Pablo Iglesias van Podemos (midden)
Sven Tuytens

Europese verkiezingen in Spanje: afkeer voor traditionele verdeling van de macht

De traditionele partijen lijden in Spanje een historische nederlaag. De regerende Volkspartij (Partido Popular) verliest acht zetels, de Spaanse socialisten (PSOE) negen zetels en Podemos, een partij die amper vier maanden campagne voerde, wint vijf zetels. Het vertrouwen in de grote partijen is weg, Spanje stemt voor verandering.

maandag 26 mei 2014 18:48
Spread the love

De Spaanse kiezer heeft tijdens deze verkiezingen blijk willen geven
van een diepe afkeer voor het tweepartijenstelsel. De conservatieve
Volkspartij (Partido Popular) en de Spaanse socialisten (PSOE) die
sinds het einde van de dictatuur van Franco afwisselend regeren,
halen samen niet eens de helft van de stemmen, terwijl dat vroeger
meer dan 80 procent was. Samen verliezen ze 17 zetels en dat is één
zetel meer dan het resultaat van de Partido Popular die het ondanks
haar neoliberale politiek toch nog altijd beter doet dan haar
traditionele rivaal, de PSOE. Veel Spanjaarden zouden het woord
rivaal vervangen door partner, want het eigenbelang van de PP en PSOE
blijkt belangrijker te zijn dan de kiezers die ze vertegenwoordigen.
Het bewijs is dat ze met de gedachte spelen van een mogelijke PP-PSOE
coalitie. Een zet om hun jachtterrein af te bakenen en al de nieuwe
stropertjes buiten te houden.

Izquierda Unida, de derde politieke formatie van het land
verdriedubbelt haar aantal zetels en stuurt 6 volksvertegenwoordigers
naar het Europees Parlement. Een mooie vooruitgang, maar in stilte
had deze partij toch beter verwacht. In totaal sturen tien
verschillende Spaanse partijen hun vertegenwoordigers naar Brussel.

De stem van de indignados

Podemos (Wij kunnen) is de grote winnaar van de Europese verkiezingen
en bewijst dat een nieuwkomer er in kan slagen om de vierde politieke
macht in Spanje te worden.

Toen zondagavond de resultaten bekend werden gemaakt ging alle
aandacht naar Pablo Inglesias, een jonge universiteitsprofessor en
leider van Podemos, een burgerpartij die in Madrid en Asturias zelfs
de derde politieke partij wordt. Volgens de strijdvaardige Iglesias
is dit nog maar het begin: “Onze partij werd geboren om korte
metten te maken met de regerende kaste.” Tegelijk roept hij op tot
kalmte en noemt de resultaten “redelijk goed”. Volgens Iglesias
is het doel nog niet bereikt want: “de politieke kaste blijft aan
de macht en de gedwongen huisuitzettingen gaan gewoon door.” Daarom
zal Podemos begin 2015 deel nemen aan de volgende algemene en
gemeenteraadsverkiezingen.

Tegen de Troika en Merkel

Het eerste wat Iglesias in Brussel wil doen is de andere
Europarlementsleden ervan overtuigen om hun salaris tot 1 900 euro te
verlagen, of het driedubbele van het minimumloon in Spanje.

Wie zich afvraagt waar de stem van de indignados was gebleven, zal ze
nu in het Europees Parlement horen. “Wij zeggen wat de sociale
bewegingen zeggen. Dit is het moment om het volk te verdedigen en
neen te zeggen aan de Troika en Merkel.”: zegt Iglesias.

Zondag trok minder dan de helft van alle stemgerechtigde Spanjaarden
naar de stembus. Volgens Iglesias is dat omdat de Spanjaarden niet
langer in hun politici geloven. Hij gelooft dat er verandering komt.

Wanneer hem gevraagd wordt om te reageren op de sterke stijging van
extreem rechts in Europa zegt hij: “Als we iets uit de geschiedenis
van ons land kunnen leren, dan is het dat men tegenover het fascisme niet
tolerant mag zijn. Daarom verdedigen we de democratie en de waarden
waarop Europa wil bouwen.”

