Oluwafèmi Kèmet Kochoni in Porto Novo, de hoofdstad van Benin, naast een buste van René Marc Tovaly Quenum (1887-1936), één van de voornaamste geestelijke vaders van het panafrikanisme (foto David Van Peteghem)
Nieuws, Afrika, Samenleving, Politiek, Benin, Afrikaanse Unie, Pan-Afrikanisme -

De toekomst van het panafrikanisme: een eigen oplossing voor Afrika

“Niemand kan betere oplossingen aanreiken voor onze problemen dan wijzelf”, vindt Oluwafèmi Kèmet Kochoni, nationaal coördinator van de Wereldraad van het Panafrikanisme voor Benin. David Van Peteghem had een gesprek met hem in de hoofdstad Porto Novo.

zondag 16 maart 2014 12:02
Spread the love

Je bent recentelijk verkozen tot nationaal coördinator voor Benin van de Wereldraad van het Panafrikanisme (CoMoPa) in Benin. Staat deze nieuwe beweging voor een terugkeer naar het oorspronkelijke panafrikanisme?

De beweging is niet nieuw. Ze werd in 2007 opgericht. We bestaan dus al 7 jaar. De verkiezing van een jonge man als ik aan het hoofd van de Beninse afdeling is zeker nieuw. Onze beweging verdedigt de oorspronkelijke pan-Afrikaanse idealen. Die zijn een federaal beleidssysteem met één centrale regering en diplomatie, van de Zuid-Afrikaanse Kaap tot Caïro en van Somalië tot Senegal en een eigen Afrikaanse militaire controle over alle Afrikaanse territoria. Wij willen ook dat onze broeders en zusters in de diaspora terugkeren en een natie vinden waarin ze kunnen leven en zichzelf thuis voelen.

Biedt het Panafrikanisme een uitweg voor de problemen veroorzaakt door het wereldkapitalisme? 

De huidige slechte prestaties van Afrika zijn het gevolg van het wereldwijde productiesysteem, gedomineerd door een kleine groep individuen, die azen op de levens van miljarden, de Afrikanen in de eerste plaats.  Afrikanen kunnen hun strijd echter niet alleen voeren. Het panafrikanisme kan enkel werken als het ook een internationale dimensie heeft, samen met alle andere onderdrukte mensen in de wereld.

Ik hecht dus groot belang aan economische rechtvaardigheid op wereldniveau. We moeten onszelf in Benin verlossen uit de monetaire, economische en politieke dominantie van Frankrijk en zijn bondgenoten. In plaats daarvan komen wij op voor bescherming, promotie en onderwijs van onze eigen beschavingswaarden.

Welke gelijkenissen en verschillen bestaan er tussen jullie doeleinden en die van het Pan-Afrikaanse parlement dat in 1994 door de Afrikaanse Unie werd opgericht?

Ik weet enkel via de televisie dat dit Pan-Afrikaanse parlement onlangs verkiezingen organiseerde. De Afrikaanse Unie (AU) maakt amper deel uit van het politieke leven van de Afrikanen. We hebben geen nood aan een politiek lichaam dat pretendeert wetten te maken voor alle Afrikanen, terwijl ze niet eens over de geschikte instrumenten beschikken om ook rekening te houden met onze voorstellen.

Natuurlijk is het goed dat we een Pan-Afrikaans parlement hebben. Ik denk zelfs dat het een grote stap vooruit is. Het belangrijkste is echter dat dit parlement goed moet functioneren en dat het voor het hele continent werkt. Niemand kan beter oplossingen aanreiken voor onze problemen dan wijzelf.  

Is de AU tegenwoordig niet eerder een instrument voor de opname van Afrika in het wereldkapitalisme?

Toen de AU in mei 1963 werd opgericht waren er twee strekkingen. De strekking, die het haalde, onder leiding van de voormalige president van Ivoorkust, Felix Houphouet-Boigny, verdedigde de verderzetting van het kolonialisme. De andere strekking onder leiding van de voormalige president van Ghana, Kwame Nkrumah wilde daarentegen met de koloniale mogendheden breken.

De AU werd dus niet opgericht ten voordele van de emancipatie van Afrikanen. Mei 1963 is voor mij de grootste ‘catastrofe’ in de hedendaagse geschiedenis van Afrika, omdat we toen een unieke opportuniteit misten voor de vooruitgang van Afrika.

In 2002 werd de organisatie hervormd. Hiermee wilde men lessen trekken uit de gemiste kans in 1963. Maar wat gebeurde er vervolgens? De oude koloniale meesters nodigden zichzelf opnieuw uit naar Afrika om in 2011 Khadaffi uit te schakelen. Geen enkel Afrikaans land heeft dit brutale optreden van de Europese mogendheden veroordeeld.

