General
Motors draalde meer dan een decennium om 2,6 miljoen wagens (onder
meer de Chevrolet Cobalt) terug te roepen. De auto’s bevatten een
defecte startschakelaar waardoor de motor en het stuur plots kunnen
blokkeren en de airbag niet werkt. Door ongevallen zijn al zeker 13
mensen om het leven gekomen.
General Motors riskeert nu
honderden miljoenen dollar boetes. De verantwoordelijken kunnen ook
vervolgd worden omdat ze het publiek voorlogen.
De Amerikaanse
krant The Washington Post probeert na te gaan wat er verkeerd liep en
besluit dat het wellicht aan de bedrijfscultuur ligt.
Maryann
Keller die een boek schreef over GM zegt in de krant: “GM staat er
om bekend de beste en slimste mensen aan te nemen maar die worden
later ingepast in een systeem dat conformisme beloont”.
Volgens The Washington Post
speelt ook mee dat het slechte nieuws over de defecte auto’s de
directie pas bereikte in volle recessie. In een periode waarin het
bedrijf moeite had om het hoofd boven water te houden en een beroep
moest doen op overheidshulp,
was het terugroepen van meer dan twee miljoen auto’s
ondenkbaar.
Winst
De
bedrijfscultuur dus. Filmmaker Michael Moore die doorbrak met een
documentaire over GM, noemt dat een veel te vriendelijke term.
“Alleen al het lezen van de woorden “cultuur” en
“General Motors’ in een en dezelfde zin is genoeg om iemand te
doen kokhalzen. Nee, de oorzaak van deze tragedie is een economisch
systeem dat winst belangrijker vindt dan al het andere, belangrijker
zelfs dan een mensenleven”, reageert Moore op Facebook.
“GM
moet zoveel mogelijk winst maken voor de aandeelhouders. Als de
toplui kunnen aantonen dat ze geld besparen door die defecte
onderdelen niet te vervangen, dan is dat precies wat ze zullen doen.”
In de jaren ’70
publiceerde het Amerikaanse alternatieve magazine de zogenaamde Pinto
Memo. Daaruit bleek dat Ford de afweging maakte tussen het vervangen
van auto’s die riskeerden spontaan in brand te vliegen en het betalen
van slachtoffers. Er werd gekozen voor het tweede omdat dat goedkoper
was.