(foto archief Wim Goossens)
Opinie -

“Roma zijn ook mensen”

Als er vandaag krantenartikels verschijnen met als titel “Roma-experiment is mislukt” met een ondertoon die suggereert dat er met “die Roma” niets te beginnen valt, dan is dit een kaakslag voor de vele ondersteuners die deze nieuwe migranten in Gent wel perspectief proberen te bieden.

vrijdag 25 april 2014 11:06
Spread the love

“Turken zijn ook mensen!” stond er op
een banner tijdens een actie van de toenmalige Wetswinkel aan een
kraakpand einde de jaren ’70. De crisis die zich vervlocht met de
migratiekwestie bracht een belangrijk kantelmoment in de tijd. De
tijden waren anders, met een grotere beschikbaarheid van betaalbaar
patrimonium (woningen) door de stadsvlucht en beschikbare jobs.

Heel
wat militanten van de Wetswinkel zouden later in de SP.a
terechtkomen. De praktijkkennis die ter plaatse werd gesprokkeld,
werd omgezet in beleidspraktijk wat later het armoedebeleid van de
jaren ’90 zou versterken.

Vandaag staan we opnieuw op zo’n kantelmoment.
We leven in een superdiverse stad. Migratie daagt onze manieren van
denken en handelen inzake integratie uit. Ook vandaag moeten we leren
uit vernieuwende praktijken om met die superdiversiteit te leren
omgaan.

Al vieren we 50 jaar migratie alsof we iets hebben geleerd
uit die moeilijke decennia, toch staan we terug voor een kraakpand
(nu in de Muide), met nieuwe migranten (Slowaakse Gentenaars). De
vraag is of we iets geleerd hebben, en of we bereid zijn er iets uit
te leren?

Als er vandaag krantenartikels verschijnen met als
titel “Roma-experiment is mislukt” met een ondertoon die
suggereert dat er met “die Roma” niets te beginnen valt, dan is
dit een kaakslag voor de vele ondersteuners die deze nieuwe migranten
wel perspectief proberen te bieden. De grote blokgeletterde koppen in
kranten slaan de betrokken organisaties letterlijk met
verbazing.

Nooit kwam er iemand van het Gentse stadsbestuur of het
OCMW in het gekraakte pand langs. De dialoog met politici bleef stug.
En toch wordt er een vals beeld opgezet over “De Stad” versus
“het middenveld”; vooral met de boodschap dat die laatsten aan de
zijlijn bleven staan. Wij willen een ander verhaal, een andere
insteek en we maken een andere evaluatie, gebaseerd op een meer
gelaagde analyse.

De superdiverse stad

Migratie is een meerschalig fenomeen.
Verantwoordelijkheden liggen op verschillende schaalniveaus van
Europa tot de steden. In de eerste plaats is het voor ons duidelijk
dat het gehanteerde beleid van Europa is mislukt. De woorden
vooruitgang en ontwikkeling en het recht op een menswaardig leven
voor elke inwoner blijken al vlug holle retoriek.

Maar ook andere
beleidsactoren ontvluchten hun verantwoordelijkheid: de federale
regering wanneer het armoedebestrijding en de aanpak van dakloosheid
en grote leegstand betreft, het
falende Vlaamse integratiebeleid en de Vlaamse ‘roma-aanpak’, de
stedelijke overheden die de problematiek liever wegduwen in plaats
vangedurfde experimenten op te zetten. De verantwoordelijkheid die de
4 VZW’s en betrokken actoren namen, is een mooie vorm van
verantwoordelijkheid afschuiven, die een complex zorgverhaal
privatiseert.

