Dat zegt een voormalig kopstuk van de Amerikaanse antidrugdienst Drugs Enforcement Agency (DEA). Die dienst blijkt goed op de hoogte te zijn van de banden tussen Mexicaanse misdaadorganisaties en prominente politici van onder meer de PRI, de partij van president Enrique Peña Nieto.
Geld voor presidentskandidaat
“Er zijn documenten over vorige campagnes van de PRI”, zegt voormalig DEA-kopstuk Phil Jordan. “El Chapo en Rafael Caro Quintero van het Guadalajara-kartel (dat ondertussen niet meer bestaat), allemaal gaven ze geld aan presidentskandidaten. Ik beschik zelf niet over documenten maar er zijn inlichtingenrapporten die aangeven dat het kartel van El Chapo zeer nauw verweven is met de politiek.”
Phil Jordan toont zich dan ook verbaasd over de aanhouding van Guzmán. Hij vermoedt dat er iets gebeurd is tussen PRI en El Chapo. Hij sluit evenmin uit dat El Chapo over zijn gevangenneming heeft onderhandeld.
Jordan was vroeger inlichtingendirecteur van de DEA in El Paso, een Amerikaanse stad aan de Mexicaanse grens. Hij deed zijn verklaringen op een televisiezender in de VS. De Amerikaanse noch de Mexicaanse regering reageerden.
Meest gezochte drughandelaar ter wereld
Tot zijn aanhouding zaterdag was Joaquín Guzmán (56) de meest gezochte drughandelaar ter wereld. Hij staat aan het hoofd van het Sinaloa-kartel, de grootste misdaadorganisatie van Mexico. Het kartel draagt de naam van de noordwestelijke deelstaat waar het vooral actief is.
Experts zeggen dat de aanhouding niet veel aan de Mexicaanse drughandel zal veranderen. De overheid blijft te zwak, de banden met tussen drughandel en bedrijven en politici zijn te groot. Het organogram van het kartel “weerspiegelt de zwakte van de Mexicaanse overheid”, zegt Edgardo Buscaglia, voorzitter van het Instituut voor Burgeractie voor Justitie en Democratie.
Bedrijven en politici
De twee vorige regeringen hebben “alleen onderdelen van het netwerk ontwapend en daar geen overheidsaanwezigheid tegenover gesteld.” Het kartel kun je alleen aanpakken als je het vermogen onderzoekt van bedrijven en politici die zijn uitbreiding hebben mogelijk gemaakt, zegt Buscaglia.
Volgens de expert is er nog steeds een groot machtsvacuüm en daar profiteren de misdaadorganisaties maximaal van. “Alleen door die leemtes op te vullen voorkom je dat figuren als Guzmán opstaan.” Guzmán was in 1993 al eens aangehouden maar in 2001 kon hij ontsnappen uit een streng beveiligde gevangenis.
Betere coördinatie
Zijn nieuwe aanhouding “was te verwachten want de kopstukken zijn opnieuw een doelwit. Mexico wil bewijzen dat de rechtsstaat nog altijd geldt”, zegt Javier Oliva, expert in nationale veiligheid aan de Nationale Autonome Universiteit van Mexico.
In de vorige regering, onder Felipe Calderón (2006-2012), “was er rivaliteit tussen de ministers. Vandaag is de coördinatie aanzienlijk beter, er is meer continuïteit omdat het leger de strijd aanvoert.” Huidig president Enrique Peña Nieto had een ander veiligheidsbeleid beloofd. De oorlog tegen drugs van zijn voorganger had tot meer dan honderdduizend doden geleid.
In juli vorig jaar werd Miguel Ángel Treviño opgepakt. Hij was de leider van Los Zetas, een andere grote misdaadorganisatie. Het Sinaloa-kartel is actief in 58 landen over de hele wereld. Het beschikt over de grondstoffen om drugs te maken, kan wapens kopen, geld witwassen en productie-, opslag- en distributiecentra opzetten.