Analyse, Milieu, Politiek -

Noord-Korea: oude krijgers en olievelden

De recente schotenwisseling tussen Noord- en Zuid-Korea vestigt weer de aandacht op een voortwoekerend conflict. Gaat het wel over het hedendaagse hyperkapitalistische Zuiden versus het archaïsch communistische Noorden? Lucas Hüsgen belicht de ondergeschoven rol van de grondstof olie.

dinsdag 1 april 2014 10:17
Spread the love

De Koreaanse
schotenwisseling
in de Gele Zee vestigt weer de
aandacht op het schiereiland met een onophoudelijk probleem. Het
voortwoekerende conflict wordt meestal gepresenteerd als een
ideologisch conflict tussen het hedendaagse hyperkapitalistische
Zuiden en het archaïsch communistische Noorden. Het Noorden is
daarbij de kwade pier. Het houdt er immers een paranoïde regime op
na, dat niet terugschrikt voor de totale onderwerping van de eigen
bevolking. Daartoe beschikt het over de meest verschrikkelijke
strafkampen die de wereld na de Tweede Wereldoorlog heeft gekend. Er
is zelfs bericht over rechtstreekse inspiratie door de kampen van de
nazi’s. Die gruwel wordt extra navrant door het onderhouden van een
van de vijf grootste legers ter wereld, en dat voor een land van zo’n
20 miljoen inwoners. De militairen zijn de weldoorvoede elite, en die
krijgsmacht zou in principe met een enkele raket de hoofdstad van het
gehate Zuiden, dicht bij de grens gelegen, van de kaart kunnen vegen.

Datzelfde Noorden werd tijdenlang niet echt serieus genomen. Kim
Jong-il mocht dan wel eens boos zijn, als het erop aan kwam, trok hij
de staart in. Zo was het nauwelijks nog toeval, dat tijdens zijn
regime menige westerse filmploeg kwam aanzetten met beelden van zo’n
politieagente die op een weids kruispunt te Pyongyang verkeer stond
te regelen dat er niet was. Het land verwierf de status van een
communistisch Disneyland, dat entree had kunnen heffen voor bezoek
aan zichzelf als museum voor vervlogen idealen.

Paradijs

Zoon Kim Jong-un heeft dit soort beelden zeker meegekregen toen hij
in Bern studeerde. Bij zijn aantreden werd hij door de
niet-communistische wereld (bijna iedereen dus) graag beschouwd als
een soort Obama, een frisse moderne hervormer. Dat is hij ook
gebleken, zij het in andere richting dan verwacht – zoals in zekere
zin de baas van de NSA. Meneer Kim ontwikkelt zich steeds meer tot
gevaarlijk despoot. Het vuurgevecht van dezer dagen doet andermaal
vermoeden, dat het hem menens is. De rol van bespottelijk Disneyland
wordt allengs verder afgelegd.

Kim Jong-un lijkt doende iets als nationale trots te herstellen, of
meer nog: de familie-eer te redden. Wat weinig aan de orde komt, is
het feit, dat het Noorden in de periode 1950-1980 economisch
ruimschoots succesvoller was dan het Zuiden. Kim Il-sung, de eerste
Noord-Koreaanse president en stichter van de dynastie, was lange tijd
een redelijk gewaardeerd staatshoofd. De voormalige verzetsstrijder
uit de dagen van de Japanse kolonisatie had het na het verjagen van
de Japanners klaargespeeld om het Noorden na de splitsing in twee
zones in razend tempo te hervormen en economisch op poten te zetten.
Datzelfde kunstje herhaalde hij na de Koreaanse Oorlog. Hij had het
zelfs aangedurfd de oorlog te beginnen, ter hereniging van het land.

