Maandag maakte het
Amerikaanse milieuagentschap EPA bekend de CO2-uitstoot van
elektriciteitscentrales voor 2020 te willen verminderen met 25
procent ten opzichte van 2005. Dit is de “krachtigste actie die
de Amerikaanse regering ooit heeft ondernomen tegen de
klimaatverandering”, zei Connie Hedegaard, de Europees
Commissaris voor klimaatactie in een reactie.
“We hebben
lang moeten wachten om te zien wie als eerste de stap tot actie zet”,
zegt Ronald Jumeau, ambassadeur van de Seychellen en woordvoerder van
de Alliantie van Kleine Eilandstaten (AOSIS). Het voortbestaan van
veel kleine, laaggelegen eilanden wordt bedreigd door de stijgende
zeespiegel als gevolg van de klimaatverandering.
“De VS zijn
historisch de grootste CO2-uitstoter ter wereld en het is van groot
belang dat dit land het voortouw neemt op dit gebied”, zegt hij.
“Nu moeten andere grote landen volgen die veel CO2 uitstoten.”
Dat geldt met name voor Japan, Canada en Australië, maar ook voor
China en India. “Kleine eilandstaten werken er hard aan hun
uitstoot te verminderen en we juichen het toe als anderen dat ook
doen.”
Palau
Diverse eilanden
in de Grote Oceaan hopen nog voor 2020 volledig te draaien op
hernieuwbare energie. Vorig jaar werd het kleine land Palau, bij
Nieuw-Zeeland, het eerste land dat dit bereikte. Ook andere landen
laten van zich horen. China stelde recentelijk de doelen op het
gebied van hernieuwbare energie naar boven bij en verbood nieuwe
kolencentrales in veel stedelijke gebieden. Twee weken geleden
kondigde Mexico aan dat het zijn ambitieuze doelen eveneens bijstelt.
Het land wil nu voor 2018 voor 25 procent (tot voor kort 15 procent)
op hernieuwbare energie draaien.
De stap van de VS
is er een in een serie van recente stappen die enkele landen hebben
genomen om de uitstoot te beperken, zegt Samantha Smith van het
Climate and Energy Initiative van het Wereldnatuurfonds (WWF). “Dit
is erg bemoedigend en zou anderen moeten inspireren tot actie”,
zegt ze vanuit Oslo. Door een sterk standpunt in te nemen op het
gebied van CO2-uitstoot geven de VS een krachtig signaal aan het
bedrijfsleven en de energiesector dat het land van stenkolen af wil
en de voorkeur geeft aan duurzame alternatieven, zegt Smith. “De
Amerikaanse industrie voor zonne-energie heeft al meer en betere
banen dan de kolenindustrie”, voegt ze eraan toe.
Jumeau zegt dat
veel landen nauwlettend zullen volgen of het EPA zijn belofte kan
nakomen, gezien de agressieve politiek in de VS. De
steenkolenindustrie en haar aanhangers binnen de Republikeinse Partij
zullen proberen de plannen te dwarsbomen, maar daar waarschijnlijk
niet in slagen, zegt Alden Meyer, directeur strategie en beleid bij
de Union of Concerned Scientists in Washington D.C.
EU
Hoewel de actie
van het EPA op het gebied van elektriciteitscentrales een positief
teken is, is het plan niet ambitieus genoeg om de opwarming van de
aarde met meer dan 2 graden Celsius te voorkomen, zegt Meyer. Op de
Klimaattop in september in New York, wil VN-secretaris-generaal Ban
Ki-moon dan ook meer inspanningen van de uitgenodigde leiders. “Ban
Ki-moon heeft duidelijk gemaakt dat hij in New York actie wil en geen
toespraken”, zegt Meyer. “Maar het is niet duidelijk wat er
gaat gebeuren.”
De EU loopt op kop
als het gaat om het terugdringen van de uitstoot. Maar ook in de EU
kan veel meer gebeuren, volgens Smith. “De EU heeft de
doelstelling voor 2020 al gehaald, maar weigert verder te gaan,
terwijl er nog veel te winnen is op het gebied van hernieuwbare
energie en energie-efficiëntie.” Ze hoopt dat de aankondiging
van de VS de EU aanmoedigt om ambitieuzer te zijn in de aanloop naar
een nieuw, wereldwijd klimaatverdrag.
Dat akkoord moet
in 2015 in Parijs worden afgerond. Kortetermijndoelen zoals 2020 zijn
erg belangrijk vanuit investeringsperspectief, aangezien ze laten
zien welke kant een land of regio opgaat, zegt ze. Maar even
belangrijk is de wetenschappelijke realiteit dat de CO2-uitstoot zijn
piek moet bereiken voor 2020, wil er een redelijke kans zijn dat de
opwarming van de aarde beperkt blijft tot 2 graden.
Jumeau zegt dat
zijn collega’s bij AOSIS voorzichtig optimistisch zijn, omdat ze het
gevoel hebben dat het publiek de opwarming van de aarde serieuzer
neemt dan voorheen. “Iedereen in de wereld begint de gevolgen
van de opwarming te merken en die worden steeds erger. Het publiek
begint te zien dat die gevolgen de waarschuwingen van wetenschappers
onderbouwen.”