Drie jaar geleden nam Colombia onder druk van de Verenigde Staten een ‘Arbeidsactieplan’ (LPA) dat arbeidsrechtenactivisten beter moest beschermen. Maar aangezien er nog steeds vakbondsorganisatoren vermoord worden, roepen Amerikaanse wetgevers en vakbondsleiders de Amerikaanse president Barack Obama en zijn Colombiaanse collega president Juan Manuel Santos op meer te doen.
“Er is nog steeds sprake van geweld tegen vakbondsmensen in Colombia. Sinds de lancering van het actieplan zijn er 73 mensen vermoord. Dat is genoeg reden om te constateren dat het plan gefaald heeft”, zegt Richard Trumka, voorzitter van de grootste Amerikaanse vakfederatie AFL-CIO in een reactie op een nieuw rapport van de Colombiaans Nationale Arbeidsschool (ENS).
“Ondanks talloze nieuwe arbeidswetten en decreten, en honderden nieuwe arbeidsinspecteurs, heeft geen enkel bedrijf betaald dat door het ministerie van Arbeid is beboet voor schending van arbeidersrechten. Bedrijven kunnen nog steeds ongestraft hun gang gaan”, zegt hij.
Colombia wordt al jaren beschouwd als een van de meest gevaarlijke landen voor vakbondsmensen. Sinds het midden van de jaren tachtig werden al drieduizend van hen vermoord.
Oorlog tegen drugs
Colombia profiteert al lange tijd van preferentiële handel met de VS als onderdeel van de Amerikaanse ‘oorlog tegen drugs’ in de Andesregio. In 2006 onderhandelde de regering van president George W. Bush over een vrijhandelsakkoord met de Colombiaanse president Alvaro Uribe. De AFL-CIO en mensenrechtengroepen waren fel tegen die overeenkomst. Hun bondgenoten in het Congres weigerden het akkoord te ratificeren, als er geen provisies in opgenomen werden over verbetering van de arbeidsrechten in Colombia.
Het pact kwam op de plank te liggen totdat Obama en Santos in 2011 het US-Colombia Free Trade Promotion Agreement tekenden. Bij die overeenkomst hoorde ook het Arbeidsactieplan (LAP). Het LAP verplichtte de Colombiaanse regering vakbondsleiders te beschermen en wetgeving aan te nemen om positie van werknemers te verbeteren.
Oorspronkelijk was het de bedoeling het vrijhandelsakkoord pas te laten ingaan als aan de voorwaarden van het LAP was voldaan, maar het Congres besloot in oktober 2011 toch tot goedkeuring. Activisten stellen nu dat die goedkeuring prematuur was en de druk op de regering-Santos heeft verlaagd om het plan volledig uit te voeren.
De U.S. Trade Representative (USTR), die toezicht houdt op de implementatie van zowel het vrijhandelsakkoord als het Arbeidsactieplan, wijst vooral op de positieve impact die het akkoord heeft gehad. De USTR zegt dat de Colombiaanse regering in de afgelopen jaren onder meer 671 vakbondsleden in een beschermingsprogramma geplaatst. Dat programma had in 2013 een budget van bijna 200 miljoen dollar. Ook werden er ter bescherming 250 voertuigen toegekend aan vakbondsleiders en arbeidsactivisten. Er werden verder twintig aanklagers benoemd die zich fulltime bezighouden met misdrijven tegen vakbondsleden en activisten.
De USTR wijst ten slotte op de aanzienlijke afname van het aantal moorden op vakbondsmensen. “Dit actieplan heeft tot resultaten geleid en ik weet dat de regering in Bogota het serieus neemt”, zegt Michael Shifter, voorzitter van de Inter-American Dialogue (IAD), een denktank. “Uiteraard hebben actiegroepen gelijk als ze betere naleving eisen, maar feit is dat er vooruitgang is geboekt en dat het nog beter moet”, zegt Shifter.
Auteur: Jim Lobe