KOF Index of globalization: Samenvatting van en kritiek

KOF Index of globalization: Samenvatting van en kritiek

De ‘samenleving’ en/of ‘maatschappij’, voor veel sociologen zijn dit basis studieobjecten. Vaak echter worden deze beide begrippen nog omschreven als klassieke natie staten, of om Giddens te citeren : societies are plainly nation-states. (Giddens, 1991, 13).

woensdag 2 april 2014 01:31
Spread the love

Later dan andere sociale wetenschappers zijn sociologen ruwweg vanaf het laatste decennium van vorige eeuw begonnen met internationaliserend- (vertrekkend vanuit de natie staat) en transnationaal (de natie staat overstijgend) onderzoek. Hierbij denk ik meteen aan werken van Giddens, Rizer, Perlmutter en Wallerstein. Deze laatste was trouwens bezig met transnationaal onderzoek in de jaren 70 van de twintigste eeuw.

In 2002 bracht de ‘University of Zurich’s Centre for Economic Research’ de Kof index uit. Dit is een index die landen rangschikt naar hun graad van globalisatie. Gebaseerd op de tekst: Kof Index of Globalization zal ik in een eerste deel beschrijven welke dimensies de verantwoordelijke vorsers in rekening hebben gebracht om tot deze globalisatie graad index te komen. Daarnaast zal ik omschrijven hoe de onderzoekers deze drie variabelen met een index presenteren

Hoewel deze index nuttig lijkt voor vorsers in meerde sociale disciplines, zijn er toch zwakheden aan deze index die zeker niet te geringschatten of te negeren zijn. Daarom zal ik in het tweede deel een methodologische kritiek weergeven. Hiervoor zal ik gebruik maken van de definitie van het begrip mondialisering ende mondialisering scenario’s binnen het mondialiseringproces.

1)    De Kof Index of Glolablization:

De opstellers van de index definiëren Globalisatie als volgt: The proces of creating networks of connections among actors at Multi-continental distances, mediated through a variety of flows including people, information and ideas, capitals and goods. It is conceptualized as a proces that erodes national boundaries, integrates national economies, cultures, technologies and governance and produces complex relations of Mutual interdependene. (Clark, 2000), (Norris, 2000), (Keohane en Nye 2000).

Gebaseerd op deze definitie van globalisatie hebben de wetenschappers van de ‘University of Zurich’s Centre for Economic Research’ drie dimensies geïdentificeerd uit de hier gebruikte globalisatie defintie:

•Economic Globalization (lange afstand bewegingen van goederen, kapitaal, diensten, met de informatie en de perceptie die inherent zijn aan deze marktuitwisselingen)•Political globalization (diffuus overheidsbeleid)•Social globalization (de verspreiding van ideeën, informatie, beelden en mensen)

Economic globalization In de Kof index bestaat ‘economic globalization’ uit twee dimensies met een aanverwante subindex. Deze dimensies annex subindices zijn de antagonistische ‘actual flows’ en restricties.

De ‘actual flows’ subindex bestaat uit internationale handel, Foreign direct investment (FDI) en ‘portfolio investments ’.1 Deze ‘actual flows’ zijn dus te omschrijven als de som van export en import van goederen en kapitaal binnen een land en de buitenlandse activa en passiva binnen de nationale grenzen.

De ‘restrictions’ subindex bestaat uit barrières die internationale handel bemoeilijkt. Zulke belemmeringen zijn: tarieven, belastingen op internationale handel en kapitaal controle (denk bijvoorbeeld aan de Tobintax).

Social Globalization De sociale globalisatie in de Kof index heeft drie categorieën . De persoonlijke contacten, informatie uitwisselingen en culture integratie.

Met persoonlijke contacten wordt de directe interactie tussen mensen van verschillende nationaliteit bedoeld. De opstellers van de Kof index gebruiken hiervoor de volgende variabelen: telecommunicatie, toerisme, ex-patriot overheidsambtenaren en werkers, internationale correspondentie en tenslotte het percentage van andere bevolkingsgroepen.