We leven de facto in een tijd en stedelijke ruimte
die we als ‘superdivers’ benoemen. Dat wil zeggen dat er geen
vast omlijnde groepen zijn. De diversiteit binnen de diversiteit
neemt toe tegen de achtergrond van globalisering. Superdiversiteit
wordt gekenmerkt door geringe standvastigheid, snelle wissels, grote
veranderlijkheid, een grote verscheidenheid waardoor meerderheden
veranderen in minderheden.i

Lineaire geijkte integratietrajecten vanuit de marge naar het centrum
verdwijnen, en worden vervangen door constante veelzijdige
integratietrajecten en- strategieën vanuit een veelheid van
ruimtes.ii
Wat ons boeit is de vraag: “wat hebben we nu geleerd?” en “wat
zou er moeten gebeuren?”. Die bezorgdheid wordt zowel in het
middenveld als de stadsdiensten gedeeld, zo bleek op meerdere
vergaderingen.

Vijftig tinten grijs

De ‘overeenkomst bezetting ter bede’, een
woonovereenkomst tussen verhuurder en huurder, is eind augustus 2013
afgesloten en eindigt op 30 juni 2014. Daarmee kwam er een
bezettingsovereenkomst tussen vier vzw’s (Samenlevingsopbouw Gent,
Victoria Deluxe, ROCSA en Vluchtelingenwerk Gent) en het CAW voor
“het Klooster” op de Meulesteedsesteenweg. De meeste bewoners van
het Klooster zijn afkomstig van Slovakije, meer bepaald de Stad
‘Kosicé’. Gemakshalve worden ze ‘Roma’ genoemd.

Elias
Hemelsoet beschrijft de groep: “Bij de Slowaakse Roma gaat het
in de meeste gevallen om grote families, met gezinnen met tot meer
dan tien kinderen. De scholingsgraad is vaak erg laag en het betreft
overwegend sociaal sterk achtergestelde groepen die in Slowakije een
sociale onderklasse vormen. Ze brengen ervaringen van extreem racisme
en verregaande uitsluiting mee uit herkomstlanden, wat hun wantrouwen
in de burgersamenleving groot maakt. Een groot deel van hen woont in
erbarmelijke omstandigheden, niet zelden met verschillende families
samen, in kraakpanden die niet altijd van stromend water,
elektriciteit en verwarming voorzien zijn. Toch omschrijven velen van
hen die toestanden als beter dan de situatie waar ze vandaan komen,
meestal Lunik IX (het grootste Romagetto van Europa, nabij Kosice) of
nabijgelegen dorpen
”. (Uit: Hemelsoet, p. 9).

De groep zwerft tussen de 6 en 10 jaar rond in
Gent, en trekt van kraakpand naar kraakpand. Telkens wachten ze de
ontruiming en/of uitwijzing af. De kosten voor ontruiming,
gerechtskosten, mislukte integratiepogingen en sociale interventies,
overlastbestrijding, … kosten de Stad en burger immens veel. Het
symbool van “het Klooster” als Housing First-project mag dan al
symbolisch geladen zijn, en veel sterke meningen uitlokken, het is
een gevolg van deze turbulente jaren. Het eerste Housing First-
experiment met deze groep bracht veel rust in de stad, een periode
van stabiliteit voor de bewoners.

Housing First gaat ervan uit dat
een stabiele woonsituatie rust brengt. Die rustperiode wordt gebruikt
om (enigszins aanklampend) aan hulpverlening te doen: allerhande
vormen van trajectbegeleiding naar de arbeidsmarkt, regularisatie van
papieren, opvoedingsondersteuning en schoolondersteuning werden
opgezet. De samenwerking tussen middenveldorganisaties en
stadsdiensten hebben deze mensen die tot 10 jaar rondzwerven wel
dégelijk vooruitgeholpen.

De tijdsspanne van nog geen jaar is
compleet irrealistisch. Er zijn talloze verslagen van de complexe
leerprocessen tussen stadsdiensten en middenveldorganisaties die een
gelaagde realiteit tonen, en feitelijke vooruitgang op meerdere
niveaus,die veraf staat van de evaluatie die de OCMW-voorzitter in de
kranten maakt. We brengen graag enkele nuances aan in dit
ondersteuningsverhaal.

