President Obama heeft op dinsdag 3 juni
in gesprekken met de Poolse president reeds aangekondigd wat zijn
voorstellen zullen zijn op de komende bijeenkomst van de G8, die na
het uitsluiten van Rusland terug de G7 is geworden. Hogere budgetten
voor defensie tegen de Russische ‘dreiging’ en minder afhankelijkheid
van Russisch gas dankzij meer export van Amerikaans schaliegas. Daarbij helpt het nieuwe vrijhandelsakkoord TTIP met de EU.
G8 wordt G7
G7 is het samenwerkingsverband van de
zeven meest welvarende landen ter wereld: Canada, Frankrijk,
Duitsland, Italië, Japan, Groot-Brittannië en de VS. De EU neemt
ook deel aan de vergaderingen. De G7 is geen organisatie met eigen
structuren, maar een informeel samenwerkingsverband dat begon in 1975
in Parijs op initiatief van Frankrijk. De groep van zes werden
er zeven met Canada erbij één jaar later. Vanaf 1998 werd ook
Rusland uitgenodigd in wat sindsdien de G8 werd genoemd.
Op 2 maart 2014 hebben zeven van de
acht leden van de G8 unilateraal beslist Rusland niet langer uit te
nodigen. Een geplande G8-top in Sotsji (plaats van
de voorbije Olympische Winterspelen) werd afgelast en vervangen door
een G7-top in Brussel op 4 en 5 juni 2014. Reden is de
Russische annexatie van het Oekraïense schiereiland Krim. Rusland
was uit eigen beweging al afwezig op de G8-top van 2012 in de VS.
Dinsdag 3 juni 2014 was Obama dus op
bezoek in Polen bij president Bronislaw Komorowski en eerste minister
Donald Tusk. Hij kwam daar met een klassiek Amerikaans voorstel voor
een oplossing van de crisis aan de oostelijke grens van Polen met
buurland Oekraïne: meer wapens en meer gas. Dat voorstel legt hij in Brussel aan de andere zes deelnemende landen en de EU voor.
Russische expansie versus schaliegas
Om de Russische expansiedrift een halt
toe te roepen, zal de VS een miljard dollar (735 miljoen euro)
uitgeven aan de versterking van de Amerikaanse troepen in centraal en
oostelijk Europa. Het zal niet zozeer gaan om een uitbreiding van het
troepenaantal als wel om technologische investeringen en meer
intensieve trainingen en gemeenschappelijke acties met de Europese
NAVO-partners. Bovendien zal de VS nieuwe militaire
samenwerkingsakkoorden sluiten, zodat Oekraïne, Moldavië en Georgië
hun eigen defensieve krachten kunnen verbeteren.
De Amerikaanse president maakt zich ook
zorgen over de te grote Europese afhankelijkheid van de EU van
Russisch gas. Daar heeft hij een
andere oplossing voor: meer invoer van Amerikaans schaliegas. Die invoer kan vergemakkelijkt worden door snel over te gaan tot het TTIP-vrijhandelsakkoord tussen de EU
en de VS. Wel is het voorstel merkwaardig,
omdat Obama in eigen land net een ambitieus klimaatplan heeft voorgesteld om
de uitstoot van koolstofdioxide CO2 door de Amerikaanse energiesector
drastisch te verminderen.
Schaliegas wordt uit leisteentelagen
(‘schalie’) in de bodem gewonnen door een proces dat ‘fracking’ wordt
genoemd. Daarbij worden enorme hoeveelheden gevaarlijke chemische
stoffen in het bodemwater en in de lucht geloosd. Die leiden tot
hogere uitstoot van methaan, een gas dat nog veel toxischer is dan
koolstofdioxide.
Vrede en welvaart
Obama heeft in Warschau net voor zijn
vertrek naar Brussel op woensdagmorgen 4 juni 2014 ook al een
ontmoeting gehad met de Oekraïense president-elect Petro Poroshenko
om over ‘vrede en welvaart’ voor Oekraïne te spreken.
Historische vergelijkingen zijn
relatief. De politieke omstandigheden zijn niet meer die van de jaren
1990. Toch is er een aantal elementen gelijklopend met de Koude Oorlog.
De officiële Westerse ratio achter de
Koude Oorlog was de dreiging van het Sovjet-imperium, dat klaarstond
om de wereld met geweld over te nemen. De militaire slagkracht van de
Sovjet-Unie werd voortdurend aangehaald als argument om de eigen
defensie-inspanningen op te drijven. Zowat elk wapensysteem moest
voortdurend gemoderniseerd worden want de andere zijde had er meer
(en betere) van.
Kort na de val van de Sovjet-Unie
werden rapporten van de Amerikaanse veiligheidsdiensten tijdens de
Koude Oorlog openbaar. Daarin werd uitgelegd dat de omvang van de
Sovjet-strijdkrachten en hun militair potentieel systematisch was overdreven. Bovendien bleek de militaire doctrine
van de Sovjet-Unie louter defensief en niet gericht op enige
aanvalscapaciteit buiten de eigen grenzen (met inbegrip van de
toenmalige Oostbloklanden), vanuit
de nuchtere vaststelling dat ze niet tot meer dan dat in staat waren.
Over naar vandaag
Vandaag is de militaire dimensie van
Rusland geen onderwerp van de argumentatie. Rusland geeft volgens de
meest recente cijfers van het prestigieuze Zweedse
onderzoeksinstituut SIPRI 4,1 procent van zijn BNP uit aan defensie.