Informatie uitwisseling is het potentieel voor de bevolking om buitenlands nieuws te ontvangen of met andere woorden, de bijdrage aan internationaal verkeer van informatie. Hiervoor zijn het aantaal internet hosts en gebruikers, kabeltelevisie abonnementen, het aantal radios (allen pro mille) en het aantal verhandelde

1 Foreing direct investment zijn buitenlandse investeergoederen (activa) gecontroleerd en beheerd door de investeerder. (www.wikipedia.org) Portfolio investment zijn buitenlandse investeergoederen (activa) buiten de controle ven het beheer van de investeerder. (www.wikipedia.org)

internationale kranten (in percentuele verhouding tot het bbp).

Voor de culturele integratie gebruikt de Kof index het aantal geïmporteerde en geëxporteerde boeken. Boeken benaderen immers het meest de transnationale stoom van waarden en normen. (Kluver and Fu, 2004, 58)

Ook refereert, zoals Saich stelt, culturele globalisatie naar de dominantie van de Verenigde Staten. (Saich, 2000, 209.) Daarom is ook het aantal McDonald’s restaurants (sic.) binnen een land gebruikt als variabel. De verspreiding van McDonald’s of ‘Mcdonaldisering’ is dan ook bijna een synoniem voor de globalisering. (Ritzer, 1993). Ongeveer met dezelfde argumenten zijn de kwantiteit van Ikea’s in een land als variabele gebruikt voor de aanmaak van de Kof index.

Political Globalization Voor de politieke globalisatie gebruiken de vorsers van de Kof index de kwantiteit van ambassades en hoge commissies in een land, het aantal internationale organisaties waar een land lid van is en het aantal UNO vredesmissies waar een land aan deelneemt.

De index In bijlage 1 heb ik de Globalisatie rangschikking van de 122 landen waar de Kof index op toegepast is, toegevoegd. Om deze lijst met scores te interpreteren is het belangrijk te weten dat deze index een schaal heeft van nul tot honderd. Honderd wijst op de hoogst mogelijke indexatie graad terwijl nul een totaal gebrek van globalisatie weergeeft.

2) Kritieken op de kof index:

In bijlage 1 heb ik de globalisatie rangschikking toegevoegd aan de hand van de Kof index. Bijlage 2 bestaat daarentegen uit ook een globalisatie rangschikking aan de hand van de lijst van A.T. Kearny. Wat opvalt is dat beide rangschikkingen aanzienlijk verschillen. Dit wijst er op dat zulk een rangschikking aanmaken allerminst een sinecure is. Het is dan ook gevaarlijk om eender welke globalisatie rangschikking aan te nemen als absoluut. Daarom heb ik me in dit deel van het artikel toegelegd om methodologische kritiek te leveren. Ik zal hiervoor gebruik maken van de definitie van het begrip mondialisering en de verschillende mondialiseringscenario’s binnen het mondialiseringproces.

Definities De kof index definitie: global village en Giddens Eerder heb ik al de definitie gegeven van globalisatie gebruikt door de opstellers van de Kof index: The proces of creating networks of connections among actors at Multi-continental distances, mediated through a variety of flows including people, information and ideas, capitals and goods. It is conceptualized as a proces that erodes national boundaries, integrates national economies, cultures, technologies and governance and produces complex relations of Mutual interdependene. (Clark, 2000), (Norris, 2000), (Keohane en Nye 2000). Volgens deze definitie is de wereld dus door toedoen van economische, sociale en politieke netwerken een dorp geworden of om de woorden van Mcluhan te gebruiken, a global village. (Mcluhan, 1964) In zo een ‘global village’ bewegen mensen in kosmopolitisch netwerk waarbij hij nauwe en zelfs hechte contacten kan opbouwen, zelfs al ontmoet hij zijn medespelers zelden in levende lijve. (Van Hoof , 1996)

Giddens schrijft over de term Globalisatie dan ook dat mondialisering op een hoger niveau een verandering is van de dimensie tijd en ruimte of met andere woorden een toenemende reikwijdte van tijd en plaats, time-space distanciation). (Giddens, 1991, 14.)

