Deze ochtend een
binnenvlucht genomen naar Shanghai, waar we drie nachten blijven. Het is een van drie grootste metropolissen te wereld, 24
miljoen inwoners inmiddels. Net als Ghangzhou behorend tot het kransje van vijf nationale centrale steden van China. En ook een
van de belangrijkste industriële groeipolen in dat land. Zij het anders dan Shenzhen met een langere
geschiedenis, minstens met een grotere naambekendheid. En ook
qua industrieel weefsel redelijk verschillend. Hier beginnen ze al snel over de fabrieken van Volkswagen en General
Motors, terwijl Shenzhen vooral bekendstaat als elektronicafabriek. Voorzitter
Marc Leemans kwam vanaf hier trouwens de ACV-delegatie versterken.
Vandaag vooral contact
gehad met de vakbonden hier. Deze namiddag in workshopformule. Deze namiddag
met een officieel banket met de leiding.
Dat behoort hier tot de geplogenheden. Met vandaag eindelijk eens de
mogelijkheid wat dieper in te gaan op hoe Chinese vakbonden werken en vooral
ook hoe ze daarin evolueren. Met vooral
een heel open gesprek over iets wat relatief nieuw is voor hen: collectief onderhandelen.
Al blijft opvallend het brede kerntakenpalet van waaruit ze vertrekken: sportieve en culturele activiteiten, opleiding van werknemers, sociale
diensten en – meest opvallend – een bijzonder
sterke focus op het stimuleren van werknemers om zich te vervolmaken in hun
beroep en mee te denken over innovaties.
Dat laatste werd hier zelfs als eerste genoemd als syndicale
prioriteiten. Met wedstrijden onder
werknemers om hun beroepsbekwaamheid te testen. En een speciaal fonds om werknemers te belonen die voor de dag komen met
innovatieve ideeën. Hier brengen ze al lang in de praktijk wat
het Vlaams ACV al jaren behamert: dat het innovatiebeleid veel sterker moet
vertrekken van het inzicht van de werknemers en de innovaties die zij kunnen en
willen aanbrengen.
Al is al even
opvallend is de nadruk op collectief onderhandelen als syndicale kerntaak. En dan hebben we het vooral over
loononderhandelingen. Niet zo opvallend naar Europese maatstaven. Naar Chinese maatstaven echter wel. Vroeger kwamen de loonsverhogingen immers van
de staat, door periodieke verhogingen van het minimumloon. Met de komst van private spelers ontstond
echter de vraag naar loonsverhogingen boven op de minimumlonen. En de laatste tijd staat de overheid er lang
niet onwillig tegenover, meer nog, bevordert ze dat. Om de binnenlandse consumptie op te krikken.
En wellicht ook de groeiende interne spanningen in te tomen.
Waardoor zich hier ook
een syndicalisme ontwikkelt dat, althans op dat vlak, wat op het onze begint te
gelijken. Met pogingen om tot een
akkoord te komen over een billijke loonsverhoging. Met vakbonden die inzetten met een
looneis. Met bedrijven die daar niet
onmiddellijk op willen ingaan. Met ofwel
een compromis tot gevolg, ofwel geen. Of
tussen in een compromis, maar dat door de werknemers van het bedrijf via het
Workers’ Congress (vergelijk het met onze ondernemingsraad) wordt verworpen. Waarna de onderhandelingen moeten
heropstarten. En met desnoods beroep op een derde partij (hier ook eventuele
arbiitrage) om er uiteindelijk wel uit te geraken. Waarbij collectieve actie ook niet wordt
uitgesloten.
Al noemen ze dat dan hier
geen staking, maar spontane stopzetting of vertraging van het werk. Zij
het kennelijk nog altijd met één groot verschil: hier voelt de vakbond zich
(nog) niet geroepen om zelf op te roepen tot collectieve actie. Alles blijft
hier baden in dat confuciaanse harmoniedenken. Het moet uitgaan van spontane actie van de
werknemers, waarna de vakbond dit aanwendt om tot een win-win-vergelijk te
komen. Je hoorde vandaag uiteraard maar
één klok luiden. Maar opvallend was toch
met welke vanzelfsprekendheid ze hier het recht op loononderhandelingen,
desgevallend ondersteund door (spontane) actie van de werknemers vinden. Weeral een beeld dat bijstelling behoeft.
Morgen weer een drukke
dag. Met onder meer een bedrijfsbezoek
aan Picanol. Als er tijd over is ook wat
meer over het collectief onderhandelen in China. Bezoek
aan de Callebautfabriek zat er niet in. Waarom? Dat leest u in een volgende
bijdrage van Pia Stalpaert en Yves Giets van ACV Voeding & Diensten.