Dat is procentueel meer dan de VS (3,8 procent) en China (2 procent). De
financiële omvang in totaalcijfers geeft echter een ander beeld. Rusland is goed voor 5 procent van alle militaire uitgaven ter wereld, na China
(10,8 procent) en de VS (36,6 procent).
De VS staat met andere woorden voor
meer dan één derde van alle defensie-uitgaven ter wereld. Dat is evenveel
als de volgende negen landen samen op de ranglijst. Twee daarvan
(Rusland en China) zijn tegenstanders. Het negende land op die lijst
is India, geen tegenstander maar ook niet echt een trouwe bondgenoot.
De andere landen op die lijst zijn allemaal bondgenoten. Frankrijk,
Groot-Brittannië en Duitsland geven samen meer uit aan defensie dan
Rusland. Alle NAVO-lidstaten samen geven tien maal meer uit aan hun legers dan Rusland.
Amerikaans minister van Defensie Chuck
Hagel heeft recent bevestigd dat Rusland ongeveer 40.000 troepen aan
de grens met Oekraïne heeft teruggetrokken. Die troepen waren daar
al gestationeerd voor de crisis in buurland Oekraïne begon. Zonder
twijfel heeft Rusland nog altijd zijn spionnen en agitatoren in
onder meer Oekraïne zelf, maar aanwijzingen voor een militaire invasie zijn er niet.
Rusland heeft inderdaad in weerwil van
het internationaal recht de Oekraïense deelrepubliek van de Krim
geannexeerd. Daar had het land een zuiver strategische reden voor.
Sebastopol is de enige ijsvrije haven van de Russische zeemacht.
Rusland heeft verder slechts één militaire basis buiten zijn
eigen grenzen, in Syrië. De toekomst van die basis is,
gezien de burgeroorlog daar, verre van verzekerd. Rusland heeft met
andere woorden geen honderden basissen in de wereld en geen troepen
aan de grenzen van de VS.
Na de val van de Sovjet-Unie zijn ook
Letland, Estland en Litouwen onafhankelijk geworden, net als
Oekraïne. Sinds het lidmaatschap van de EU worden de Russischtalige
minderheden er nog steeds zwaar gediscrimineerd. Rusland heeft daar
al die jaren voortdurend op gereageerd, verbaal.
Samengevat: net als tijdens de Koude
Oorlog wordt de dreiging uit het oosten systematisch overdreven om
strategische, ideologische en economische redenen. Net als toen wil
het westen op deze manier zijn politiek-militair-economisch overwicht
handhaven.
Andere tijden
Er zijn ook verschillen met de vorige Koude Oorlog. Het westers
overwicht is niet meer wat het ooit is geweest. Meer en meer landen
in de Derde Wereld weigeren zich nog achter het westers
bondgenootschap te scharen. Drie van die landen – Brazilië, India
en Zuid-Afrika – hebben zich verenigd in de BRICS met Rusland en
China. Ze plannen samen de oprichting van een eigen ‘wereldbank’.
Bovendien is de maatschappelijke
onvrede in de EU en de VS met de huidige gang van zaken groter dan
ooit. Het antwoord van de G7 op de economische crisis wordt nog meer
militaire uitgaven ten koste van de sociale welvaartstaat en nog meer
vervuilende energieproductie als antwoord op de klimaatcrisis.
Obama heeft de grootste moeite om het
TPP-vrijhandelsakkoord met de landen van de Stille Oceaan erdoor te
krijgen. Hetzelfde gebeurt met het TTIP-akkoord met de EU. Dat
verdrag had al vorig jaar moeten afgesloten zijn. De crisis in
Oekraïne gebruiken als argument voor een verdrag dat gepland was
voor die crisis begon, is weinig geloofwaardig.
Uit een recente opiniepeiling van de
BBC blijkt dat nog altijd meer dan 30 procent van de wereldbevolking
een positieve kijk heeft op Rusland. 45 procent denkt andersom. Voor
de VS is dat omgekeerd, ongeveer 45 procent heeft een positieve
indruk van dit land, bijna 40 procent denkt het omgekeerde. Dat zijn intrigerende
cijfers, gezien de overweldigend negatieve berichtgeving over Rusland en
positieve berichtgeving over de VS in de massamedia.
Sociaal protest
Het Europese sociale middenveld gelooft
er blijkbaar ook niet veel meer van. In Brussel hebben een aantal
organisaties al gereageerd tijdens een korte manifestatie op
woensdagmorgen 4 juni 2014.
Xavier Declercq van Oxfam Solidariteit:
“De grote ongelijkheid zorgt dat het maatschappelijk draagvlak voor
problemen verdwijnt. Mensen nemen hun burgerschap niet meer op omdat
ze het (terechte) idee hebben dat enkel het grootkapitaal wordt
geholpen (…) Er is wel degelijk geld, het belastingssysteem moet
worden hervormd om de groeiende ongelijkheid tegen te gaan (…) De G7
heeft alle mogelijkheden om iets aan de problemen te doen. Als zij
zorgen voor meer transparantie in de financiële sector zou dat veel
geld opleveren. Met dat geld zouden we veel goeds kunnen doen.”
Bogdan Vanden Berghe, directeur van
11.11.11 in een opinie in De Standaard van 4 juni 2014: “Het zelf
aangebrachte etiket van wereldleider kleeft almaar minder goed op de
VS. Niet alleen is er de tanende militaire dominantie, tegelijk is in
het binnenland de ongelijkheid zo groot dat de Amerikaanse droom
bijna onmogelijk is geworden. Niet bepaald een moreel voorbeeld om
wereldwijde ongelijkheid aan te pakken … systematisch het
initiatief bij de VS leggen, lijkt al langer geen goed idee.”