Luidde de dood van Khadaffi niet het einde in van een verschrikkelijke dictatuur?

Ik deel helemaal niet de methoden van Khadaffi. Het is echter een feit dat hij sterk heeft bijgedragen tot de vernieuwing van de AU. Toch kon hij niet op de volle steun rekenen van de AU omdat 92  procent van het budget afkomstig is van de Europese mogendheden. De vernieuwing van de AU faalde dan ook opnieuw.

Zolang Afrikanen niet zelf de organisatie financieren, zal de AU altijd beperkt blijven tot een loutere samenkomst van staatshoofden. Botweg gesteld, de AU is geen politiek lichaam geworden voor de opname van Afrika in het wereldkapitalisme, omdat het dat altijd al is geweest.  

Is er volgens pan-afrikanisten nog een toekomst weggelegd voor westerse ontwikkelingshulp? In België wordt daar geregeld over gedebatteerd.

Neen, want jullie hebben zelf geen enkele ervaring met de specifieke ontwikkeling die wij doormaken. Benin verkreeg zijn onafhankelijkheid van Frankrijk in 1960. De bevolking werd toen geschat op 2 miljoen inwoners. Vandaag telt Benin vijf keer meer inwoners. De bevolkingsdichtheid bedroeg toen 20 mensen per vierkante kilometer, vandaag is dat bijna 95. In de EU is dat ongeveer 116.

Wij waren een leeg land. Slechts 10 procent leefde in de steden, vandaag meer dan helft. Zo werden we een ander land.  Geef mij één voorbeeld van een niet-Afrikaans land of samenleving die in staat was om op vijftig jaar vijf keer meer mensen op te leiden, te voeden, tewerkstellen en te huisvesten? Men kan dan wel zeggen dat er armoede, werkloosheid, hongersnood is en dat is ook zeker waar.

Wij ervaren echter iets uniek. Geen enkel ontwikkeld land kan met zogenaamde financiële hulp een oplossing bieden voor Afrika. Benin heeft met zijn grondstoffen, bevolking en landoppervlakte zelfs meer middelen dan België. Na 53 jaar ondersteuning toont de westerse ontwikkelingshulp zijn beperkingen.

Benin staat nog steeds helemaal onderaan op de lijst van de laagst ontwikkelde landen. Er is voor ons slechts één ontwikkelingsmodel levensvatbaar: een doorgedreven Afrikaanse en Beninese samenwerking, met een eigen munteenheid, zodat we met eigen kapitaal ons land kunnen industrialiseren. 

Volgens de cijfers van de VN stuurden 30 miljoen Afrikanen uit de diaspora in 2011 bijna 40 miljard dollar naar hun families, vrienden en zakenpartners. Is deze solidariteit niet belangrijker dan de vaak paternalistische ontwikkelingshulp van het Westen?

De solidariteit tussen Afrikanen en hun naasten in de diaspora is één van de waarden die wordt gedeeld en verdedigd door panafrikanisten. 40 miljard dollar is een belangrijke financiële meevaller voor de opbouw van een nieuw Afrika.  Deze geldstroom komt tegemoet aan de basisbehoeften van Afrikanen omdat het ook wordt gebruikt in sectoren waar de overheden slecht presteren.

Deze solidariteit is vele malen belangrijker dan de paternalistische projecten van westerse organisaties. Het probleem is dat deze hulp in het vaarwater van het ultra-liberalisme is terechtgekomen. De meeste projecten van het westen worden van bovenaf georganiseerd en bereiken nooit echt de vertrapte burgers. Het geld van de diaspora gaat daarentegen direct naar families en mensen die zelf best weten wat hun behoeften zijn.  Toch kan ook dat geld nog beter aangewend worden.

Ik denk daarom dat de Afrikaanse staten een wettelijk, juridisch en economisch raamwerk nodig hebben om een fonds voor de diaspora te creëren. Families kunnen dan stakeholders worden en in de directieraad van dat fonds zetelen. Daarmee kan geïnvesteerd worden in projecten van algemeen en nationaal belang. Anders zal de diaspora geld blijven toesturen en zullen families daar van afhankelijk blijven. Afhankelijkheid kan echter nooit leiden tot echte ontwikkeling.

Hoe zou westerse hulp aan Afrika eruit kunnen zien volgens deze Pan-Afrikaanse visie?

Wij geloven nog steeds dat het Westen een partner kan zijn in de verdere uitbouw van Afrika. Afrikanen proberen echter hun eigen oplossingen te bedenken. Daarom willen we dat de westerse solidariteit enkel nog steunt op een eerlijke transfer van vaardigheden. Afrikanen hebben zelf empowerment nodig, zodat de voortdurende ontwikkelingshulp kan stopgezet worden.

