Paul Goossens schreef: “Op
een moment dat de macht van natiestaten en vakbewegingen door de globale
markten wordt uitgehold en er aan de fundamenten van de welvaartsstaat wordt
gemorreld, moet een sociaal bewogen Kerk de mechaniek die de armoede
veroorzaakt en ongelijkheid stimuleert, aantonen en aanklagen.
Het blijft
intrigeren dat de Kerk in ethische kwesties wel durft harde standpunten in te
nemen en de contramine op te zoeken, maar in het sociale debat wolligheid en
niet zelden opportunisme verkiest. Een Kerk die de liefdadigheid wil
overstijgen en de armen wil emanciperen, hen rechtvaardigheid en gelijke kansen
geven, weet dat ze in de controverse terechtkomt. Dan begeeft ze zich immers op
het terrein van de politiek en zijn botsingen met de rijken onvermijdelijk…”
Zijn de sociale uitspraken van paus Franciscus wollig? Naar
aanleiding van zijn apostolische exhortatie Evangelii Gaudium (de vreugde van het evangelie, EG) van 24 november 2013, zowat beschouwd als
programmaverklaring, krijgt hij alvast forse kritiek van ultra’s als Andrew
Napolitano en van Geert Wilders.
Deze laatste is kwaad op Franciscus omdat hij stelt dat
de “waarachtige islam en een adequate interpretatie van de Koran zich tegen
ieder geweld verzetten” (EG nr.253). Volgens Napolitano, de katholieke nieuwsanalist van de Amerikaanse tv-zender Fox News, slaat de paus de plank
mis met zijn kritiek op de vrije markt.[1]
CNN kende
aan paus Franciscus de ‘kartonnen medaille’ toe, voor het verkopen
van grote economische onzin[2].
Zinsneden
Oordeel zelf aan de hand van volgende zinsneden. De volledige citaten waaruit ze
genomen zijn met hun verwijzing, vind je in een aanhangsel[3]:
“nee
tegen een economie van uitsluiting en ongelijkheid zeggen. Deze economie doodt
(…) Vandaag valt alles onder het spel van de competitiviteit en de wet van de
sterkste, waar de machtige de zwakkere opeet.”
“In dit systeem dat ernaar neigt om alles op te slokken
met het doel de winsten te vergroten, blijft alles wat broos is, zoals het
milieu, weerloos ten overstaan van de belangen van de vergoddelijkte markt, die
in een absolute regel zijn veranderd.”
“omdat het maatschappelijke en economische systeem in de wortel onrechtvaardig is (…) een kwaad dat zich heeft genesteld in de structuren van
een maatschappij.”
“Zolang men de problemen van de armen niet radicaal oplost door af te zien van
de absolute autonomie van de markten en de financiële speculatie en door de
structurele oorzaken van de ongelijkheid aan te pakken, zullen de
wereldproblemen niet opgelost worden(….) De ongelijkheid is de wortel van de
maatschappelijke kwaden.”
“Wij mogen niet meer
vertrouwen in de blinde krachten en de onzichtbare hand van de markt (…) de
economie mag niet meer haar toevlucht nemen tot middelen die een nieuw vergif
zijn, zoals wanneer men de winstgevendheid wil vergroten door de arbeidsmarkt
te reduceren en zo nieuwe uitgeslotenen te scheppen.”
Wegen naar maatschappijverandering?
In vergelijking met het traditionele kerkelijk spreken zijn
het behoorlijk straffe uitspraken. Maar Franciscus wijst geen concrete wegen
tot maatschappijverandering aan. Hij pleit wel sterk voor ‘nieuwe
evangelisatie’, voor vreugdevolle evangeliserende aanwezigheid in deze wereld. In
die zin sluit hij aan bij het thema van de vijfde Algemene Vergadering
van de bisschoppen van Latijns-Amerika en de Caraïben (CELAM) die in 2007 in
het Braziliaanse mariaoord Aparecida plaatshad: “Discipelen en missionarissen van Jezus Christus opdat onze volkeren in
Hem leven zouden hebben: Ik ben, de Weg, de Waarheid en het Leven (Joh. 16,4)”.
In Evangelii Gaudium vinden we veel over ‘armen’, maar weinig over strijd, zelforganisatie, armen die zichzelf bevrijden. Bergoglio verwacht veel van
politici en van dialoog, hij zet in op cultuur en volksvroomheid.
Opnieuw een
aantal sprekende passages:
“Geld moet dienen
en niet heersen! De paus heeft allen lief, rijk en arm, maar heeft de plicht in
naam van Christus eraan te herinneren dat de rijken de armen moet helpen.” (EG 58)
“Ik vraag God dat het
aantal politici mag toenemen die in staat zijn een authentieke dialoog aan te
gaan erop gericht de diepe wortels en niet de uiterlijke vorm van de kwaden van
onze wereld te genezen! (…) Ik bid de Heer dat Hij ons meer politici schenkt
die de maatschappij, het volk, het leven van de armen werkelijk ter harte gaan!
