In 2002 keurden zowel Democraten als Republieken een voorstel goed dat de financiële bijdragen aan politieke campagnes beperkte. Lang hebben die maatregelen echter niet standgehouden. In 2010 werd reeds het plafond voor sponsoring door bedrijven en organisaties opgeheven,  nadat de conservatieve lobbygroep Citizens United naar het Federale Hooggerechtshof was gestapt met een klacht.

Het gevolg was dat de presidentiële verkiezingen van 2012 de duurste uit de Amerikaanse geschiedenis werden. Er werd in totaal maar liefst 6 miljard dollar (4,4 miljard euro) uitgegeven. Daarmee werd het vorige record, dat op naam stond van de vorige verkiezingen in 2008, vlot verbroken.

Deur open naar onbegrensde bijdragen

in het verleden kon een individu maximum 2,600 dollar schenken aan één politieke kandidaat (maximum 48,600 in totaal aan meerdere kandidaten) en 5000 dollar aan één politieke organisatie (maximum 74,600 dollar in totaal). Eén persoon kon dus verschillende kandidaten en/of partijen steunen, maar nooit voor meer dan 123.000 dollar (90.000 euro).

Shaun McClutcheon, een rijke zakenman uit Alabama met Republikeinse sympathieën, trok naar het Federale Hooggerechtshof en dat oordeelde dat deze begrenzingen in strijd zijn met de vrijheid van meningsuiting. Het plafond voor de bijdrage per persoon en per partij zal blijven bestaan, maar individuele personen kunnen in de toekomst zoveel kandidaten steunen als ze willen. In de toekomst krijgen rijke Amerikanen dus nog meer grip op de politiek.

Democratie voor de rijken

Het Federale Hooggerechtshof bestaat uit 9 rechters. Het is de president die een kandidaat-rechter voordraagt waneer een zetel vrijkomt en de Senaat die de goedkeuring moet geven. De rechters zijn benoemd voor het leven. In 2006 verving Samuel Alito, voorgedragen door George W. Bush, nadat opperrechter Sandra Day O’Connor ontslag nam.

Sindsdien haalt het conservatieve kamp het meestal wanneer het Hooggerechtshof verdeeld is. Dat was ook nu het geval. Vijf van de negen rechters stemden voor de afschaffing van de bestaande beperkingen. De vier tegenstemmende opperrechters waren zeer scherp in hun
afkeuring. “Met Citizens United opende het hof een deur, maar nu misschien
wel een sluis”.

Critici vrezen nu dat de deur open staat voor miljoenenbijdragen van rijke politiek geëngageerde Amerikanen. Public Citizen, een Amerikaanse non-profit lobbygroep, spreekt schande in een persbericht. “Met deze beslissing evolueren we van een democratie naar een plutocratie, een bestuursvorm waarin de rijken aan de macht zijn en de wetgeving voor grote groepen binnen een samenleving kunnen bepalen.”

De beslissing van het Federaal Hooggerechtshof komt er vlak voor de het begin van de twee jaar lange campagne voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2016.