Over de stigmatisering van werkzoekenden in tijden van crisis
Karen Wulgaert

Over de stigmatisering van werkzoekenden in tijden van crisis

In deze bittere tijden van politieke debatten en de ultieme strijd om de kiezer, maak ik me zorgen over onze toekomst, zeker als ik sommige partijprogramma’s en congresteksten lees.

woensdag 21 mei 2014 10:05
Spread the love

DeWereldMorgen.be

Ik
ben werkzoekend sinds half december 2013, vandaag exact vijf
maand. Ik solliciteer keihard, netwerk er op los, ga naar jobbeurzen,
ik maakte zelfs een website Karen
zoekt werk

om mijn jobhunt kracht bij te zetten. Voorlopig zonder positief
resultaat, want overal bots ik op gesloten deuren, nergens zijn er
plaatsen vrij.

Voor
elke vacature zijn er honderden kandidaten die hunkeren naar die ene
plek, die hunkeren naar jobzekerheid en een menswaardig inkomen. Hoe
hard ik ook mijn best doe en solliciteer, toch word ik door de
publieke opinie beschouwd als een profiteur, als iemand die niet wil
werken, want de alom bekende leuze luidt: ‘Wie wil werken, vindt
werk’. Dat is een van de meest simplistische en banale antwoorden
die je kan geven aan iemand zonder werk.

Werkzoekenden
worden vandaag zonder schroom door het slijk gehaald, als oorzaak
gezien van alle problemen, een zoet lokmiddel om mensen achter een
ideologie te scharen. Werklozen worden bestempeld als luierikken. Ze
worden sociaal uitgesloten, neerbuigend bekeken of zijn onzichtbaar,
enkel nog goed om gratis gemeenschapswerk uit te voeren, want hallo,
ze krijgen zomaar een uitkering. De werkelijkheid is dat velen
ongelijke kansen hebben en dat ze financieel aan de grond genageld
worden. Het beeld dat iedereen die werkloos is een hoge uitkering
ontvangt, is al jaren achterhaald.

Mijn
uitkering bedraagt 19,37 euro per dag sinds dag 1 van werkloosheid.
Ja, ik ben een profiteur. Mijn werkloosheidsuitkering
(forfaitair, 503,62 euro als samenwonende) ligt zelfs onder het
leefloon
voor samenwonenden (544,91 euro). Sinds december 2011 was ik non-stop
aan het werk, ik deed met plezier vele overuren, verre verplaatsingen
en ik werkte soms tot diep in de nacht om deadlines te halen.

Maar
tijdelijke contracten en vervangingscontracten, die niet voltijds
vergoed worden, geven geen recht op een volledige uitkering, zeker
niet wanneer je als eens werkloos was. Dan moet je terug rechten
opbouwen. Creativiteit, enthousiasme en extra inspanningen zijn
helaas onzichtbaar voor de bureaucratie.

De
vinger op de verkeerde wond

Het
probleem is niet dat mensen niet willen werken, maar wel de aanhoudende
economische malaise waarin Europa zich bevindt. Bedrijven kunnen
amper vernieuwen en rekruteren. Torenhoge lasten houden ondernemingen
en organisaties dan weer gegijzeld in hun eigen wereld.

Ons
sociaal zekerheidssysteem en tewerkstellingsbeleid manken, dat is
zeker. De Belgische en Vlaamse regeringen hebben op dit vlak gefaald.
Wat men ook beloofde, men kon de voorbije jaren geen nieuwe jobs
creëren, geen bedrijven in het land houden, geen lasten verlagen.
Maar de meest kwetsbare maatschappelijke groepen daarvoor afstraffen?
Neen, dat is niet de oplossing beste politieke leiders van morgen.
Doe iets concreets en tastbaars, want er gaat op dit moment zoveel
talent verloren.

Ik
kijk om me heen en zie jongeren, leeftijdsgenoten en ouderen die staan
springen om te werken. Net als ik willen ze zich ontplooien en nuttig
voelen, maar keer op keer worden we neergehaald en publiekelijk
bestempeld als zwakkelingen, alsof het onze schuld is dat er
onvoldoende werk is. Dat knaagt en doet pijn. Wij zijn mensen van
vlees en bloed die ’s nachts wakker liggen van financiële zorgen
en een onzekere toekomst. De harde campagnevoering met stigmatisering
van werklozen legt de vinger op de verkeerde wonde. Zien jullie dat
niet? Het land bloedt gewoon verder.