(…) Ik ben ervan overtuigd dat er vanuit een openheid voor transcendentie een
nieuwe politieke en economische mentaliteit zou kunnen groeien.” (EG 205)
“Een geëvangeliseerde
volkscultuur bevat waarden van geloof en solidariteit die de ontwikkeling
teweeg kunnen brengen van een rechtvaardigere en gelovige maatschappij en een
bijzondere wijsheid bezit die men met een blik vol van dankbaarheid moet weten
te herkennen.” (EG 68)
“Het is tijd om te weten
hoe men in een cultuur die de voorkeur geeft aan de dialoog als vorm van
ontmoeting, vorm moet geven aan het zoeken naar consensus en overeenstemming,
zonder dit echter te scheiden van de zorg voor een rechtvaardige maatschappij,
in staat tot herinnering en zonder uitsluiting. De voornaamste schepper, het historisch subject van dit proces, is
het volk en zijn cultuur, niet een klasse, een fractie, een groep, een elite.
Wij hebben geen behoefte aan een project van weinigen dat gericht is op weinigen,
of aan een verlichte of plaatsvervangende minderheid die zich een collectief
gevoelen toe-eigent. Het betreft een overeenkomst om samen te leven, een sociaal en cultureel contract.” (EG 239).
Bevrijdingstheologie?
Met
dit laatste citaat botsen we op een hele controverse omtrent de bevrijdingstheologie. Deze begon in 1968 na de tweede Algemene Vergadering van de CELAM in Medellin (Colombia). De ‘optie voor de armen’ stond er centraal en de kerkelijke basisgemeenschappen kregen de zegen. Het slotdocument van Medellin wordt zowat beschouwd als het grondcharter van de bevrijdingstheologie. Algauw echter werd ze beschuldigd van ‘marxistische ontsporingen’.
In 1979 had de 3de Algemene Vergadering van de CELAM plaats in Puebla (Mexico), met als thema ‘evangelisatie van de cultuur’. De min of meer onuitgesproken agenda bestond echter in het doorvoeren van een correctie op Medellin. In de elf tussenliggende jaren waren door Rome genoeg conservatieve bisschoppen benoemd om de progressieven van een meerderheid af te houden.
In tegenstelling tot Medellin ging in Puebla niet zoveel aandacht naar de tegenstelling onderdrukkers-onderdrukten, wél naar de manier waarop ‘de christelijke cultuur uitgehold werd door secularisering en materialisme’. Kort gezegd: de marxistische conscientisering brengt geen redding, want marxisme is atheïstisch en zonder God kan men de wereld niet redden. Dat kon je wel verwachten van een geëvangeliseerde volkscultuur.
Van toen af aan beleed de Latijns-Amerikaanse kerk niet meer ‘de optie voor de armen’ (een partijdige keuze in een maatschappelijk conflict) maar de ‘voorkeursoptie
voor de armen’. Een veroordeling van de bevrijdingstheologie werd
in Puebla nipt vermeden, maar kwam er wel in 1984 met de instructie Libertatis
Nuntiandi. Deze werd ondertekend door Joseph Ratzinger, die toen prefect van de
Congregatie voor de Geloofsleer was.
Evangelii
Gaudium maakt duidelijk dat paus Franciscus meer uit het Pueblavaatje tapt dan uit
dat van Medellin. Hij leunt eerder aan bij wat de ‘Argentijnse lijn van
de bevrijdingstheologie’ genoemd wordt of de ‘theologie van het volk’. Deze ‘teología del Pueblo’ is verbonden met
namen als Juan Carlos Scannone, Bergoglio’s theologieprofessor en ordebroeder,
en Lucio Gera.
In een recent Engelstalig boek over paus Franciscus, zegt Scannone:
“In de Argentijnse bevrijdingstheologie wordt de marxistische sociale
maatschappijanalyse niet gebruikt, maar eerder een historisch-culturele analyse
die niet gebaseerd is op klassenstrijd als determinerend principe om
maatschappij en geschiedenis te verklaren (…) Ik denk dat de Argentijnse lijn
van de bevrijdingstheologie, die door sommigen ‘theologie van het volk’ wordt
genoemd, ons helpt het pastorale werk van Bergoglio als bisschop te begrijpen.”[4]
Aparecida
Op de Algemene Vergadering van de CELAM in Aparecida speelde Jorge Mario
Bergoglio, destijds aartsbisschop van Buenos Aires en hoofd van de Argentijnse
bisschoppenconferentie, een prominente rol. Dit heeft hem volgens sommige bronnen de Stoel van Petrus opgeleverd. Bergoglio zat in Aparecida de commissie voor die belast was met de redactie van het
einddocument. De Italiaan Sandro Magister, bekend journalist en vaticanoloog,
doet het verhaal onder de titel: “Toen Bergoglio de bevrijdingstheologen
versloeg”[5].