Ten eerste is er hier geen homogene groep die
onder de noemer “die mensen” of “hét Klooster” en “dé
Roma” valt. Er zijn verschillende (deel-)gezinnen met
verschillende kwaliteiten en beperkingen. Er is vooruitgang inzake
papieren, regularisatie, adres om rechten te verkrijgen,
arbeidstrajecten die erg verscheiden zijn door hun verscheiden
status, kinderen die schoolondersteuning krijgen en nu regulier naar
school gaan,…

Ten tweede zijn de verwachtingen vanuit het beleid
om iets geslaagd of mislukt te noemen, gebaseerd op een verkeerde
inschatting van zo’n project alsook van de organisaties die in
tegenstelling tot het beleid hun verantwoordelijkheid namen.

De
oplossing die Termont en Coddens willen, is niet ‘fundamenteel’ op te
lossen op lokaal niveau omdat het bij de Gents-Slowaakse bewoners
gaat om Europese burgerschapsstatuten (E-Kaart of niet) waarmee men
niet zomaar toegang krijgt, noch tot sociale (minimum) rechten
(bijstand), noch automatisch toegang krijgt tot werk.

Wil men dus
concrete stappen vooruit maken, dan zijn er enorm veel
bureaucratische barrières en hiaten in de zoektocht naar werk en
regularisatie. Zowel de Stad Gent in hun “Instapwonen”-project,
waarvoor twee sterkere gezinnen geselecteerd werden, als het middenveld
worden daarmee geconfronteerd. De tegenstelling tussen de Stad en
middenveld die wordt opgezet door Coddens is in de praktijk veel
gelaagder. Er zijn heel wat gezamenlijke leerprocessen en gedeelde
platforms in Gent om om te leren gaan met deze ‘nieuwe’ groep
migranten met een precaire burgerschapsstatus: van POC-overleg tot
huisvestingsoverleg, tot cliëntoverleg en organisatieoverleg tussen
de Stad en vrijwilligers, enzovoort. Als er al aan sociale innovatie
wordt gedaan, dan bevindt het zich in deze uitwisseling tussen
organisaties, vrijwilligers en stadsdiensten.

Ten derde laat men in de verwachtingen van de Stad
die naar voor komen, op geen enkele manier het woord ‘discriminatie’
vallen, zowel op de reguliere huisvestingsmarkt als in het reguliere
arbeidscircuit. Dat is de verantwoordelijkheid van politieke actoren
om eindelijk een beleid met duidelijke non-discriminatie maatregelen
naar voren te schuiven.

De complexe integratie-trajecten vanuit het
Klooster

De 52 mensen in het Klooster, bestaan uit enkele
gezinnen, waarvan een 30-tal kinderen. Een deel daarvan is erg
kwetsbaar en laaggeletterd, een ander deel is wel geletterd. Op het
vlak van werken, gezondheidszorg, wonen en onderwijs werden stappen
vooruit gezet.

De enige manier waarop deze EU-burgers toegang
kunnen krijgen tot elementaire mensenrechten is door een vast
contract voor werk te hebben. In Europa is de werkloosheid nog nooit
zo hoog geweest, vandaag 19,2 miljoen mensen. Ook in Vlaanderen zijn
er 240.000 werklozen voor 46.000 openstaande vacatures. Het is dan
ook absurd om het de bewoners te verwijten dat ze geen vast werk
hebben gevonden op 9 maanden tijd.

De werkbekwame bewoners van het
pand willen werken. Velen werken ook maar steeds in zeer precaire
statuten, onregelmatig, onveilig en vaak onbeschermd. Samen met
gespecialiseerde organisaties als Groep Intro en VOKANS werd er een
traject opgezet richting opleiding, sollicitatietraining, informatie
over rechten en plichten als werknemers zodat hun kansen als
laaggeschoolde, soms laaggeletterde werknemer verhogen.