We hebben daarvoor drie voorstellen:

  1. monetaire soevereiniteit, de huidige Franse CFA-munteenheid houdt de voormalige Franse kolonies onder de knie;
  2. Zuid-Zuid samenwerking via een transfer van vaardigheden voor de industrialisering van Afrika; 
  3. bescherming van Afrikaanse producten om levensvatbaarheid en betrouwbaarheid van onze industrieën te verzekeren.

Meerdere Afrikaanse landen hebben een stevige economische groei. Het neoliberalisme lijkt die te ondersteunen. Volgens het IMF is Benin zelfs een goede leerling in het toepassen van hun neoliberale strategieën voor economische groei. Werkt maximale ondernemersvrijheid, private eigendom en vrijhandel in Benin?

Een goede leerling van IMF zijn betekent in Afrika essentieel het doorgeven van de controle over de economie aan multinationals. Deze buitenlandse monopolies winnen alsmaar terrein en de overheidsbedrijven zijn in het bezit van onze politici. Die hebben samen met hun buitenlandse bondgenoten de economie gekaapt.

Meer dan 80 procent van de Beninse economie is echter informeel en kan niet tegen deze grote monopolies opboksen. Wat die groei betreft, die wordt bepaald door ons belangrijkste exportproduct: katoen. Hoe meer we ervan produceren, hoe hoger de groei. Die katoen wordt in het noorden van het land geproduceerd. De paradox is dat daar de armste burgers leven en meer dan 90 procent van hun inkomsten spenderen aan meststoffen en pesticiden. Talloze katoentelers sterven elk jaar aan deze giftige producten.

Spelen Chinese investeringen een positieve rol in Benin?

De samenwerking met China is beter dan die met Frankrijk. Het is zelfs een indicator om de samenwerking met westerse landen en andere potentiële partners te herbekijken. China heeft kosteloos bijgedragen tot betere infrastructuur. Het gaat dus zeker om een win-win situatie, maar de verdiensten zijn toch niet helemaal wederkerig.

Ik geef een voorbeeld: China voorziet in financiële, militaire en technische ondersteuning. In ruil overspoelt het Benin met producten van slechte kwaliteit en krijgt het toegang tot onze natuurlijke hulpbronnen. Chinese handelaars nemen ook de markt over van Beninese handelaars.  De Chinese concurrentie in de katoenhandel leidde tot het failliet van het textielbedrijf CBT van de overheid. De Chinezen stellen ook grote interesse in teakhout, waar jaarlijks bossen voor worden weggekapt zonder enige controle. Er is tenslotte ook geen sprake van een transfer van technologie van China naar Benin.

Er is er dus een nieuwe vorm van afhankelijkheid ontstaan die niet bijdraagt tot verdere ontwikkeling. Het kan ook anders. Sierra Leone heeft een akkoord gesloten met China waardoor producten van slechte kwaliteit niet meer in hun economie terechtkomen. De tijd is ook aangebroken dat Benin investeert in massale productie en export van producten van eigen bodem zoals palmolie, karité-boter[1], ananas en cashewnoten om de handel terug in evenwicht te brengen.

Zet het taalkundig imperialisme van de oude koloniale meester ook niet een rem op de ontwikkeling van lokale talen en endogene kennisontwikkeling?  

Inderdaad. De voormalige koloniale macht Frankrijk probeert via zijn taal nog steeds invloed uit te oefenen. Frankrijk pompt miljarden in de Francofonie, om wereldwijd zijn invloedsfeer te behouden, ook omdat meer dan 80 procent van alle Franstaligen ter wereld Afrikanen zijn. Zonder Afrika zou de Franse taal als wereldtaal uitsterven.

Er bestaan plannen om van het francofone project een gemeenschappelijke culturele erfenis te maken ten kosten van onze nationale talen. Zelfs Canada probeert via Québec de Franse taal te promoten in Afrika.  Taal is dus een economische, politieke en geostrategische machtsfactor. Als wij willen vermijden dat onze eigen talen niet verdwijnen, moeten wij ze promoten.

Ik denk zelfs dat de tijd is aangebroken voor een nieuwe cultuurstrijd. Op dat vlak maakte Benin een grote stap voorwaarts omdat de regering Yoruba, Fon en Dendi heeft opgenomen in het onderwijsprogramma. Benin omvat echter slechts 5 procent van de totale bevolking van Afrika.

Voetnoten

  • [1]Een plantaardige vetstof, uit de vruchten van de karité-boom. Deze boter wordt veel gebruikt in de traditionele keuken van Benin en als vervanger van cacaopoeder in chocolade.

take down
the paywall
steun ons nu!