Het
ging om de bevrijdingstheologische methodiek van het zien-oordelen- handelen[6] waarvan
gezegd werd dat ze, traditiegetrouw, ook in deze conferentie gevolgd zou
worden. Groot was de verbazing toen in het ontwerp van einddocument, voorafgaand
aan het eerste deel (het zien), een hoofdstuk over ‘de missionaire discipelen’
was ingelast. Vandaar het voorstel om dit hoofdstuk te verplaatsen naar het
begin van het tweede deel (het oordelen) waar het meer op zijn plaats was.
Hoewel dat voorstel gesteund werd door de voorzitters van zestien
bisschoppenconferenties, wist Bergoglio de meerderheid te overtuigen om tegen
het voorstel te stemmen. Volgens hem was
het ‘zien’ afhankelijk van de ogen waarmee je kijkt. Je moest daarbij
vertrekken van een geloofs-visie en niet vanuit een sociologische blik. Want
met die ‘sociologische blik’ kan je verschillende kanten uit, je kan de
realiteit zowel vanuit een marktvisie als met een marxistische bril bekijken.
Dat
conflict in Aparecida was in Franciscus’ ogen niet zomaar een akkefietje. Tijdens zijn verblijf in Rio de Janeiro, naar
aanleiding van de Wereldjongerendagen, kwam hij erop terug. Op 28 juli 2013 richtte hij het woord tot de vertegenwoordigers van de Latijns-Amerikaanse
bisschoppenconferenties, en waarschuwde hen voor het ‘sociologiserende
reductionisme’ dat in Aparecida overwonnen werd en dat vandaag nog steeds voor
de Kerk een bekoring is.
Franciscus is overtuigd van het uitzonderlijk belang
van het einddocument van Aparecida. Niet alleen voor Latijns-Amerika, maar ook
voor de hele katholieke Kerk[7]. Betekenisvol
detail: de paus heeft het einddocument aan verschillende Latijns-Amerikaanse
leiders cadeau gedaan[8].
Het schaakbord
Onder
de ‘marketing’ van een paus’ (Paul Goossens) en het televisietheater
rond de pauskeuze vorig jaar blijft, onder het mom van
openbaarheid, een groot geheim liggen: dat van het conclaaf. Het is de
Braziliaanse feministische theologe Ivone Gebara die er, twee dagen na de
pausverkiezing, in een kritisch opiniestuk attent op maakte.[9]
Ook de Heilige Stoel en de Vaticaanse staat spelen hun rol op het geopolitieke schaakbord. Een pauskeuze is dan een uitgelezen moment om de stukken te verplaatsen. De zetten worden doorgesproken, onder meer tijdens het conclaaf. Is het toeval dat de Pool Karol Wojtyla in 1978 tot paus werd verkozen en dat elf jaar later het communistisch Oostblok in elkaar stortte? Is het toeval dat er in een tijd dat in Latijns-Amerika door het aantreden van linkse regeringen en door de strijd van vele sociale bewegingen van alles in beweging komt, een Argentijnse kardinaal wordt gekozen?
Die bewegingen, waaronder de feministische, zijn vaak ontstaan vanuit bevrijdingstheologische inspiratie en stellen eisen die de kerkelijke hiërarchie zorgen baren. Een kardinaal van het eigen continent, recht in de leer maar met mededogen voor wie faalt, die door zijn eenvoud de harten verovert, die een pleidooi voor de armen houdt, maar tegelijkertijd in staat is gebleken de ‘gevaarlijke’ scherpte uit de
bevrijdingstheologie te halen, is dan de geknipte persoon.
Is dat een juiste voorstelling van zaken? De vraag mag
gesteld worden.
Zal Franciscus de Kerk redden?
Het
is zeker dat Franciscus’ optreden een stijlbreuk is tegenover zijn voorgangers. Dat werd in de media voldoende onderstreept. Maar dat zal niet
volstaan. Ik kan mij vinden in het antwoord van de Benedictijnse zuster Teresa
Forcades uit Catalonië die aan de Humboldt Universiteit in Berlijn theologie
doceert.
Op zaterdag 15 maart jl. publiceerde De Morgen een uitgebreid interview met haar. Daarin zei zij onder meer: “Ik koester goede hoop dat hij (paus
Franciscus) de signalen van de basis opvangt. Als er verandering komt in de
kerk, dan moet die van onder komen, niet van boven. Positieve veranderingen louter
en alleen omdat je een goede paus hebt? Neen, daar geloof ik niet in.
