‘Er was eens een jonge vrouw die er prat op ging dat
ze haar
weg helemaal zelf had gemaakt. Ze was immers
grootgebracht
in wat indertijd een “gebroken” gezin werd genoemd,
ze woonde in een sociale woning en ze werkte als
jobstudente voor haar zakgeld en om haar studies te betalen. Die weg bracht haar uiteindelijk op een belangrijke positie: OCMW-voorzitster én schepen van Sociale Zaken, Wonen, Diversiteit en Inburgering, Samenlevingsopbouw en
Loketten
van de grootste stad in Vlaanderen.’
Dat
is alles wat er aan biografische gegevens over mevrouw Homans in mijn
boek Thatcher aan de Schelde staat.
Al bij al drie regels. Het zijn zaken die ze zelf tijdens haar vele
interviews ter sprake bracht; alle andere verwijzingen betreffen haar
optreden als politica en dus als publieke figuur. Wie het boek koopt
om meer over haar jeugd te weten te komen, moet ik dus teleurstellen;
die is op andere lectuur aangewezen. Ik weet dat ik hiermee de
verkoopcijfers van Thatcher aan de Schelde geen goed doe, maar
de waarheid heeft ook haar rechten.
Mijn
boek is dus geen aanval op de persoon van mevrouw Homans; het gaat
over het beleid dat ze voert. Het mag dan wel een uitgekiende
strategie zijn om kritiek op dat beleid als persoonlijke aanvallen
aan te klagen; dat brengt ons geen stap verder op weg een beter
sociaal beleid voor Antwerpen. Want, zoals ik als opdracht schreef in
het exemplaar dat ik haar gaf na het debat in Terzake: ‘Du choc des
idées jaillit la lumière’ (Boileau).
Maar dan moet het natuurlijk over ideeën gaan…
Droom
Dat
ik mijn boek inleid met een ‘sprookje’, gebeurt welbewust. Voor
veel te veel beloftevolle jongeren blijft het inderdaad een droom om
hun dromen waar te maken, omdat ze veel te veel hinderpalen moeten
overwinnen. En wie wél slaagt, werd daarbij geholpen door allerlei
voorzieningen in onze samenleving, zoals kinderopvang, vrijwel gratis
onderwijs vanaf de peutertuin, een hele waaier aan sport- en
spelfaciliteiten, bibliotheken, theaters en musea, kinderbijslag,
sociale uitkeringen voor de kostwinners als die niet aan het werk
kunnen, goedkope gezondheidszorg, behoorlijk openbaar vervoer en
sociale huisvesting. Het is dus nooit op eigen kracht dat je
succesvol bent, evenmin als alles wat er misloopt je eigen schuld is.
Maar mevrouw Homans gaat er prat op dat zij alles op eigen houtje
heeft bereikt en dat anderen dat dus ook maar moeten kunnen. Daarmee
ontkent ze het licht van de zon: dat ze – net als ik, overigens –
een kind is van de ‘welvaartsstaat’.
Het
uitgangspunt van mijn boek is dan ook: dat we meer zorg moeten
besteden aan het hele stelsel van sociale voorzieningen dat na de
Tweede Wereldoorlog tot stand is gekomen, dat ons zovele kansen heeft
geboden en dat nu van alle kanten onder vuur ligt. Hoe belangrijk die
voorzieningen zijn voor onze persoonlijke en collectieve welvaart,
welke impact ze hebben op ons dagelijkse leven, zal pijnlijk
duidelijk worden wanneer ze verder worden uitgehold. Maar dan is het
natuurlijk te laat.
Het
is mijn vrees dat dit staat te gebeuren: vandaag in Antwerpen, morgen
in Vlaanderen. Dat is de reden waarom ik dit boek schreef.
Polemisch
Ik verwerp
inderdaad het ‘rechten- en plichtenverhaal’ zoals het Antwerpse
stadsbestuur en N-VA het zien; daarin heeft mevrouw Homans gelijk.
