Een nieuw rapport
van Defence
for Children International-Palestina laat op basis van 98 getuigenverklaringen zien hoe Israël in 2013 Palestijnse kinderen behandelde
tijdens hun arrestatie, verhoor en gevangenschap.
In het algemeen
worden de kinderen uit de westelijke Jordaanoever in het holst van de
nacht door zwaar bewapende Israëlische soldaten van hun bed gelicht.
De soldaten bonzen op de deur, stormen het huis in en brengen de hele
familie in rep en roer. Enkele uren na hun arrestatie komen de
jongeren geblinddoekt, geboeid en met slaaptekort aan in Israëlische
verhoorcentra. Tijdens het verhoor worden zij zwaar onder druk gezet
met bedreigingen, verbaal en fysiek geweld. Dit resulteert meestal in
een bekentenis.
Bijna
alle kinderen werden – tegen de regels in – ondervraagd zonder
dat een ouder of advocaat aanwezig was. Zelden werden zij over hun
rechten geïnformeerd, zoals hun recht om te zwijgen en niet mee te
werken aan hun eigen veroordeling. Het rapport is begin mei aan
verschillende VN-organisaties aangeboden. Hier volgt een samenvatting
van de belangrijkste bevindingen.
Onrechtmatig
overgebracht naar Israël
Elk
jaar worden naar schatting tussen de 500 en 700 Palestijnse kinderen
uit de bezette westelijke Jordaanoever opgepakt en in militaire
rechtbanken vervolgd. Dat komt neer op ongeveer 8000 kinderen sinds
2000. Eind december hield Israel 199 Palestijnse jongeren gevangen,
onder wie veertien kinderen tussen twaalf en vijftien jaar.
Militaire
rechtbanken in Israël zijn berucht om de oneerlijke procesgang en
zijn helemaal niet ingericht op de berechting van minderjarigen. De
jongeren worden in de regel beschuldigd van “stenengooien”
waarop een straf van maximaal twintig jaar staat, afhankelijk van hun
leeftijd.
Daarbij
komt dat 50 tot 60 procent van de Palestijnse minderjarige gevangenen
uit bezet gebied wordt overgebracht naar een gevangenis in Israël.
Dit is een oorlogsmisdaad omdat het in strijd is met Artikel
76 van de Vierde Conventie van Genève.
Bovendien wordt op deze manier het recht op bezoek aan gevangen
familieleden ernstig gehinderd want Palestijnen uit de bezette
gebieden hebben geen bewegingsvrijheid door de talloze checkpoints en
blokkades. Zij hebben ook nog een vergunning nodig voor een bezoek
aan Israël waarvoor de procedure tijdrovend is. In de praktijk
worden de minderjarigen zo geïsoleerd van hun familie.
Slechte
behandeling
Defence
for Children International Palestina (DCI) heeft getuigenverklaringen
opgetekend van 98 jongeren over hun ervaringen in Israëlische
militaire detentie. Het is belangrijk om te weten dat dit slechts een
minderheid. De meerderheid van de jongeren durft of wil niet
getuigen uit angst voor represailles of omdat zij of hun ouders geen
enkel vertrouwen hebben in het militaire systeem.
De
meeste genoemde klachten zijn:
-
Geboeide
handen 98 (100.0%) -
Niet
geïnformeerd over reden arrestatie 96 ( 98.0%) -
Geen
advocaat bij verhoor 94 ( 95.9%) -
Geblinddoekt 92
( 93.9%) -
Niet
gewezen op zwijgrecht 91 ( 92.9%) -
Naakt
gefouilleerd 78 ( 79.6%) -
Onthouden
van voldoende water/voedsel 76 ( 77.6%) -
Fysiek
geweld 75 ( 76.5%) -
Verbaal
geweld en intimidatie 73 ( 74.5%) -
Geen
toestemming om naar wc te gaan 68 ( 69.4%) -
Nachtelijke
arrestatie 55 ( 56.1%) -
Op
vloer moeten zitten tijdens transport 49 ( 50.0%) -
Gedwongen
ongemakkelijke houding 32 ( 32.7%) -
Papieren
in Hebreeuws getoond of ondertekend 21 ( 21.4%) -
Langer
dan twee dagen eenzame opsluiting 21 ( 21.4%)
DCI-Palestina
heeft in 2013 namens tien minderjarigen vijftien klachten over hun slechte
behandeling en foltering ingediend bij de Israelische autoriteiten.
