Analyse, Cultuur -

Cijferillusionisme als cultuurbeleid

Volgende week wordt cijferweek: dan zijn alle partijprogramma’s op hun haalbaarheid nagerekend. Maar laten we ons op voorhand toch maar al schrapzetten tegen cijferillusionisme: het verschil tussen het wereldbeeld dat ons met getallen wordt voorgehouden en de eigenlijke werkelijkheid die zo wordt toegedekt.

vrijdag 9 mei 2014 10:07
Spread the love

Een treffend voorbeeld
daarvan vinden we in het in cultuurbeleid. Voormalig Cultuurminister Bert
Anciaux had de luxe op post te zijn in de periode nog voor de bankencrisis,
waardoor hij via een significante budgetverhoging inhoudelijke kritiek op zijn
beleid de wind uit de zeilen kon nemen. Want wie kan er nu boos zijn op
sinterklaas?

Joke Schauvliege
daarentegen kwam aan zet in juli 2009, op een moment dat de kaalslag op cultuur
elders in Europa al flink op gang kwam. Als uittredend Cultuurminister wil zij
nu de geschiedenis ingaan als de ijverige boekhoudster die er toch maar in slaagde om in tijden van crisis voor een budgetverhoging te
zorgen. Ze plakt er in menige verklaring zelf een getal van drie miljoen euro op.

Hoger
of lager?

Meer of minder middelen,
het hangt er maar vanaf met wat je vergelijkt. Helaas wordt Schauvlieges goede nieuws
compleet tegengesproken door de cijfers op de website Cultuur
van de Vlaamse Overheid
. Het budget voor cultuur
in 2009 bedroeg 453.648.000 euro, op een totale Vlaamse begroting van 27.513.819.000
euro. Omgerekend was dat 1,6 procent voor cultuur. In 2013 bedraagt het cultuurbudget
445.720.000 euro, op een totaal van 27.256.002.000 euro. Opnieuw in verhouding
1,6 procent.

Je hoeft geen
rekenwonder te zijn om vast te stellen dat het cultuurbudget sinds 2009 met acht
miljoen euro is gedaald. De verhouding tot het totale budget, dat ook daalde,
bleef weliswaar stabiel. Maar los van het feit dat dit neerkomt op minder
middelen, moeten we in rekenschap brengen dat de cultuursector intussen
onvermijdelijk systematisch duurder is geworden door de stijging van de
levensduurte alsook de uitbreiding aan taken en initiatieven.

Voor de
cultuursector speelt daarbij de zogeheten wet van Baumol: de relatieve kosten
kennen een opwaartse tendens. Bij een industriële productie, bijvoorbeeld, kan
dankzij automatisering en arbeidsdeling de kostprijs per eenheid dalen bij een
stijgende productie. Voor de sector van kunst en cultuur geldt doorgaans het
omgekeerde: grotere productie vereist daar evenredig meer volk. Slotsom: de cultuursector is sinds 2009 niet meer geïndexeerd.

Cultuur
in coma

Desondanks stellen we
vreemd genoeg vast dat heel wat Vlaamse cultuurmanagers er gerust in zijn: er
is geen reden tot paniek want het budget “is er toch net op vooruitgegaan”?
Meer nog: wie erop wijst dat overal in Europa fors bespaard wordt op kunst en
cultuur, of dat in Vlaanderen steden en gemeenten dit jaar maar liefst tien procent
besparen op cultuur, wordt al eens weggezet als een agitator, als iemand met
een linkse politieke agenda.

De realiteit van de
cultuurcijfers is nochtans ontluisterend. Naast het Vlaamse budget, pakweg 40
miljard euro, is er het federale budget van circa 100 miljard euro
(inclusief sociale zekerheid). Tegenover die twee budgetten vertegenwoordigt het
cultuurbudget van ongeveer 460 miljoen amper 0,3 procent.  