De
psychologische impact van werkloosheid is niet te onderschatten. Na
een tijd voel je je (onterecht) minderwaardig. Met hart en ziel
schrijf je motivatiebrieven, neem je deel aan de strengste
selectieproeven en gesprekken. Wachtend op een positief antwoord, op
een verlossend telefoontje of e-mail. Tot de afwijzing komt en je
weer van nul af aan kan beginnen en je jezelf moet oprakelen. ‘Niet
opgeven, niet opgeven’ stamel je tegen jezelf terwijl je je tranen
bedwingt.

Straffen en belonen als
activeringsmiddel

Extreme
neoliberale voorstellen die leiden tot sociale achteruitgang met
blijvende littekens, ik huiver ervan. Met mensen genadeloos straffen
los je niets op, zelfs al ontvang ik geen overheidssteun, de
jobafwijzingen blijven binnen stromen. Ook al is mijn cv perfect,
word ik intensief begeleid, gecoacht en volg ik
sollicitatietrainingen: als er onvoldoende vacatures zijn voor iedere
werkzoekende, zal de werkloosheid niet dalen.

IJle
beloftes voor de werkende mens worden dan weer duchtig rond
gestrooid: ‘Wij zullen de werkende Belg belonen, want wie werkt
moet extra gestimuleerd worden. Dat verdient een applaus, u bent niet
lui of mak. U bent een winnaar die in de watten gelegd moet worden
met een financiële boost en belastingverlaging. Dat zal de werkloze
leren, ze moeten maar werk vinden.’ (wat een onzin)

De
kloof tussen sterke en zwakke burgers, tussen schijnbaar goed en
slecht, arm en rijk, zal zo nog meer vergroten. We worden
stelselmatig opgedeeld in twee grote groepen, twee klassen waarbij
het groeiende ongenoegen en de afgunst jegens je medemens de
drijfveer is voor een kille, asociale samenleving. Dat is niet mijn
toekomstbeeld. Meer dan ooit moeten we elkaar helpen en steunen.

Geef ons kansen, geef ons jobs

Ondertussen
slinkt mijn spaarrekening zienderogen terwijl onze hypothecaire
lening om een afbetaling schreeuwt. Binnenkort kraken ze mij naast
financieel ook mentaal, maar ik verzet me. Mijn partner en ik behoren
nu al tot de steeds groter wordende groep van mensen met
armoederisico.
Ons gezamenlijk inkomen zou één loon moeten zijn. Ons leven staat
zo goed als stil, we kunnen ons aangekocht huis niet renoveren, geen
gezin stichten, niet op vakantie gaan of iets extra kopen. Alleen het
broodnodige. Koopkracht onder het vriespunt. Hallo economie? Juist,
ik ben onzichtbaar.

Het
enige wat ik kan doen is blijven vechten en ervoor gaan. Ik blijf
solliciteren met de hoop dat ik binnenkort voltijds aan de slag kan
en deze nachtmerrie eindelijk voorbij is. Werkloos zijn ben je echt
niet voor je plezier.

Ik wil nog één
oproep doen aan onze leiders in spe: geef ons kansen, geef ons jobs
en laat alsjeblief die loze beloftes achterwege. Met belonen en
straffen drijf je de ongelijkheid alleen maar op. Lees het boek
Capital
in the Twenty-First Century

van Thomas Piketty en kom dan terug met een realistisch programma
waarbij iedereen kan groeien, zowel je burgers, je economie als haar
welzijn.

CV: Karen zoekt werk

Karen
Wulgaert (°1985, Gent)
behaalde
een Master Grafisch Ontwerp, een Postgraduaat Tentoonstelling en
Beheer van Actuele Kunst en een Lerarenopleiding van academisch
niveau. Projectmatig deed ze werkervaring op bij verschillende
hedendaagse kunstenaars, galeries, musea en bij culturele
organisaties. Ze startte recent een reflectieblog over cultuur en
maatschappij. En publiceerde onlangs haar visie over de harde
aanpak van werkzoekenden in verkiezingstijd.

take down
the paywall
steun ons nu!