Het pakte niet goed uit, maar ondanks een compleet verwoest Pyongyang
speelde hij het klaar het land om te toveren in iets wat je eventueel
een boeren- en arbeidersparadijs zou kunnen noemen (al moest je
bijvoorbeeld niet van jazz houden, of christen zijn). Ook ontwikkelde
hij een eigen ideologisch systeem, het zogeheten Juche-denken, het
geloof in de absolute autarkie van het Koreaanse volk. Feitelijk
alleen voor het Noorden, maar in principe als geheel. Het Noorden is
er namelijk op bedacht, het ware Korea te vertegenwoordigen. Wat wil
je anders: de heilige Koreaanse berg Paekdu bevindt zich, pal aan de
grens met China, op Noordelijk grondgebied. Dat is niet zo maar wat,
want volgens de Koreaanse mythologie kwam daar de eerste Koreaan op
aarde. Laat Kim Il-sung nou net uit die contreien afkomstig zijn
(althans, dat zeggen ze). Hoe dan ook, deze Kim Il-sung werd een
wereldwijd gerespecteerd staatshoofd. Hij schopte het zelfs tot
ereburger van Liedekerke.

Clanstructuren

Tegenover de almaar toenemende welvaart in het Noorden, kwam het
Zuiden de Koreaanse Oorlog eerst nauwelijks te boven. De enige manier
bleek een militaire dictatuur, onder generaal Park Chung-hee, vader
van Park Heun-Gye, de huidige presidente. Hij legde (in de periode
1963-1979) de basis voor het succes, dat nu de wereld rondgaat onder
namen als Hyundai, Samsung, LG. Het Noorden zag de bedreiging. Het
vuurgevecht van nu roept herinneringen op aan schermutselingen in
1967, toen aan beide zijden tientallen doden vielen. Noord-Korea
waagde het een jaar later zelfs om in Seoul een (mislukte) aanslag op
Park Chung-hee te plegen.

Zo is Noord-Korea niet alleen de erfvijand van het Zuiden als natie,
maar zou je mogen verwachten dat het land ook de persoonlijke
erfvijand is van de huidige presidente. Eens te meer, omdat haar
moeder in 1979 door een Noord-Koreaanse sluipschutter werd vermoord.
Het feit, dat haar beleid ten aanzien van Noord-Korea geen trekken
van persoonlijke wraakzucht vertoont, juist inzet op het vergroten
van vertrouwen, doet er in Pyongyang echter niet toe. Men ziet
minstens de oude vijand voor zich, generaal Park. En waar men zelf
tot op het hoogste niveau vanuit clanstructuren redeneert, kan men
niet anders dan verwachten dat dit ook in het Zuiden gebeurt.

Lagenlonenland

Hoe stevig ook door opa Kim werd gehamerd op de Koreaanse autarkie en
de bijzondere rol van het Koreaanse volk in de wereldgeschiedenis (al
kregen we daar voor 1950 niet heel veel van mee), en hoe zeer men
zich ook zelfs binnen het communistische blok een
uitzonderingspositie aanmat (tot grote bewondering van Ceau?escu),
dat alles dreef wel op Russische olie, geleverd tegen een uitermate
zacht prijsje. Met het ineenstorten van de Sovjet-Unie kwam daar
abrupt een einde aan. Op industrialisatie gebouwde steden op het
platteland moesten opeens doen, alsof er nooit zoiets als olie was
geweest. De olie die men, op den duur vooral uit China, betrok,
raakte steeds verder gereserveerd voor het leger. En werd wereldwijd
sowieso steeds duurder.

Zo zit de huidige Kim met een immens probleem. Er is geen enkele
manier, waarop hij langs normale weg het oude respect voor zijn land
kan herstellen. Voor Koreanen is gezichtsverlies zo’n beetje de
grootst denkbare ramp. Wat moet je van jezelf denken, als je het
hooguit klaarspeelt om westerse landen te strikken in je hoedanigheid
van lagelonenland hors categorie: zo laten Nederlandse
grootwinkelbedrijven hun winterkleding in het Noorden fabriceren. Met
een beetje pech minstens deels in slavenkampen. Bovendien op stroom,
gegenereerd door steenkool, andermaal gewonnen in slavenkampen.