Daarnaast
gaan sommige bewoners ook op eigen houtje of met ondersteuning van
hun peter en meter solliciteren. Toch blijft werk vinden
aartsmoeilijk voor laaggeschoolde mensen die nauwelijks Nederlands
spreken en, in sommige gevallen, analfabeet zijn. De evaluatie vanuit
de betrokken organisaties is, vooral in het werken met de vrouwen,
erg positief.

Als mensen geen vaste job hebben, krijgen ze van
de overheid geen definitief maar een voorlopig verblijfsstatuut voor
drie maanden (de zogenaamde ‘bijlage 19). En als ze een voorlopig
verblijfsstatuut hebben, hebben ze geen recht op betaalbare medische
zorgen, als ze zonder papieren zijn wel maar dan hebben ze geen recht
op werk. En zo zorgt de regelgeving voor onmenselijke bureaucratische
verwikkelingen waar een gewoon en zelfs een zeer goed geïnformeerd
mens niet aan uit kan.

We geven een voorbeeld: Één gezin, man
bijlage 19, en dus geen medische kaart, was schuldenvrij. De man
krijgt een verlamming en belandt in het ziekenhuis: van schuldenvrij
naar een openstaand saldo van 3.800 euro. Bij zijn vrouw werd de
bijlage 19 ongedaan gemaakt omdat ze dringend naar een arts moest.
Het gevolg daarvan is dat ze geen domiciliëring kreeg en het gevolg
daarvan is dat ze niet bestaat voor België. De invaliditeit van
Slovakije kan niet worden overgezet naar België en zit muurvast
zolang haar man geen werk kan vinden…

Een aanvraag van een gezin
voor medische bijstand bij schulden in het UZ Gent werd door het
Gentse OCMW geweigerd, omdat de mensen zich niet hebben aangeboden
voor sociaal onderzoek. De brief was in het Nederlands, en de mensen
zijn ongeletterd. Van het hoorrecht hadden ze nog nooit van gehoord,
en niemand bracht hen daarvan op de hoogte. Dit hoorrecht houdt in
dat een maatschappelijk werker van het OCMW het gezin contacteert en
bezoekt om de genomen beslissing toe te lichten. Omdat de problemen
rond gezondheidszorg, de toegankelijkheid en betaalbaarheid zo
prangend zijn, werd ook een werkgroep huishouden opgezet waarvan de
KRAS-diensten, Kind en Gezin, Wijkgezondheidscentra, REG, OCMW en vzw
Jong betrokken zijn.

Ook wat huisvesting betreft kan men geen mirakels
verwachten. Het gebrek aan betaalbare woningen en flagrante
discriminatie maken het vandaag onmogelijk voor mensen met een laag
inkomen nog een betaalbare woning te vinden. Hier zijn het België en
Vlaanderen die al jarenlang falen door geen prijzenbeleid op de
woonmarkt in te voeren en het aanbod aan betaalbare sociale woningen
niet noemenswaardig te verhogen. Het enige alternatief is het kraken
van een woning in de hoop een adres te krijgen en vooruitgang te
boeken. Echter, het weigeren van domicilies op kraakpanden, wat in de
regel onwettelijk is, is niettemin dagelijkse praktijk in Gent.

De Stad Gent moet hier zelf dringend
noodoplossingen uitwerken. Er zijn te weinig plaatsen in de opvang
voor daklozen. De opvang voor daklozen is pas vanaf 21u toegankelijk
en dus niet geschikt voor gezinnen met kinderen. Er is veel leegstand
in Gent. Laten we van dit nadeel een troef maken en die woningen,
indien mogelijk samen met kandidaat bewoners, toegankelijk maken voor
tijdelijke bewoning door mensen in grote nood. Ervaringen uit de
Verenigde Staten, in de Amerikaanse staat Utah, leren dat het ook
vanuit beleidsoptiek interessant en efficiënt is om dakloze mensen
van huisvesting te voorzien. Naast het menselijk voordeel levert dit
namelijk ook voordeel op doordat minder uitgaven moeten gebeuren op
andere kostenposten.iii