Het heeft echter tot geen enkele aanklacht tegen de daders geleid en
het is zelfs niet duidelijk of er wel een onderzoek is ingesteld
naar de klachten.
Eenzame
opsluiting
DCI-Palestina
heeft de verhalen van 40 minderjarigen opgetekend die tussen 2012 en
2013 tijdens hun verhoorperiode in eenzame opsluiting zaten. Het
percentage jongeren dat in eenzame opsluiting verbleef steeg van 19,4
procent in 2012 tot 21,4 procent in 2013. Gemiddeld duurde de eenzame
opsluiting in 2013 tien dagen met 28 dagen als langste periode. De
Israëlische veiligheidsdienst gebruikt eenzame opsluiting als
drukmiddel om bekentenissen af te dwingen of informatie te verkrijgen
over andere personen.
In tegenstelling
tot de praktijk in Israël, wordt eenzame opsluiting wereldwijd vooral
als disciplinaire maatregel gebruikt bij veroordeelde jongeren of om
hen – als bescherming – van volwassen gevangenen te scheiden.
De
Palestijnse minderjarigen die in eenzame opsluiting zaten, hadden
vergelijkbare klachten als de hele groep. Ruim de helft kreeg tijdens
hun arrestatie, transport of verhoor te maken met fysiek geweld en
driekwart met verbaal geweld. Het percentage jongeren dat naakt werd
gefouilleerd lag hoger, bijna 90 procent tegen 80 procent voor de
hele groep.
Driekwart
van de minderjarigen werden voor langere perioden gedwongen in een
pijnlijke, ongemakkelijke positie te zitten. Dat was meestal op een
lage ijzeren stoel die in de vloer vastzat en waaraan hun handen en
voeten werden vastgebonden.
Al-Jalame
Bijna
alle kinderen die in eenzame opsluiting werden gehouden waren
onrechtmatig uit bezet gebied ovegebracht naar Israël, waarvan 27
naar het Al-Jalame detentiecentrum bij Haifa.
De
kinderen werden in Al-Jalame in een kleine cel van twee bij drie
meter geïsoleerd. Zij vertelden dat zij op een betonnen bed of op de vloer
moesten slapen of op een dunne matras die zij als “vies” en
“stinkend” beschreven. In de cel zaten geen ramen en was geen
natuurlijk licht. Het enige licht kwam van een zwak geel peertje dat
altijd brandt. De maaltijden werden door een flap in de deur
aangereikt. De wanden van de cel waren grijs met scherpe of ruwe
uitsteeksels die pijn doen als je er met je rug tegen leunt.
De
Britse krant The Guardian publiceerde begin 2012 een aangrijpende
video
over Al-Jalame. Het Brits-Deense G4S heeft beveiligingsapparatuur
geleverd aan Al-Jalame.
Verbod
op foltering en eenzame opsluiting
Eenentwintig
Palestijnse kinderen werden het afgelopen jaar enige tijd in eenzame
opsluiting gevangen gehouden. Eenzame opsluiting is een harde
prakrijk die ernstige psychologische schade kan aanrichten bij
mensen.
Staten
zouden eenzame opsluiting moeten uitbannen als straf of drukmiddel
bij verhoren, zei Juan
E. Méndez tegen de Algemene Vergadering van de VN
op 18 oktober 2011. Méndez is de Speciale Raporteur voor marteling
van de VN.
Méndez
constateerde in zijn rapport van 2011 dat eenzame opsluiting “tijdens
de detentieperiode voorafgaand aan het proces met opzet wordt ingezet als
techniek om informatie of een bekentenis te verkrijgen”, wat neerkomt
op een daad van foltering of wrede, onmenselijke en vernederende
behandeling zoals verboden door de Conventie
tegen Foltering.
Eenzame
opsluiting van jongeren, het maakt niet uit voor hoe lang, is in strijd
met artikel 7 van de Conventie tegen foltering en van artikel 16
van het Internationaal
Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.
Het
beveiligingsbedrijf G4S ligt internationaal onder vuur van de
beweging
voor boycot, desinvestering en sancties
tegen Israel vanwege zijn rol bij de beveiliging van Israëlische
gevangenissen waar rechten van Palestijnse politieke gevangenen op
grote schaal worden geschonden.
Dit artikel verscheen eerder op Jaffadok.nl