Het boek dat ik daarover schreef is meer dan een politiek pamflet.
Het is polemisch, dat wel, maar stevig onderbouwd door
cijfermateriaal, literatuur en uitspraken van de belangrijkste
protagonisten van het debat. Voor alles wat erin staat, worden de
bronnen vermeld (150 voetnoten op het einde, plus uitvoerige
bibliografie). Daarmee kan de lezer(es) uitmaken of uitspraken van
mezelf zijn of dat ik anderen citeer. Vooraleer in het wilde weg naar
het boek te trappen, zou men er dan ook best aan doen om het boek
helemaal te lezen, de wat moeilijkere stukken inbegrepen. Dat blijken
een aantal beweringen van mevrouw Homans van elke grond ontbloot.
Zo
zou ik haar verwijten dat ze het leefloon in Antwerpen niet verhoogt.
Iedereen die er iets van afweet, en ik dus ook, weet dat dit een
federale materie is en dat Antwerpen zelf daaraan niets kan doen. Is
het een (on)bewuste foute lezing van een zin op p. 72 waarin ik, Nick
Mouton parafraserend, verwijs naar de laattijdige bijsturing van het
programma van de N-VA met een punt over de ‘verhoging van de
leeflonen (onder voorwaarden) en de allerlaagste lonen’?
Bronnen
In
een recente open tribune in De Standaard past ze deze beproefde
techniek nog eens toe. Zo zou ik schrijven dat ‘het OCMW mensen die
in het bezit zijn van een wagen een leefloon zou weigeren tot ze die
verkocht hebben’ en dat ‘het OCMW eerst (zou) eisen dat je je
huis opleeft, voor je in aanmerking komt voor een leefloon’. Voor
haar vormt dit een illustratie dat ik grijp naar ‘onvolledige
citaten’. Dat doet u, mevrouw Homans. Ik citeer hier namelijk uit
een stuk van Dirk Van Duppen en ik voeg er daar, in de
voorwaardelijke wijs, aan toe dat ‘ik vrees dat de beschrijving van
Dirk Van Duppen op DeWereldMorgen.be er niet ver naast is’. Correct
omspringen met haar bronnen zou een historica sieren.
Er
staan heel wat cijfers in mijn boek, maar er kunnen er zeker nog bij.
Zoals gegevens over een aantal realisaties waarop mevrouw Homans prat
gaat: dat er veel meer middelen naar het middenveld gaan en dat het
budget van het OCMW tijdens deze legislatuur met 25 procent, dat is met zo’n
4 procent per jaar, zal stijgen. Maar een eerste blik op de geplande
ontwikkeling van de uitgavenposten van het OCMW (een bijzonder
ingewikkeld budgetmodel) over de periode 2014-2019 vertelt me dat de
uitgaven voor een aantal relevante posten sociaal beleid wel
enigszins achterblijven bij die 25 procent. Voor de posten
gezondheidsaanbod, maatschappelijke integratie & ontplooiing
(waaronder financiële hulp) en werk en activering is er een stijging
– over de hele zes jaar – tussen 6 procent en 8 procent; net niet genoeg om
gelijke tred te houden met de inflatie. Voor de prioritaire
doelstelling ‘De sociale grondrechten van alle Antwerpenaren en in
het bijzonder van mensen in armoede zijn gegarandeerd’ daalt het
budget tussen 2014 en 2019 zelfs met meer dan een miljoen euro (van
10.038.524 euro naar 8.911.969 euro). Waaraan wordt die stijging dan
wel besteed?
Maar
over cijfers wil ik het binnenkort wel eens uitvoeriger hebben.
Boekvoorstelling
Thatcher aan de Schelde,
29-04-2014 · Universiteit Antwerpen aula R.004, Rodestraat 14, 2000
Antwerpen, 20 uur · inkom gratis. Met inleiding door Bea Cantillon
en interview met Jan Vranken door Lex Molenaar.