“Roma zijn ook mensen”

Voortdurend worden sterke meningen geuit over deze
groep, en slogans gelanceerd, worden tegenstellingen gecreëerd die
alle betrokken actoren kunnen missen als kiespijn. Noch de Stad Gent,
diensten en politiek, noch de betrokken middenveldorganisaties hebben
hét definitieve antwoord. We weigeren mee te stappen in een retoriek
van opbod en sterke meningen. Niet alleen omdat dat contraproductief
werkt, maar vooral omdat het overheen de hoofden van de bewoners zelf
gaat. We laten afsluitend twee bewoners aan het woord.

Onze papieren zijn nu bijna in orde. Zonder de
organisaties zouden we op straat moeten slapen. Vroeger hadden we
geen geld en geen papieren en moesten we op straat of in het station
slapen. We moesten naar de voedselbedeling gaan en bedelen om
geld.(Stefan, 33 jaar).

Ik wil werken, om het even welk werk. In
Slowakije hadden wij ook geen werk en geen geld. We hadden alleen 20
euro per kind per maand. Voor 4 kinderen was dat 80 euro per maand.
Toen zijn we naar hier gekomen. In Slowakije is er geen werk voor ons
en veel racisme. Dank aan de organisaties. We zien jullie graag.

(Marcela, 29 jaar).

Ondanks de geboden
kansen en de geleverde inspanningen hebben deze mensen nog een hele
weg af te leggen voor ze een zelfstandig en menswaardig leven zullen
kunnen uitbouwen. We vragen het Gentse stadsbestuur erkentelijk te
zijn voor de rol van de betrokken organisaties, en het housing first
experiment op de Muide. De betrokken organisaties zijn erkentelijk
voor de geëngageerde rol die de stadsdiensten als buurtstewards,
Straathoekwerk, de integratiedienst, OCMW, dienst wonen enzovoort
innemen, alsook de belendende organisaties als de KRAS Diensten,
VOKANS en Groep Intro, de scholen als het Klimrek en de Toren van
Babel en het CAW voor het organiseren van het cliëntoverleg. Om van
Europa, België, Vlaanderen en Gent een menswaardige plek maken waar
iedereen op basis van zijn competenties een bijdrage kan leveren en
een menswaardig leven kan ontplooien hebben we ieders inzet nodig.
Een superdiverse stad verdraagt geen slogans, vette blokletters in
kranten, en al helemaal geen zwart-wit posities of zelfs
symptoombestrijding. Er is dringend behoefte aan een duurzame visie
op migratie (van nieuwe EU-burgers) en aan een effectief partnerschap
tussen het beleid, de reguliere organisaties en de vele vrijwilligers
die zich voor deze groep inzetten.

iVertovec,
S. (2007), New Complexities of Cohesion in Britain: Superdiversity,
TransnationalismandCivil-Integration, University of Oxford, COMPAS.

Arnaut,
K. &Spotti, M. (2013). Working
Papers in Urban
Language &Literacies. Paper
122.
Superdiversity discourse

Blommaert,
J., Maly, I. & Ben Yakoub, J. (2014), Superdiversiteit en
Democratie, Berchem, EPO.

Crul,
M., Schneider, J. & Lelie, F. (2013), Superdiversiteit, een
nieuwe visie op integratie, Amsterdam, VU University Press.

Debruyne,
P. & Marechal, M. (2014). Superdiversiteit. Migratie als
hefboom. Alert, Mei 2014

iiBlommaert,
J. (2013), ‘Integratie in de marge’,
http://superdiversiteit.com/2013/12/06/integratie-in-de-marge/

iii
Rutger Bregman, Waarom we alle daklozen een gratis huis moeten
geven:
https://decorrespondent.nl/942/waarom-we-alle-daklozen-een-gratis-huis-moeten-geven/36215190-7ed79f63

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!