare morele verandering op. Maar bij de economie-studenten was het een ander verhaal. Zij waren in de loop van het studiejaar minder en minder behulpzaam (lees: egoïstischer) geworden. Een bevinding die jaren later, in 2005, nogmaals werd bevestigd.
Dat geeft te denken; als de hogepriesters van de economie, de mensen die aan de knoppen draaien, al jarenlang zo worden opgeleid, dan is het in dit tijdgewricht geen verrassing meer dat intimidatie, wantrouwen en egoïsme salonfähig zijn geworden. In zo’n culturele omgeving wordt compassie weggezet als iets voor geiten met wollen sokken, voor softies. Als iets dat er verder niet toe doet.
Eigenlijk is met het wegvallen van zaken zoals de (deels corrupte) kerk als morele factor, de Tweede Wereldoorlog als moreel ijkpunt, de menswetenschappen en de kunsten als richtsnoer en ga zo verder, de Westerling in toenemende mate overgeleverd aan de grillen van de markt om zijn innerlijke honger te stillen. Vandaar dat velen verlossing denken te vinden in spilzucht, behaagzucht, vraatzucht en hebzucht. Maar al deze door de commercie ingegeven oplossingen leiden niet tot vervulling; ze raken namelijk niet de kern van de onrust. Die is namelijk niet materieel, maar immaterieel van aard. Hoe frustrerend. En dat maakt de huidige mentale, morele en ideologische chaos weliswaar compleet, maar nog lang niet af…
De Ierse dichter, Nobelprijswinnaar en mysticus W.B. Yeats (1865-1939) voorvoelde eens, begin jaren twintig van de vorige eeuw, de komst van morele malaise. Hij verwoorde dat toen zo:
Wendend en kerend in de toenemende wenteling?
Hoort de valk niet meer de valkenier;?
Dingen vallen uit elkaar; het centrum houdt geen stand;?
Louter anarchie wordt losgelaten op de wereld,?
Het bloedende getij is overal
De ceremonie van onschuld is verdronken;?
De besten ontberen alle overtuiging,
en de slechtsten ?Zijn vol hartstochtelijke intensiteit.