Geen feest voor de winnaar

Al verklaarde de Partido Popular zichzelf zondagavond als winnaar van
deze verkiezingen, toch was de ontgoocheling in de rangen van premier
Mariano Rajoy duidelijk op de gezichten te lezen. De sfeer was zo
slecht dat het geplande feest op het hoofdkwartier geannuleerd werd.
Het balkon dat de kopstukken van de Partido Popular gebruiken om hun
partijgenoten toe te spreken werd om middernacht, een uur na de
bekendmaking van de resultaten gedemonteerd. Op straat stonden er zes
beteurderde feestvierders toen techniekers de spots doofden.

De Europese verkiezingen betekenen een nooit eerder geziene opdoffer
voor de twee traditionele partijen. Dit maakten ze nooit eerder mee.
PP en PSOE, halen amper 7,5 miljoen stemmen, terwijl de Partido
Popular tijdens de laatste algemene verkiezingen op haar ééntje 11
miljoen stemmen wegkaapte.

De grote partijen hebben er alles aan
gedaan om zo’n opdoffer te verdienen: een duizelingwekkende en
oneindige reeks corruptieschandalen waarop beide partijen reageren
alsof er niets aan de hand is. En dan heb je al die rechters die
plots van corruptiezaken gehaald worden wanneer ze een iets te veel
ijver aan de dag leggen.

Voor de PSOE zijn 14 zetels het slechtste
resultaat uit haar geschiedenis. De kiezers die de PSOE de rug
toekeren zoeken een partij die de belangen van mensen, in plaats van
de belangen van eigen partij voorop stelt. Het duurde zondag een hele
poos voor Valenciano, de voorzitster van de Spaanse socialisten met
een verklaring voor de proppen kwam. Ze gaf toe het tijd is dat het
partijbestuur nu maar eens “diep gaat nadenken”.

Onafhankelijk Catalonië

In
Catalonië stoten de links-republikeinen van Esquerra Republicana
(ERC) de rechtse Convergència i Unió (CiU) van Artur Mas van de
troon. Met 23,67 procent van de stemmen behaalt ERC een indrukwekkende
overwinning. Partit dels Socialistes en Partido Popular zijn de grote
verliezers. De deelname aan de verkiezingen ligt opvallend hoger in
Catalonië dan in de rest van Spanje.

De
overwinning van Esquerra Republicana volgt op een campagne die in het
teken stond van het onafhankelijkheidsdebat dat in Catalonië
centraal staat. De nationalistische partijen willen op 9 november een
volksraadpleging organiseren om aan de Catalanen te vragen of ze zich
willen afscheiden van Spanje. De nationalisten hebben er tijdens deze
campagne bij de kiezers op aangedrongen te stemmen om de aandacht van
de Europese Unie op het Catalaans onafhankelijkheidsproces te
vestigen. De oproep heeft gewerkt want de deelname steeg met meer dan
tien punten (47,6 procent). In 2009 was dat 36,9 procent.

De
vraag is of Artur Mas zich nu nog de absolute leider van het
Catalaanse onafhankelijksproces kan noemen?

Zondag
minimaliseerde Mas zijn nederlaag: “Deze verkiezingsuitslag staat
ten dienste van het referendum van 9 november en de institutionele
stabiliteit van Catalonië. Deze stabiliteit staat garant voor de
goede werking van het referendum.”

Voor
Catalonië wordt de volksraadpleging van 9 november de volgende stap.
Volgens de Spaanse grondwet is zo’n raadpleging onwettig. In
Catalonië sleutelt men nu aan een manier om de grondwet te omzeilen.
Want de nationalistische partijen zijn het er over eens dat de
uitslag van die volksraadpleging hen in staat zal stellen om vanuit
een sterke positie met Madrid te onderhandelen.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!