De afgelopen weken hebben de
verschillende fracties in het Europees Parlement kandidaten naar voor geschoven
voor de positie van voorzitter van de Europese Commissie. Jean-Claude Juncker
kreeg de zegen van de Europese Volkspartij, Martin Schulz van de Partij van de
Europese Sociaaldemocraten, Guy Verhofstadt van de Alliantie van Liberalen en
Democraten voor Europa, en Ska Keller van de Europese Groenen.
Waar haalden de parlementsleden het
lef vandaan om zoiets democratisch op te zetten? We herinneren ons toch de
periode waarin diezelfde parlementariërs braaf suggesties schreven en ze
opstuurden naar de Commissie, waar ze steevast ongelezen in de vuilbak
eindigden. Het Verdrag van Lissabon bracht daar verandering in met de
introductie, vanaf 2014, van een directe link tussen de resultaten van de
Europese verkiezingen en de keuze van de voorzitter van de Commissie. Nu moet
de Europese Raad (de verzameling Europese staats- en regeringsleiders, n.v.d.r.)
rekening houden met de resultaten wanneer ze iemand nomineert voor de positie.
In het land der blinden…
De regel is het toppunt van vaag
taalgebruik dat eigen is aan de Europese instellingen. Maar toch, met de
Europese verkiezingen achter ons zou het eerlijk zijn dat een kandidaat
gesteund door één van de vier opgesomde fracties, met respectievelijk 214, 191,
64 en 52 zetels, de volgende voorzitter wordt. Het zou nog eerlijker zijn
indien de kandidaat verkozen wordt die de steun heeft van de grootste fractie
van het Europees Parlement. Begrijp me niet verkeerd, ik ben geen fan van
Juncker en hoewel ik m’n stem graag geheimhoud, kan ik bekennen dat CD&V ze
niet heeft verdiend in de Europese verkiezingen.
Eigenlijk zou het nog altijd verre
van ideaal zijn indien Juncker aangeduid wordt. Dit zou namelijk onmiskenbaar
een geval van indirecte verkiezing zijn. De Europese parlementsleden, direct en
democratisch verkozen, kiezen een kandidaat, die niet verkozen is, die dan de
steun moet krijgen van de Europese staats- en regeringsleiders.
Hoewel deze leden van de Europese
Raad in sommige gevallen, maar zeker niet altijd, direct verkozen zijn, heeft
geen enkele burger ze ooit uitdrukkelijk de toestemming en het vertrouwen
gegeven om het hoofd van de Europese Commissie aan te duiden. Toch is dit de
meest democratische optie die op tafel ligt en de Europese burgers moeten ze
met beide handen aangrijpen.
Wat staat op het spel?
Zoals vermeld heeft Angela Merkel
gezegd dat andere opties niet uitgesloten moeten worden. Verkiezen de, vaak
niet verkozen, staats- en regeringsleiders iemand anders? Uitgerekend Merkel is
een regeringsleider die niet rechtstreeks verkozen is. Een van de eerste taken
van elke nieuwe Bundestag (Duits Parlement,
n.v.d.r.) is het verkiezen van een Kanselier.
Na de Europese verkiezingen, die
plaatsvonden tussen 22 en 25 mei, is het aantal eurosceptische parlementsleden
drastisch toegenomen. Momenteel proberen ze een eigen fractie op te starten.
Een beetje bescheidenheid onder de traditionele Europese leiders zou dan ook op
zijn plaats zijn. Als de Europese Raad het stijgende niveau van democratie
beschreven in het Verdrag van Lissabon niet verwelkomt, dan weet ik niet langer
wat te zeggen tegen eurosceptici die het gebrek aan democratie in de Europese
instellingen hekelen.
In alle eerlijkheid, ik weet niet of
ik ze überhaupt nog zál tegenspreken. Ik ben ervan overtuigd dat veel jonge
mensen die het Europese gedachtegoed delen hetzelfde gevoel hebben. Als Merkel
c.s. na de verkiezingen van 2019 een parlement willen zien dat zichzelf
ontbindt, dan kiezen ze het best voor iemand die nauwelijks de steun van het
huidige parlement heeft en van wie niemand ooit gehoord heeft.
Europese austeriteit
We kunnen ons de vraag stellen
waarom de staats- en regeringsleiders zo onwillig zijn om democratie haar rol
te laten spelen in de aanstelling van de nieuwe Commissievoorzitter. Natuurlijk
heeft de eeuwenoude rivaliteit tussen de verschillende Europese instellingen –vooral
tussen de Commissie en het Parlement – hier iets mee te maken, maar er is meer
aan de hand.
Wat gebeurt er zodra de staats- en
regeringsleiders één of andere toppoliticus of -politica kiezen die niet
gesteund wordt door het volk? Die wordt het gezicht van een machine die zich,
vooral vandaag, bezighoudt met het steunen, en in gevallen zoals Griekenland
opleggen, van impopulaire maatregelen. Het beruchte austeriteitsbeleid dat
momenteel een groot aantal mensen zwaar treft. De staats- en regeringsleiders
kunnen zo vermijden hun eigen politieke carrière op het spel te zetten. Hun
electoraat zal het de EU kwalijk nemen en niet hen wanneer er plots geen brood
meer op tafel ligt.
Is dit de reden waarom Merkel
aarzelt om één van de kandidaten bij te staan die gesteund wordt door een
fractie in het Europees Parlement? Uitgezonderd Juncker zijn al deze kandidaten
voormalige leden van het Europese Parlement die in zekere mate publieke steun
genieten. Ze hebben deze steun ontvangen door het promoten van een programma dat
uit meer bestaat dan een verzameling rechtse economische maatregelen, waar je
vaak geen stemmen mee behaalt.
Ik hoop dat de Europese Raad de
juiste beslissing zal nemen en een kandidaat zal nomineren die gesteund wordt
door het Europees Parlement, de enige verkozen instelling in de Europese
doolhof. Als ze dat niet doet, is elk Raadslid verantwoordelijk voor de
aftakeling van de Unie zoals we die vandaag kennen. Een groeiend deel van de
bevolking zal daar erg blij mee zijn.