Rouwdouwen

Het huidige conflict weerspiegelt een uitermate antiek probleem.
Noord-Korea bezet ongeveer het grondgebied van het oude koninkrijk
Koguryo. Korea wordt in het Westen bezien als een land dat enkel door
een ongelukkig historisch toeval is gesplitst, maar dat klopt niet
helemaal. Tot aan 935 na Christus bestond Korea eeuwenlang uit vier,
later drie koninkrijken. Koguryo was daarvan het noordelijkste. Die
koninkrijken, bewoond door een genetisch verwant volk dat dezelfde
taal sprak, leefden niet echt vreedzaam naast elkaar. Het verhaal
komt erop neer, dat Korea als cultuurnatie zijn oorsprong vindt in de
zuidelijke koninkrijken, terwijl Koguryo vooral de rol vervulde van
de rouwdouw uit het woeste noordelijke bergland, die er alles aan had
gedaan om de Chinezen als bezetters buiten de deur te houden.

De herinnering aan het edele en stoere Koguryo is een wezenlijk
element van de Juche-ideologie, inclusief verering van de tombe van
koning Tongmyong, de stichter van Koguryo. Dat men de geschiedenis
wel op centrale punten heeft moeten vervalsen, doet er voor het
Noorden minder toe. Het Zuiden vervult vanuit dit perspectief vooral
de rol van het verraderlijke, verwijfde koninkrijk Shilla, dat het
klaarspeelde om Korea te verenigen onder de naam Koryo. Datzelfde
Koryo deed nog iets vervelends. Het onderwierp Pyongyang, de
hoofdstad van Koguryo, aan de nieuwe hoofdstad Kaesong. Pyongyang
zelf degradeerde tot de status van tweede hoofdstad, en moest die
delen met de zuidelijke stad Hanyang.

Technologie

In 1392 werd Koryo afgelost door het koninkrijk Choson. De nieuwe
dynastie wilde ook een nieuwe hoofdstad: dat werd Hanyang. Van
Hanyang hebben weinigen ooit gehoord. Dat komt doordat die stad van
elke nieuwe koning een nieuwe naam kreeg. Het volk werd daar
hypernerveus van, noemde de stad op den duur gewoon ‘hoofdstad’.
Oftewel, in het Koreaans, Seoul. Zo was Pyongyang, hoofdstad van het
oude stoere Koguryo, symbolisch extra vernederd.

Des te erger werd het, toen tijdens de Koreaanse Oorlog het
prachtvolle Pyongyang met de grond werd gelijk gemaakt. Alleen al dit
enorme historische complex komt nooit meer goed. Niemand in het
Noorden is bereid om Shilla de kans te bieden Pyongyang nogmaals te
vernederen. Mooier zal men het vinden, dat nu ook de rest van de
wereld kan worden doordrongen van de enorme betekenis van het oude
krijgerskoninkrijk. Al die schitterende technologie, die ze in het
Zuiden zo prachtig tot eigen economisch voordeel hebben aangewend,
zal men benutten om de ganse wereld binnen een fractie van een
seconde te doordringen van de eigen centrale betekenis voor het
algemene bestaan van de werkelijkheid.

Atoomkoppen

Het is zeer de vraag, of de intimidatie ver kan strekken. En dan gaat
het simpelweg weer om de beschikbaarheid van enigermate betaalbare
olie. Het Noord-Koreaanse leger, in al zijn immensiteit, kan daar
niet meer op vertrouwen. Leverancier China heeft allang niet meer
genoeg olie voor zichzelf. Ook heeft het totaal geen interesse in een
buurland met kernwapens, al helemaal niet als het gaat om de oude
vazalstaat waar men in wezen op neerkijkt. Het relatieve beetje olie
dat Noord-Korea van China krijgt, wordt inmiddels gebruikt als
politiek drukmiddel. Die situatie vergroot het gevaar. Noord-Korea
wordt eens te meer in de hoek gedrongen, waarin men nauwelijks andere
keuze heeft dan dreigen met atoomkoppen, treiteren met andere
middelen.

Het laatste dat men doen zal, is het hoofd in de schoot leggen. Al
helemaal niet, zolang Shilla wordt geregeerd door de dochter van die
ene president, die Shillla opstootte in de vaart der volkeren. Maar
datzelfde oude Shilla heeft economisch voordeel aan dat oude Koguryo.
Men gebruikt maar wat graag de oude gedeelde hoofdstad Kaesong, in
het Noorden, als goedkope economische zone. Bovendien is het moeilijk
voorstelbaar dat het Zuiden echt geïnteresseerd is in volledige
hereniging, al heeft men sinds jaar en dag een Herenigingsministerie.

