Voor een like en een share
Opinie - Stephanie Dehennin

Voor een like en een share

Misschien hebt u het gemist, het bericht op 24 mei over Elliot Rodger die zeven mensen vermoordde in Californië. Het werd in ons land immers bedolven onder nationaal verkiezingsgeweld. Misschien maar goed ook, want nieuws over een massamoord is nooit aangenaam om te lezen en heeft een venijnige bijwerking. Menig expert heeft al gewaarschuwd voor het copycateffect, en gesmeekt om de verslaggeving tot een minimum te beperken.

woensdag 28 mei 2014 18:11
Spread the love

 

Die smeekbede vindt weinig gehoor. Sensatie verkoopt nu eenmaal, en angst nog meer. Ook onze nationale media konden er niet omheen. De 22-jarige zoon van een Hollywoodregisseur die zeven mensen genadeloos afslacht, dat vraagt om wat sensationele koppen én garandeert een zeker aantal likes en shares. Hoe verfoeilijk ook, sensatiezucht is van alle tijden.

Bovendien bevinden de traditionele media zich vandaag de dag op een schip dat langzaam maar zeker de zeebodem opzoekt. “Méér nieuws op minder tijd” is het credo van deze tijd. En wie eerst is, wint een prijs: hoe sneller je een bericht de interwebs instuurt, hoe groter de kans op unique visitors en organic reach. En dat moet zich dan weer vertalen in advertentie-inkomsten en zo het zinkende schip tegengaan. Of op zijn minst toch vertragen.

De prijs die we hiervoor moeten betalen, is ons allemaal bekend: vaak worden geruchten, insinuaties en flagrante onwaarheden gepresenteerd als breaking-edge en jaw-dropping-nieuws. Lang leve de enkeling die zich daarna nog de moeite getroost om de eventuele rechtzetting te lezen, in een uithoekje van de krant / website van dienst. Yesterday’s news, weet u wel.

Halve waarheden en insinuaties hebben grote gevolgen. Maar dat zal de doorsnee nieuwschef worst wezen.

Dat die halve waarheden en insinuaties grote gevolgen hebben, zal de doorsnee nieuwschef worst wezen. Zo ook afgelopen weekend. “De dader had een ernstige vorm van het aspergersyndroom”, lazen we quasi overal. Als laatste zinnetje, alsof het een verklaring was voor het onbegrijpelijke geweld waar we aan blootgesteld werden onder het mom van informatie. Zonder kader, zonder nuance, zonder zelfs een beknopte uitleg van wat dat syndroom dan wel mag zijn. En hadden we dat niet eerder gehoord? Bij Adam Lanza in Connecticut, en dichterbij, bij Hans Van Temsche en Kim De Gelder?

Misschien kent u iemand met het syndroom van Asperger. U noemt die persoon misschien zelfs uw zoon, dochter, neef, vriend, collega of baas. Dit is niet onwaarschijnlijk, zo zeldzaam is het syndroom niet. De officiële cijfers zeggen ons dat ongeveer 3 mensen op de 10 000 deze diagnose krijgen. We weten ook dat vele Aspergianen zonder diagnose door het leven gaan.

Moet u zich nu zorgen maken?

Het antwoord is een zeer duidelijk, maar commercieel minder interessant: neen.

Wetenschappelijk onderzoek toont geen enkel verband tussen Asperger en gewelddadig gedrag.

Dat er geen enkel causaal verband is tussen Asperger en gewelddadig gedrag blijkt uit zorgvuldig uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek, onder andere naar aanleiding van de horror in Connecticut. De conclusies zijn duidelijk: “Er is geen wetenschappelijk aantoonbaar verband tussen autismespectrumstoornissen en gewelddadige misdrijven. Uit studies van gerechtsdocumenten blijkt bovendien dat mensen met autisme minder crimineel gedrag vertonen, van welke aard dan ook, vergeleken met de algemene bevolking, en dat mensen met het aspergersyndroom in het bijzonder, niet vaker worden veroordeeld voor misdaden, vergeleken met de algemene bevolking (Ghaziuddin et al., 1991, Mouridsen et al., 2008, Mouridsen, 2012).”