Veranderingen van bovenaf zijn solitaire, personalistische en dus autoritaire
keuzes. De modernisering van Vaticaan II is er destijds niet gekomen omdat Johannes
XXIII zo’n fantastische paus was, wel omdat hij de grondstroom in zijn kerk
vatte”.
In die zin is de wereldwijde bevraging van de gelovigen over het gezin
in de katholieke kerk revolutionair. De
eerste resultaten laten al de enorme kloof zien tussen de mening van de gewone
parochianen en de kerkelijke verordeningen op het vlak van moraal, seksualiteit
en pastoraal. Wat er verder mee gaat gebeuren op de bisschoppensynode in
oktober, is een andere zaak.
Andere belangrijk initiatieven zijn twee commissies. Een internationale commissie van acht kardinalen is benoemd om de Romeinse Curie te hervomen, het centrale bestuursapparaat van de katholieke kerk. Daarnaast werd er een speciale onderzoekscommissie in het leven geroepen voor het in opspraak gekomen ‘Instituut voor Religieuze Werken’, alias de Vaticaanse bank.
De acht kardinalen zijn niet allen
onbesproken. Voorzitter Oscar Rodríguez Madariaga uit Honduras staat dicht
tegen het rechtse regime van zijn land en heeft de staatsgreep tegen president
Zelaya gesteund. De Chileense kardinaal Errázuriz staat heel dicht bij de paus
en staat bekend als een notoire vijand van de bevrijdingstheologie.
In
de onderzoekscommissie naar de Vaticaanse bank figureert kardinaal Norberto
Rivera, primaat van Mexico, die zich voor een federaal gerechtshof in Los
Angeles moet verantwoorden omdat hij de Mexicaanse priester Nicolás Aguilar uit
de wind heeft gehouden. Deze laatste werd beschuldigd van seksueel misbruik van
meer dan honderd kinderen in VS.[10]
Als Franciscus de kerk wil redden, zal hij evengoed zijn eigen job onder
handen moeten nemen. Een systeem
dat alle macht aan één persoon toevertrouwt rijdt zich onvermijdelijk vast. Drieëntwintig
jaar geleden reeds omschreef Rik Devillé het kerkinstituut als ‘de laatste
dictatuur’. Het feit dat de man aan de top een innemende figuur is, verandert
daar niets aan. Velen in de katholieke kerk, ook in de hogere echelons, zijn
zich van het probleem bewust. Meer hierover vindt men in de twee artikels die
in voetnoot vermeld worden.[11]
Zal Franciscus de Kerk redden? Uiteindelijk is dit een kwestie van bijkomend belang. Het gaat immers om de vraag of wij de wereld zullen redden. Want daar is het
in evangelie en Bijbel om te doen. Een kerk die
aan haar Schriften trouw
wil blijven, komt in de controverse terecht. Dat heeft Paul Goossens goed begrepen.
Jan Soetewey is lid van de denkgroep MaatschappijKritische Christenen
[1]
www.katholieknieuwsblad.nl/nieuws/item/4908
[2] Frei Betto, Francisco y los cambios
en la Iglesia Católica. http://alainet.org/publica/alai492w.pdf
[3]
De vertaling van de ‘Bisschoppenconferentie van België’ (Licap), vertoont
gebreken. Ik volg RK.documenten.nl. http://www.rkdocumenten.nl/rkdocs/index.php?mi=600&doc=4984
[4]http://www.cahtolicworldreport.com/Blog/2573.
Over ‘la téología del pueblo’, zie
http://www.mercaba.org/FICHAS/Teologia_latina/perspectivas_eclesiologicas.htm
[5] ‘Quando Bergoglio sconfisse i teologi
della liberazione’. http://chiesa.espresso.repubblica.it/articolo/1350613. Ook in een Franse, Engelse en Spaanse versie.
[6]
Trits afkomstig van Jozef Cardijn. Schematisch komt het hierop neer: zien = de
realiteit in ogenschouw nemen en analyseren; oordelen = het licht van het evangelie
laten schijnen over wat vastgesteld werd; handelen = wat staat ons bijgevolg te
doen?
[7] Ibidem als noot 5.
[8] Victor Codina, ‘Un nuevo clima pastoral’,
in vida pastoral, jan-feb 2014.
www.vidapastoral.com.
[9] [Nuevo Papa] ‘La geopolítica del
secreto’. http://site.adital.com.br/site/noticia.php?lang=ES&cod=74179&langref=ES&cat=24
[10] Observatorio Eclesial, ‘Francisco y la reforma de la Iglesia católica’. www.adital.com.br/site/noticia_imp.asp?lang=ES&img=N&cod=79775
[11] Meer
hierover kan men lezen in Eduardo Hoornaert, Een katholieke kerk zonder paus?, www.dmkc.be;
en in José Comblin, ‘Les problèmes de gouvernement de l’église’. http://www.culture-et-foi.com/critique/jose_comblin_eglise_problemes_gouvernement.htm