Het onderscheid tussen wat binnen- en buiten de natiestaat gebeurt, verliest dus steeds meer aan belang. De Kof index vertrekt echter vanuit kenmerken van Natiestaten. Dit is echter slechts een internationaliserende benadering. Onderzoekers gebruiken echter steeds meer de transnationale benadering die geen rekening meer houdt met grenzen. Een landen rangschikking is natuurlijk onmogelijk zonder deze natiestaten, echter is het gebruik van grenzen contrasterend met hun eigen definitie die aansluit bij de ‘Global village’ en het werk van Giddens.

Mondialiseringscenario’s In dit deel kijken we naar verschillende visies van hoe de gemondialiseerde wereld er vandaag en in de toekomst uitziet. Dit zullen we steeds langs de methode van de Kof index leggen om te kijken in hoeverre deze visies passen binnen de Kof index.

De kapitalistische wereldmaatschappij De mondiale wereld is een kapitalistische wereldmaatschappij waar de markteconomie de centrale rol speelt. Steeds meer zal deze wereld dan ook groeien naar een zelfregulerende openmarkt economie. De actoren zullen hier de transnationale ondernemingen zijn die in strijd tegen arbeid de overhand halen om willen van hun transnationaal karakter (tegenover de nationaal georganiseerde arbeid). (Van Hoof, 1996, 472.)

Deze dialectische visie heeft vier stromingen:

Sklair ziet de spanningen binnen zijn model tussen de verschillende transnationale ondernemingen die allen streven naar monopolies. Dit is dus continue concurrentie tussen multinationals, een ineenstuiking van dit systeem is dan ook niet te verwachten aldus de auteur(Sklair, 1991)

Immanuel Wallerstein ziet de tegenstellende belangen van dit systeem tussen centrale en perifere regio’s. In zijn neomarxistisch model beschrijft Wallerstein hoe de centrale landen via de transnationale onderneming hun meerwaarde halen uit de arbeidskracht binnen de perifere landen door oneerlijke handel. Wallerstein verwacht op lange termijn echter een sterke tegenbeweging die dit model omver zal werpen. (Wallerstein, 1974)

Volgens het boek Empire van Negri en Hart is de tegenstelling in de kapitalistische wereldmaatschappij tussen aan de ene kant het emire met als hoeksteen de transnationale ondernemingen, een gezag ‘overal en nergens‘, en aan de andere zijde de ‘bewegende bewegers’, een gedecentraliseerde en immer wisselende groep van ngo’s, buurtcomités, consumentenorganisaties, etc. (Negri en Hart, 2000)

Gebaseerd op Marx en Lenin zien marxisten de multinationals als monopolies. De tegenstelling is hier het financieringskapitaal (niet industrieel kapitaal), kapitalisten die geen band maar wel het bezit hebben van de productiemiddelen, tegenover de arbeiders met enkel hun productiekrachten. De staten hebben hier enkel als functie om de financieringskapitalisten en hun bezit (transnationale ondernemingen) te steunen en helpen te vergroten. (Marx, 1989) (Lenin, 1973a) (Lenin, 1973B) (Meiksins Wood, 2004)

Deze vier modellen zien globalisatie vanuit een economisch perspectief; politieke- en sociale variabelen zijn hier secundair. De Kof index weegt de drie variabelen echter gelijk. Hoewel niet alle modellen de natiestaat onbelangrijk vinden, overstijgen ze allen deze grenzen, elk vanuit hun visie. Ook dit is in tegenstelling met de Kof index die vertrekt vanuit deze staten. (zie bijlage 1) Ook houdt de Kof index geenszins rekening met dialectische wetmatigheden weergegeven in deze modellen. Voor de Kof index hebben alle landen en groepen in deze landen, los van de Globalisatie graad, een zelfde status.

