“Ik wil niet dat mijn kinderen opgroeien met het gevoel dat ze arm
zijn”, zegt Catalina González. Ze heeft twee jonge zoons en woont sinds
december in een appartement in Málaga. Daar mag ze wonen in ruil voor het
opknappen van het appartement. Zes maanden eerder werd González (40) met haar
twee zoons Manuel (4) en Leónidas (5) uit een het appartementencomplex
Buenaventura gezet, waar dertien gezinnen woonden die hun huur niet meer konden
betalen. Sindsdien hebben haar kinderen een hekel aan de politie, zegt ze,
“omdat ze denken dat die ons huis heeft gestolen.”
Uit het eind maart gepubliceerde rapport The European Crisis and its Human Cost van
Caritas Europa blijkt dat Spanje na Roemenië de hoogste armoede onder kinderen
kent. Bulgarije komt op de derde plaats, gevolgd door Griekenland.
Derdewereldlanden
“We redden ons wel. De kinderen staan al ingeschreven voor het
volgende schooljaar”, zegt González, een Spaanse die wegging bij de vader
van haar kinderen toen ze erachter kwam dat hij de kinderen
“mishandelde.” In Málaga moet ze helemaal opnieuw beginnen, zonder
familie, werk of inkomen. In haar belangrijkste levensbehoeften wordt voorzien
door sociale organisaties en andere hulpverleners.
Volgens een rapport van Unicef eerder dit jaar leefden in 2012 meer dan 2,5
miljoen Spaanse kinderen in gezinnen met een inkomen onder de armoedegrens – dertig
procent van alle kinderen. Negentien procent van de kinderen in Spanje komt uit
gezinnen met een jaarlijks inkomen dat lager is dan 11.000 euro.
“Armoede onder kinderen is een realiteit in Spanje, hoewel politici
het liever verbloemen en het niet leuk vinden dat we het aankaarten, omdat het
geassocieerd wordt met derdewereldlanden”, zegt priester Ángel García,
voorzitter en oprichter van de ngo Mensajeros de la Paz (Boodschappers van
Vrede).
Volgens de Spaanse minister van Financiën Cristóbal Montoro wordt de
realiteit niet helemaal juist weerspiegeld in de informatie van Caritas Europa
“omdat die alleen gebaseerd is op statistische metingen”.
Ongelijke
kansen
Volgens Ángel gaat kinderarmoede om meer dan niet in staat zijn eten te
kopen. Ouders slagen er vaak niet in om schoolboeken te betalen of hebben al
twee jaar geen nieuwe kleding voor hun kinderen gekocht. “Het gaat over
ongelijke kansen voor kinderen.”
De crisis houdt Spanje nog steeds in zijn greep. Het land heeft bijna de
hoogste werkloosheid van de Europese Unie: 25,6 procent in februari, na Griekenland met
27,5 procent. In 2012 keurde de regering van de rechtse premier Mariano Rajoy
Nationaal Actieplan voor Sociale Inclusie goed. Een van de doelstellingen in
dat plan is het verminderen van kinderarmoede.
“Er belanden hele gezinnen op straat omdat ze de huur niet meer kunnen
betalen”, zegt Rosa Martínez, directeur van het Centro de Acogida
Municipal. “Steeds meer mensen vragen om eten. Ze vragen zelfs om luiers
voor pasgeboren baby’s omdat ze het zo moeilijk hebben.”
Van gelijke kansen is helemaal geen sprake meer als kinderen op straat
belanden, zegt José Cosín, een advocaat en activist van PAH Málaga. Hij wijst
op de benarde situatie van de gezinnen, inclusief kinderen, die in oktober uit
het appartementencomplex Buenaventura werden gezet.
Vijftien voormalige bewoners hebben een zaak aangespannen om basisrechten
voor hun kinderen af te dwingen op grond van het VN-verdrag voor de Rechten van
het Kind.
Het VN-verdrag bepaalt dat landen “in geval van nood materiële hulp en
steun bieden, in het bijzonder op het gebied van voeding, kleding en
huisvesting.”
Het aantal gezinnen in Spanje dat geen inkomstenbron heeft, is gegroeid van
300.000 in het midden van 2007 tot 700.000 eind 2013, blijkt uit cijfers van
Caritas Spanje. Zevenentwintig procent van de huishoudens krijgt steun van
gepensioneerde (groot)ouders en veel volwassen kinderen gaan weer bij hun
ouders wonen.
Auteur: Inés Benítez