Jongeren zijn onze toekomst.
Dat vind ook Welzijnszorg, een organisatie die sinds jaar en dag strijdt
tegen armoede. Het thema van de prijs was dit jaar: Van school naar
werk, optimale kansen?
Directrice van Welzijnszorg is Danielle Colsoul: “Jongeren worden in onze maatschappij uitgesloten. Het is
voor jongeren extra moeilijk om los te komen uit een achtergrond van armoede.
Deze tendens moeten we tegenhouden. We hopen met deze prijs dus niet alleen
veelbelovende projecten te ondersteunen, maar ook politieke aandacht te
genereren voor jeugdarmoede.”
Genomineerden
Alle genomineerden voor de
prijs houden zich actief bezig met het stimuleren van leerplichtige
jongeren.
Project Bijna 18, next
level van vzw Lejo streeft ernaar het recht op vrije tijd en vorming te garanderen. Jongeren kunnen een traject doorlopen met als
einddoelstelling de terugstroom naar school of doorstroom naar werk. Zodat ze, als ze eindelijk achttien zijn, niet alsnog zonder werk of opleiding zitten.
Het project Huiswerkbegeleiding en zomerschool van Welzijnsschakel Integraal vzw biedt veel
kansen aan arme autochtone en anderstalige kinderen, jongeren en volwassenen.
Hun uitgebreide aanbod, ondersteund door een grote groep vrijwilligers, schept
nieuwe kansen voor een grote groep jongeren.
De Brusselse Organisatie
voor de Emancipatie van Jongeren werd genomineerd voor het project Het werkt – ça
marche. De organisatie wil jongeren emanciperen door initiatieven te
ontwikkelen in hun vrije tijd. Ze maken de kinderen en jongeren sociaal weerbaar
en geven hun vaardigheden, houdingen en kennis die helpen bij ontwikkeling van
hun persoonlijkheid. Zo versterken zij hun positie in de
samenleving.
De jury had graag alle
initiatieven een prijs gegeven. Maar zoveel geld was er jammer genoeg niet. De
keuze viel uiteindelijk op de groep Intro.
Winnaar
Groep Intro Vlaams-Brabant
won de prijs met een ambitieus project. Het geeft maatschappelijk kwetsbare
jongeren tot dertig jaar een stem in de samenleving en ondersteunt hen op drie
belangrijke domeinen: arbeid, vrije tijd en scholing. Concreet doen ze dat door
vorming, leerplichtonderwijs, trajectbegeleiding en jobcoaching, opleiding en
werkervaring en sociale economie.
De groep focust op
leerplichtige jongeren die dreigen uit te vallen op school of jongeren die
reeds zijn uitgevallen. Het vooruitstrevende van dit project is dat niet alleen
de leerlingen zelf worden benaderd. Ook ouders, leerkrachten en klasgenoten
worden betrokken om een dreigende uitvaller terug op school te krijgen.
Groep Intro maakt deel uit
van een ruim netwerk dat de notie “leerplicht” wil aanvullen met een
structureel verankerd “leerrecht” voor elke jongere. Iedere jongere heeft recht
op ontwikkeling, ook als onderwijs niet langer een optie is. Namens Groep Intro zei Vicky Victor:
“Deze prijs is eindelijk een erkenning van wat we doen. Eindelijk krijgen we
te horen dat mensen onze projecten zinvol vinden. Dat horen we van de
overheid niet.”
De projecten van Intro
ontvangen nog steeds enkel projectsubsidies en geen structurele financiering. De Groep strijdt voor een echte erkenning binnen het Vlaamse en Brusselse
onderwijsbeleid. Vicky Victor: “De overheid
kan de keuze maken om ons te helpen. Ik verwacht dat een nieuwe
minister van Onderwijs snel een beslissing zal nemen over
financiering. Dat is ook wel nodig, want we hebben genoeg van die onzekerheid,
voor onszelf maar vooral voor de jongeren die we helpen.”
Debat
Na de prijsuitreiking volgde
een debat waarbij onderwijsinstanties in discussie gingen met mensen uit het
bedrijfsleven. Iedere deelnemer van het
debat stond achter de genomineerde initiatieven en achter de winnaar. Zij waren het erover eens dat het onderwijs en het bedrijfsleven beter zouden moeten
samenwerken om kansen van jongeren te vergroten.
Zo zei Ides Nicaise van het Leuvense onderzoeksinstituut voor arbeid en samenleving HIVA: “Het
risico op kinderarmoede is vijf keer groter wanneer de moeder in het gezin geen
secundair diploma heeft. We weten allemaal hoe belangrijk onderwijs is en
moeten dus zorgdragen voor leerlingen.”
Na het debat waren er broodjes. Namens Welzijnswerk sprak Danielle Colsoul van een geslaagde dag.
Wel vond ze het jammer dat de opkomst niet groter was. “Ik zou willen dat
iedereen van deze initiatieven wist. Ze kunnen zoveel goeds doen voor onze
maatschappij.”