Perspectief

Het economische verschil tussen Noord en Zuid is enige malen
overweldigender dan destijds tussen West- en Oost-Duitsland.
Bovendien is het Zuiden nu al vrij wanhopig bezig om de rest van de
wereld af te stropen naar voldoende grondstoffen en voedingsmiddelen
voor zijn steeds hogere eisen stellende economie en bevolking. In
zo’n situatie er nog eens zo’n 20 miljoen armoedzaaiers bijhalen,
is niet echt een verlokkend perspectief.

Daarbij moet worden bedacht, dat het Zuiden op officieel niveau sinds
jaar en dag stelselmatig tracht te bagatelliseren hoe het toegaat in
de Noord-Koreaanse kampen. Vluchtelingen uit het Noorden, meestal via
China, zijn niet echt welkom in het Zuiden. Dat is omdat men Koguryo
niet op zijn tenen wil trappen, maar ook om de eigen zo graag vrolijk
voor zich uit consumerende bevolking niet te hard te confronteren met
het lot van leden uit de eigen Koreaanse familie. Zou men werkelijk
van dit leed doordrongen raken, dan zou men eens te meer hereniging
wensen, een einde aan de ellende. Maar dat draagt het risico in zich
van een ineenstorting van het Zuid-Koreaanse economische model.

Zo heeft Zuid-Korea, als het erop aankomt, liever een boze buurman.
Die je immers ook wereldwijd de status bezorgt van onschuldig
slachtoffer, en dat levert economisch voordeel van solidair
medelijden op. Plus constante steun uit Washington. Waarmee de oude
grensbewakers van Koguryo eens te meer op hun tenen worden getrapt.

Gezichtsverlies

De uit dit hele complex resulterende patstelling wordt almaar
gevaarlijker. Er lijkt geen rationele oplossing denkbaar. Zo is er
slechts een theoretische hoop, dat op hoog Noord-Koreaans niveau
iemand op het idee van een putsch zal komen. Een mogelijke
volksopstand mag men rangschikken in de categorie ‘meest
onwaarschijnlijke wonderen uit de wereldgeschiedenis’.

Het domste dat wij in het Westen binnen die situatie kunnen doen, is
lacherige berichten verspreiden over pakweg een verplicht kapsel voor
alle Noord-Koreanen, zoals de afgelopen dagen gebeurde, zeker als je
niet weet of het verhaal klopt. Consequent inzetten op
gezichtsverlies voor Koguryo is levensgevaarlijk en komt in de buurt
van gerichte oorlogspropaganda.

Het land hoeft maar over één kernkop te beschikken, en voor je het
weet, is een van de grootste steden ter wereld verwoest, het oude
Hanyang. Met vele miljoenen doden tot gevolg. Dat zou niet alleen een
humanitaire ramp van ongekende omvang zijn, maar ook de
wereldeconomie op een manier door elkaar schudden, zoals nog nooit
meegemaakt: in een keer zou een van de belangrijkste economische
machten ter wereld zijn onthoofd. Met bovendien volstrekt
onvoorspelbare militaire consequenties, gezien de aanwezigheid van
een paar kernmachten in die regio.

Landsgrenzen

Het beste waar we welbeschouwd op mogen hopen, is spoedig
Noord-Koreaans succes bij de ontwikkeling van de eigen olievelden, na
veel gezoek officieel vastgesteld in 1997. Pas in 2010 kwam bericht
dat Noord-Korea deze voorraden zou gaan exploiteren, in samenwerking
met de Ierse oliemaatschappij Animex. Die olievelden bevinden zich,
wie zal het verbazen, in de Gele Zee. Het verdedigen van de
landsgrenzen daar is voor Noord-Korea dus van centraal belang, zeker
omdat het Zuiden die olievelden ook zou willen hebben. Uiteindelijk
wordt daar misschien over de toekomst van het Koreaanse schiereiland
beslist. En dat is een wezenlijke kwestie voor ons allemaal.

Lucas Hüsgen  

take down
the paywall
steun ons nu!