Het herhaaldelijke uitstel doet bij
sommige hulporganisaties de vraag rijzen of donorlanden wel werkelijk
transparantie willen op het gebied van ontwikkelingshulp. “Als donoren
niet duidelijk maken waar ze een nieuwe weg gaan aanleggen, kunnen
ondernemers hun investeringen niet plannen”, zegt Gregory Adams,
directeur hulpeffectiviteit bij Oxfam America, een antiarmoedegroep.
“Hoe kan een boer dan bepalen of hij zijn gewassen gaat telen voor
binnenlandse consumptie of export?”
De roep om dit nieuwe rapport
dateert uit 2011, toen vertegenwoordigers van overheden,
hulporganisaties en het maatschappelijk middenveld bijeen waren in Busan
(Zuid-Korea), voor een conferentie van de Organisatie voor Economische
Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
Tijdens de conferentie werd
benadrukt dat ‘eigenaarschap’ van de ontvangers van hulp meer aandacht
moet krijgen, naast transparantie en verantwoording. Eigenaarschap houdt
in dat ontwikkelingslanden en lokale partners meer verantwoordelijkheid
krijgen bij het uitvoeren van ontwikkelingsprojecten. “De fundamentele
vraag is wie ontwikkeling aanjaagt. Bij Oxfam geloven we dat hulpgeld
geen ontwikkeling stimuleert. Mensen stimuleren ontwikkeling”, zegt
Adams. “Hulpgeld bestrijdt armoede net zo min als een hamer een huis
bouwt.”
De mensen die ontwikkeling in gang moeten zetten, dienen
daarom over de juiste informatie te beschikken, zegt hij. “Anders mis je
kansen en frustreer je de mensen die je probeert te helpen.”
Het
is onduidelijk waarom publicatie van het rapport, dat op tafel had
moeten liggen voor een bijeenkomst van het Global Partnership for
Effective Development Cooperation (GPECD) op 15 april in Mexico-Stad,
opnieuw is uitgesteld. De GPECD werd opgericht naar aanleiding van de
top in Busan, met als doel effectiviteit van hulp te bevorderen.
Aid Transparancy Index
Volgens
Hannah Ryder, teamleider bij het Britse departement voor Internationale
Ontwikkeling (DFID), is het rapport gebaseerd op tien indicatoren,
waarvan transparantie er één is. Alleen van die indicator wordt een
rangschikking gemaakt. Volgens haar is dat puur om politieke redenen,
omdat landen hun prestaties op de meeste andere indicatoren niet willen
vrijgeven. Hoe individuele regeringen presteren op het gebied van
eigenaarschap, wordt bijvoorbeeld niet bekend gemaakt in het rapport.
“De
UNDP en de OESO zijn organisaties die niet onafhankelijk zijn van de
landen en organisaties die de data aanleveren”, schreef Ryder vorige
week in een blog. “Daarom is een ranglijst te politiek voor ze. De
belangrijkste reden waarom er wel een transparantieranglijst in het
rapport mag, is omdat er al een onafhankelijke, gerespecteerde ranglijst
op dit gebied bestaat, de Aid Transparancy Index.”