Ondertussen heeft een vriend van de familie verklaard dat Rodger nooit de diagnose Asperger heeft gekregen, dat de ouders alleen vermoedens hadden omdat hij “moeite had met oogcontact en weinig vrienden had”. Beetje mager om hier een diagnose op te baseren, vindt u ook niet? Een betrouwbare diagnose stellen kan overigens alleen een multidisciplinair team met gestandaardiseerde diagnostische testen in een uitgebreid diagnostisch proces dat meestal weken in beslag neemt. Waarom lazen we dan overal dat Rodger ‘leed aan ernstige vorm van het aspergersyndroom’? En waarom überhaupt een diagnose vermelden wanneer duidelijk is dat ze niet eens relevant is? De eerste krantenkop over een diabetische massa-moordenaar laat voorlopig nog op zich wachten.

Van Adam Lanza uit Connecticut weten we ondertussen dat hij hoogstwaarschijnlijk een verkeerde diagnose kreeg. Toch zullen veel mensen hem ondertussen al dan niet bewust associëren met de term Asperger. Idem voor Hans Van Temsche, die door de gerechtspschychiater werd onderzocht en bleek geen enkele vorm van autisme te hebben.Over de psychiatrische problematiek van Kim De Gelder werd fel gedebatteerd tijdens zijn proces, maar van autisme bleek geen sprake.

Het achteloos rondstrooien van diagnoses is altijd destructief.

De AP Stylebook, de bijbel van de journalistiek, is zeer duidelijk in haar richtlijnen hierover. Zo vragen ze journalisten om nooit diagnoses te vermelden wanneer die niet relevant zijn in de context, of wanneer er geen betrouwbare bronnen zijn voor die diagnoses. Ook zegt ze expliciet dat journalisten niet mogen veronderstellen dat psychiatrische stoornissen of ontwikkelingsstoornissen relevant zijn bij gewelddadige misdrijven.

Het achteloos rondstrooien van diagnoses is altijd destructief, niet in het minst voor de mensen die zich wél op het autismespectrum bevinden. In de nasleep van het verschrikkelijke drama in Californië, voltrekt zich er een al even groot drama in de huizen van menig Aspergiaan en hun families. Kinderen die nog maar net hun diagnose hebben gekregen en zich afvragen of zij behoren tot een groep van onvoorspelbare moordenaars. Ouders die ongerust zijn dat hun kinderen nog méér gepest worden en er nog maar eens een stigma bij krijgen. Tieners die door de politie ondervraagd worden op school omdat andere ouders zich zorgen maken. Kinderen die geschorst worden omdat ze op school een bom hebben getekend.

Laat dát nu net het echte gevaar zijn: isolatie, afzondering, eenzaamheid. Die donkeretwilight zone waar frustratie lustig kan wemelen en uitgroeien tot blinde haat. Kim De Gelder leefde al maanden in afzondering op een appartement zonder meubels, zonder sociale controle, alleen met zijn waanbeelden. Idem voor Adam Lanza in zijn kelder met zijn gevechtswapens en zijn plakboeken vol artikels over Columbine en andere high school shootings.

Van Elliot Rodger weten we ondertussen dat hij een seksueel gefrustreerde twintiger was, actief op bedenkelijke onlinefora en blogs zoals Pick-Up ArtistsMen’s Rights Activism en daarna PUAHate.com, dat ondertussen offline blijkt te zijn. Dit zijn stuk voor stuk uitgesproken misogyne fora waar mannen hun beklag doen over vrouwen die hun het recht op seks niet gunnen. U leest het goed: dit zijn mannen die ervan overtuigd zijn dat seks met vrouwen een recht is, en dat onaantrekkelijke vrouwen geen functie hebben. Let op: doorklikken op eigen risico want wat u te lezen krijgt, is bijzonder verontrustend.

Misschien is het tijd dat we ons vragen gaan stellen bij snelnieuws dat veel te kort door de bocht gaat en daarmee grote brokken maakt.

Misschien is het tijd dat we ons vragen gaan stellen bij snelnieuws dat veel te kort door de bocht gaat en daarmee grote brokken maakt. Vragen over hoe een maatschappij het toelaatbaar vindt om vrouwen als objecten te beschouwen en mannen die dat ziekelijk letterlijk nemen, laat gedijen. Vragen over diep getroebleerde jongemannen die maandenlang geïsoleerd zitten te broeden terwijl ze dringend psychiatrische hulp nodig hebben. Vragen over hoe die jongemannen überhaupt in dat isolement zijn geraakt.

Ondertussen is het wachten op berichten in onze nationale kranten waar de eerder gestelde huis-tuin-en-keukendiagnose wordt ingetrokken, mét excuses aan de Asperger-gemeenschap.

De eerste krijgt van mij een like en een share.

 

Deze bijdrage verscheen op charliemag.be

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!