Toch reproduceren politici, wellicht om zichzelf zo het
imago van goede manager aan te meten, de vooroordelen tegen de “culturo’s”: dat
de subsidieslurpers in de hoek van de kunsten zitten, dat er daar veel vet op
de soep zit, en dat de sector sowieso kwistig en inefficiënt met middelen omspringt.

De waarheid ligt daar
ver van: als wij onze ambities inzake kunst en cultuur echt willen waarmaken,
moeten we dat budget eigenlijk verdubbelen. Politici kunnen, zeker in
verkiezingstijd, heel lyrisch doen over kunst en cultuur. Maar de nodige
ondersteuning voorzien, is blijkbaar onbespreekbaar.

Met als gevolg dat heel
wat sectorleden inderdaad keer op keer moeten herhalen dat zij eigenlijk niet
de middelen hebben om echt te realiseren wat van hen wordt verwacht. Het
pijnlijke gevolg is dan dat de sector het imago krijgt altijd maar over centen
te zeuren – het handje ophouden.

Prioriteiten

De realiteit is dat veel
kunstenaars amper of niet betaald worden, dat heel wat cultuurhuizen elke
eurocent omdraaien en op stagairs en vrijwilligers moeten rekenen voor de
primaire werking, met tijdelijke contracten werken, van subsidieronde naar
ronde in onzekerheid leven en zich daarom geen ondernemerschap in functie van
de lange termijn kunnen permitteren, hoewel dat wel van hen wordt verwacht.

Of
dat ze vooral veel tijd en geld verliezen aan doorgaans onzinnig
evaluatiemanagement dat de overheid hun oplegt, in de geest van New Public
Management uit de jaren 1990, dat ervan uitgaat dat overheidsinstanties als
bedrijven gerund moeten worden. We weten intussen op welke bonuscultuur dat is uitgedraaid bij De Post, ASLK, NMBS. 

Omdat men
simpelweg niet het volk in dienst heeft om die administratie allemaal zelf te
doen, besteden cultuurhuizen dat planningswerk uit aan prijzige studiebureaus
en consultants. Een flink aandeel van de schaarse middelen gaat zo verloren
voor de overbodige interne boekhouding van de overheid.

Scoren

De harde realiteit
achter het cijferillusionisme is dus dat cultuur op de schopstoel zit, al
besteden we er minder dan 1 procent aan. Met cultuur kan je blijkbaar in tijden van
verkiezingen niet scoren.

Open VLD wil wel 5 miljard subsidies voor bedrijven
vrijmaken, een verkiezingsbelofte die goed is voor tienmaal het totale
cultuurbudget. En dat boven op de vele miljarden aan fiscale voordelen en
subsidies voor vooral de grote bedrijven.

Pieter De Crem,
partijgenoot van onze Cultuurminister, pleit voor de aankoop van veertig nieuwe
straalvliegtuigen, in lijn met de afspraken die eigenlijk reeds met de NAVO
zijn gemaakt. Geschatte
kostprijs
: 6 miljard euro.

Gerard Mortier antwoordde
ooit op de persconferentie naar aanleiding van het begin van de eerste
Ruhrtriënnale op de vraag van een journalist “of dat allemaal niet een beetje
te veel kost”: “Mijnheer, weet u hoeveel één Amerikaanse tank in Irak kost?
(De Amerikaanse invasie in Irak was toen net begonnen.) Weet u wat ik
zou kunnen doen met het geld van één kruisraket? Waar wilt u dat een
maatschappij in investeert? In kruisraketten of in Cultuur?”

Tot slot, of N-VA in de
volgende regering zit, dat zal 25 mei uitwijzen. Dat Open VLD en CD&V wél
van de partij zijn, daar kunnen we eigenlijk al van uitgaan. We weten ook bij
welke cijfers zij de prioriteiten leggen. Wie voor kunst kiest, kiest dus best
kritisch.

Robrecht Vanderbeeken is
filosoof, lid van de Vooruitgroep en dramaturg bij Victoria Deluxe.

take down
the paywall
steun ons nu!