Er zijn al te veel banken in België, zo verklaarde Luc Coene, gouverneur van de Nationale Bank omtrent NewB in een interview aan het weekblad Knack. Nochtans bestaat er geen enkele wet die het ideale of maximale aantal banken bepaalt. Een discours over het teveel aan kleine banken in België, die onvermijdelijk zullen fusioneren, is echter niet nieuw.
Zo
verklaarde Fons Verplaetse, een van de voorgangers van Coene,
bijvoorbeeld aan de krant Le Soir van 4 januari 1999 dat
“vijf
jaar geleden de Belgische banken te klein waren om de verdwijning van
de Belgische frank het hoofd te bieden. Ondertussen zijn de acht
grote banken er vier geworden. Die weg moeten we volgen. Belangrijk
is nu die fusies goed op te volgen alvorens over te gaan tot een
volgende fase. Over vijf jaar zouden er nog maar honderd bankgroepen
moeten zijn in de wereld. De Belgische banken zullen moeten
samenwerken met buitenlandse groepen willen ze deel uitmaken van die
top honderd”.
Nauwelijks tien jaar later zijn drie van die vier
banken van het failliet gered door de overheid! Terwijl deze
bankenfusies op zijn Belgisch werden bedisseld, weerstonden kleine en
middelgrote banken echter met verve aan de crisis zonder hierbij hun
maatschappelijke basisrol te verloochenen: spaargeld omzetten in
leningen.
Stabiliteit in diversiteit
Waarom dan houdt de doctrine van te veel en te kleine banken zo
hardnekkig stand? In
Groot-Brittannië, onderworpen aan hetzelfde Europese regulerende
kader als België en met een sterk gelijkende marktcontext (bijna 80 procent van de markt onder de controle van vier grote banken,
financieringsmoeilijkheden voor KMO’s), worden de zaken anders
bekeken.
De Financial Conduct Authority (FCA) en haar
zusterorganisatie de Prudential Regulation Authority sloegen daar de
handen ineen om de concurrentie in de financiële dienstensector aan
te zwengelen. Met succes, want een jaar na ingang van dit beleid
worden de aanvragen voor drie nieuwe streekbanken bestudeerd en
zitten 26 andere bankprojecten in een pre-kandideringsfase.
Waarom trouwens wordt die doctrine nooit ter discussie gesteld?
‘Hoe moet de lokale bankensector eruitzien’, ‘wat voor bank willen
wij ?’: het zijn zeer belangrijke vragen die in het huidige
politieke debat helaas schitteren door afwezigheid – en daar
heeft de recente verkiezingscampagne alvast niets aan veranderd.
Diversiteit
Het
ontbreekt vandaag aan een heldere visie op de bankensector, waardoor onvoldoende initiatieven de kans krijgen om de lacunes in de Belgische bankiersmarkt op
te vullen. Het
probleem is niet dat er te veel banken zijn in België, maar te veel
gelijkaardige banken. Niet dat de markt verzadigd is, maar dat hij
log en eenvormig is.
Vanwaar het belang om diversiteit in het bankenlandschap aan te
moedigen? Omdat dit zorgt voor een stabielere markt, wat zowel de
investeerder, de consument als de concurrentie ten goede komt. Het
one size fits all-principe werkt diversiteit tegen en verzwakt
bepaalde werkingsmodellen zoals bankcoöperatieven. Terwijl nochtans
bewezen werd dat hun aanwezigheid op de markt een positieve impact
heeft op de groei van het BNP in heel wat landen, waaronder
Oostenrijk, Finland, Duitsland en Nederland.(1)
Zoals de groep topexperten rond de structurele hervorming van de
Europese bankensector onder leiding van Liikanen opmerkte, tonen
terreinstudies aan dat coöperatieve banken stabielere lonen en een
betrouwbaarder rendement genereren dan commerciële banken. Dit komt
omdat:
- ze de klantenreserves (die gemiddeld groter zijn) als buffer
kunnen gebruiken, - ze minder afhankelijk zijn van de markten,
- ze voorzichtiger omspringen met het nemen van (te) grote risico’s,
- ze zich toeleggen op de veiligere detailhandel,
- ze elkaar wederzijds steunen doorheen coöperatieve netwerken.
Voor een publiek debat
Ook het Belgische middenveld deelt die vaststelling. 120
organisaties die dit middenveld vertegenwoordigen in al haar
diversiteit (ondernemingen, vakbonden, NGO’s en verenigingen uit de
milieu- en de landbouwsector, de culturele, de medische, en nog zo
veel andere sectoren) van Oostende tot Aarlen, van Antwerpen tot
Bergen, scharen zich daarom achter eenzelfde oproep: er is nood aan
een andere bank in België.
De Consumentenbarometer 2014, een
grootschalige studie over de Belgische consumptie, geeft aan dat maar
liefst 23 procent van de consumenten klant wil zijn bij een coöperatieve
bank. Dit zet deze oproep extra kracht bij.
We hebben in België nood aan een bank die de universele stemming
strikt naleeft, aan iedereen eenzelfde stem verleent ongeacht
zijn financiële inbreng, de hieruit opgeleverde winsten in het
bedrijf houdt om deze verder te verstevigen, die een
solvabiliteitsratio aanhoudt van 15 procent, die niet investeert in milieu- of
maatschappijbedreigende projecten op basis van een aantal vastgelegde
criteria door de klanten, die mede wordt opgericht door
tienduizenden burgers en tientallen vertegenwoordigende organisaties
van de Belgische maatschappij die de bank vormgeven naargelang de
maatschappelijke noden, die een salarisratio tussen 1 en 5 hanteert
waardoor de beste werknemers beloond worden voor hun inzet zonder
direct of indirect aanspraak te kunnen maken op buitensporige
vergoedingen en die zich ver houdt van individuele premies,
aandelenopties, aandeelplannen of voordelen in het buitenland.
Geen
enkele momenteel actieve bank in België combineert deze kenmerken! De lijst van gebreken in de huidige Belgische bankensector is nog
lang. Het argument dat er te veel banken zouden zijn, kan niet
rechtvaardigen dat broodnodige kwaliteitscriteria in de wind
worden geslagen.
Hoognodig
In naam van miljoenen burgers en tientallen vertegenwoordigende
organisatie van de Belgische maatschappij roepen wij de nieuw
verkozen politici op om dit vraagstuk aan te pakken, een openbaar
debat te openen over de lokale bankensector en het soort bank dat wij
willen, en overheidsmaatregelen te ontwikkelen om opkomende
initiatieven aan te moedigen of te ontraden. Dit debat is hoognodig!
Daarnaast nodigen wij de burgers uit om deel te nemen aan dit
debat en deze oproep mee te ondertekenen. Zo kunnen wij samen een stem laten horen die maar al te vaak gesmoord wordt in een
maatschappelijk domein dat nochtans zoveel invloed heeft op het
maatschappelijke leven. Alleen als wij vastbesloten onze krachten
bundelen kunnen wij verandering brengen. De banken moeten in dienst staan
van ons burgers en niet omgekeerd!
Bernard Bayot is van Réseau Financité, Nicolas Van Nuffel is van CNCD-11.11.11 en Kristien Vermeersch is van FairFin.
(1) CEPS (2010), “Investigating diversity in the banking sector in Europe: Key developments, performance, and role of cooperative banks”, report prepared by Ayadi, R., D. Llewellyn, R. Schmidt, E. Arbak, W.P. De Groen, Centre for European Policy Studies).