De
inmiddels wereldvermaarde Franse econoom Thomas Piketty, die met een
gigantische hoeveelheid cijfers heeft aangetoond dat de ongelijkheid
tussen rijk en arm de jongste decennia beduidend is toegenomen, wordt
nu ook als pion ingezet tijdens de regeringsvorming hier te lande.
Zijn voorstel om de meest vermogenden, beter bekend als ‘de 1
procent’, wereldwijd fors te belasten, wordt in die kringen met
argwaan bekeken. Er zou maar eens een politicus moeten zijn die deze
‘rijkentaks’ in een wet giet. Dus worden de lakeien in het veld
gestuurd, in dit geval met academische titels. Die mensen spreken in
alle objectiviteit met kennis van zaken, zo luidt het. Ver verheven
boven het gehakketak van kletsende politici.
In
de zakenkrant De Tijd van zaterdag jongstleden verwees Joep
Konings, gewoon hoogleraar Economie aan de Leuvense universiteit,
naar het duivelse dilemma dat door de volgende regering zal aangepakt
moeten worden om onze slabakkende economie er weer bovenop te helpen:
‘Groeien
door saneren of door belasten?’ Vraagtekens in de
titel van een artikel is journalistiek not done, maar hier gaat het
om een opiniestuk en daar gelden andere regels. Uit dat stuk van
Konings blijkt trouwens dat Piketty “een vroegere studiekameraad
aan de London School of Economics” is. Een leuke referentie.
De
titel van het artikel legt de vinger op een wond. Want niemand wil
voor belastingen afdokken. Omdat niemand, ook die intelligente
economen niet, erbij vertelt dat je er iets voor terugkrijgt. Het
onderwijs van de kinderen bijvoorbeeld. Of de tussenkomst bij de
betaling van een ziekenhuisrekening. Een hoogst merkwaardige
zienswijze. Wie in een winkel iets aanschaft, moet daar ook voor
betalen. Er kan eventueel geredetwist worden over de prijs. Maar
doorgaans moppert men daar niet echt over. Het leven is niet gratis.
Zoals
van een professor mag worden verwacht, legt Konings nog eens kort uit
wat Piketty heeft geschreven. En vervolgens: “Op het eerste gezicht
lijkt (het voorstel van Piketty) een goede oplossing om de
overheidsfinanciën op orde te krijgen en kansen te bieden aan de
werkende middenklasse indien daardoor de belastingen op arbeid kunnen
dalen.” Maar “onlangs wees de Britse zakenkrant Financial
Times echter op onzuiverheden in de door Piketty gebruikte gegevens.
Verschillende topeconomen stellen nu vragen bij zijn analyse”,
aldus Konings. Dat was in de editie
van 23 mei van die krant, algemeen bekend als de
spreekbuis van de Londense City.
De argumenten contra Piketty worden
door Konings vervolgens op een rijtje gezet. Maar de Leuvense prof
rept met geen woord over een ander gezaghebbend blad, The
Economist, die in haar editie van diezelfde dag de
verdediging van Piketty op zich neemt. Evenmin over de
ferme
kritiek van The Guardian (29 mei) op de
stellingname van de Financial Times. Wetenschappelijke
objectiviteit veronderstelt nochtans dat de argumenten pro en contra
tegen elkaar worden afgewogen. Aan studenten wordt immers geleerd dat
de wetenschappen ‘waardevrij’ moeten zijn, niet bezoedeld door
persoonlijke opvattingen.
Natuurlijk
heeft Konings gelijk dat ’s lands economie weer moet groeien. De
cruciale vraag is hoe dat moet. Daar heeft de Leuvense econoom wel
een oplossing voor. “De lage economische groei heeft niets te maken
met een zwakke binnenlandse vraag”, schrijft hij. Over het nut van
indexaanpassingen terzake wordt wijselijk gezwegen. De zwakke groei
is “eerder het gevolg van structurele problemen in het
productieweefsel van onze economie, de aanbodzijde. De recepten zijn
eenvoudig en waren populair in de jaren 80, men noemde ze
‘Reagononomics’.“ Een kniesoor die erop kijkt dat dit laatste
begrip verkeerd is gespeld is – het moet ‘Reaganomics’ zijn.
Dit
begrip verwijst naar het economisch beleid dat destijds is gevoerd
door de toenmalige Amerikaanse president Ronald Reagan. De
ingrediënten zijn alom bekend: afbouw van de overheidsinstellingen,
fikse belastingverminderingen voor de meer gegoeden en andere
maatregelen die onder de noemer van ‘neoliberalisme’ vallen. Echt
veel succes, althans voor het overgrote deel van de Amerikanen, heeft
dit dit beleid niet gehad. Vandaar dat het ook is omschreven als
‘voodoo-economie’. Piketty toont op de koop toe in zijn boek
cijfergewijs aan dat als gevolg van zo’n politiek de ongelijkheid
sindsdien alleen maar is toegenomen.
Joep
Konings ondertekende zijn opiniestukje in De Tijd niet alleen
met de verwijzing naar zijn hoogleraarschap Economie, maar ook met
zijn betrokkenheid bij VIVES. Dat staat voor Vlaams Instituut voor
Economie en Samenleving, een afdeling van de faculteit economie en
bestuurswetenschappen van de KULeuven. Hij is er voorzitter van het
wetenschappelijk comité. In de entourage van Bart De Wever zitten
nogal wat mensen die aan de slag zijn geweest bij deze denktank,
zoals die op haar beurt innig verweven is met het VOKA, de vereniging
van Vlaamse ondernemers. Ook personen die liefst niet bij naam willen
genoemd worden, zo meldt De Tijd over een zakenbankier met
tentakels tot in Wall Street.
Na
de jongste verkiezingen was het VOKA er als de kippen bij om Bart De
Wever met zijn overwinning te feliciteren. De ondernemersorganisatie
heeft vorige week een grootscheepse affichecampagne gelanceerd met de
slogan ‘Groei is onze sociale zekerheid’. Die is bedoeld om de
onderhandelende politici ervan te overtuigen dat enkel een
centrumrechtse coalitie dé weg naar het economisch herstel is. Fikse
belastingvermindering voor het bedrijfsleven, maar geen vermogenstaks
voor de rijken zoals Piketty voorstelt.