Een wereld van natiestaten Een heel ander geluid horen we bij Gilpin. Deze auteur verzet zich tegen de modellen waar sprake is van interdependentie tussen staten. De tendensen naar een one worldism zijn secundair. Hoofdzaak blijft dat het systeem van natiestaten weinig stabiel is. Bevolkingen zullen vanuit hun cultuur en etniciteit steeds met elkaar in conflict liggen, zo voegt de rechtse schrijver Huntington hieraan toe. (Huntington,2003) Nationalism is alive and well, zo vat Gilpin zijn model samen. (Gilpin, 1981)

Duidelijk is dat, nog meer zelfs dan in het Kof model, hier de natiestaat centraal staat. De variabelen waar de Kof index echter naar meet, beschrijft Gilpin echter nogal denigrerend als secundair. Een globalisatierangschikking is voor Gilpin dus te verwaarlozen.

Een wereldbeschaving Bij de wereldbeschaving liggen de sociale stromen centraal. Perlmutter schrijft dat op bijna alle terreinen er grote interdependenties zijn op mondiaal niveau. Dit zal leiden tot een pluralistische mondiale beschaving . Wel bestrijdt Perlmutter de idee dat de identiteit van deze nieuwe mondiale wereld Euro- en Amerika centrisch zal zijn. De westerse cultuur ondergaat op alle vlakken invloeden vanuit andere culturen. (Perlmutter, 1991)

Dit model benadert veel vlakken van de Kof index. Perlmutter omschrijft interdependenties op meerdere gebieden. Echter neemt hij afstand van het internationaliserende karakter en het Euro- Amerika centralisme van de Kof index (Bijvoorbeeld het berekenen van het aantal McDonald’s restaurants (sic.)). (Perlmutter, 1991)

4) Bibliografie & bronnen:

CLARK, 2000, “Envirmotental Globalization“, in: Joseph S. Nye en John D. Donau (eds.), Governance in a Globalizing World: 86-180, 2000.

GIDDENS, The Consequences of Modenrity, 1991. GILPIN, War and change in World Politics, 1981.

HUNTINGTON, Botsende beschavingen, 2003 KEARNY/FOREIGN POLICY MAGAZINE (2001-2006), Globalization Index.

KEOHANE & NYE, Introduction in: Governance in a Globalizing World, 1-44, 2000. KLUVER & FU, Measuring cultural globalization, 2004.

LENIN, Het imperialisme als hoogste stadium van het kapitalisme, in: Lenin, Keuze uit zijn werken, Deel 2, 1973a.

LENIN, Staat en revolutie, in Lenin, Keuze uit zijn werken, Deel 2, 1973b.

MARX, Het kapitaal. Een kritische beschouwing over de economie. Deel 1 Het productieproces van het kapitaal, 1983.

MCLUHAN, The Gutenberg Galaxy,1964.

MEIKSINS & WOOD, Empire of Capital, 2004

NEGRI & HART, Empire, 2000. NORRIS, 2000, “Global Governance and Cosmopolitan citizens“, in: Joseph S. Nye and Joseph D. Donau (eds.), Governance in a Globalizing World: 155-177, 2000.

PERLMUTTER, “On the Rocky road to the first global civilization”, in: Human relations, vol. 44, no. 9, 897-1010, 1991. RITZER, The McDonaldization of Society, 1993.

SAICH, Globalization, Governance and the Authoritarian State: China, in: Joseph S. Nye and Joseph D. Donau (eds.), Governance in a Globalizing World: 208-228, 2000. SKLAIR, Sociology of the global System, 1991.

VAN HOOF, Sociologie en de moderne samenleving. Maatschappelijke veranderingen van de industriële revolutie tot in de 21 ste eeuw, 1996.

WALLERSTEIN, The Modern World System, 1974.

take down
the paywall
steun ons nu!