Inflatie en voedseltekorten
Het lijdt geen twijfel dat er ernstige economische problemen zijn in Venezuela. 56 procent inflatie is zeer hoog en de voedseltekorten ondervindt elke Venezolaan dagelijks. De regering van president Maduro heeft dat probleem onderschat en moet dat veel agressiever aanpakken, aldus Keane Bhatt van de North American Congress on Latin America (NACLA).
Die feiten moet echter genuanceerd en vervolledigd worden met andere factoren die even bepalend zijn voor de economie. Venezuela heeft slechts 6 procent werkloosheid. In 2013 is de armoede met 19 procent gedaald, met andere woorden, ondanks de inflatieproblemen blijft het gemiddelde gezinsinkomen stijgen. Dat is al tien jaar zo, met gemiddeld 2,7 procent jaarlijks. Bovendien was de inflatie voor 1999 – het jaar dat Hugo Chávez president werd – steeds hoger dan nu.
Volgens Gregory Wilpert, oprichter en hoofdredacteur van Venezuelanalysis, zijn er historische en politieke redenen waarom Venezuela reeds zo lang een hoge inflatie heeft. In 2013 was het 56 procent, in 2014 zal het waarschijnlijk iets dalen tot 40 procent, wat weliswaar nog altijd hoog is. Venezuela heeft problemen met de inflatie sinds de jaren 1980, gemiddeld was die toen 50 procent.
Onder Chávez was dat gemiddeld 22 procent, met uitzondering van het laatste jaar 2013 onder opvolger Maduro. Meer onrustwekkend is dat ondertussen het percentage van de voedseltekorten toeneemt. In december was dat 20 procent van de totale benodigde invoer, in januari is dit al gestegen tot 28 procent.
De beperkingen van een petroleumeconomie
Venezuela leeft van een continue instroom van petrodollars, die de lonen en de prijzen opdrijft en de inflatie voortdurend aanwakkert. De regering probeert daar mee om te gaan op een onorthodoxe manier, weg van de geglobaliseerde markteconomie. Het gevolg is een enorme kapitaalvlucht door de economische elite, vooral na hun mislukte staatsgreep van 2002.
De regering heeft daar toen op gereageerd met strenge regels voor uitvoer van deviezen sinds 2003. Die werken in zekere mate wel maar daar wordt op gereageerd met een toename van de zwarte markt. Die was er al – zoals in elk Latijns-Amerikaans land – maar is sinds 2003 enorm toegenomen.
Het gevolg is dat producten (waaronder voedsel) worden ingevoerd aan de officiële wisselkoers en onmiddellijk terug het land worden uitgesmokkeld, bijvoorbeeld naar Colombia, waar ze aan drie, vier, vijf keer de officiële prijs worden doorverkocht. Het zijn uitsluitend mensen uit de middenklasse en de elite die toegang hebben tot die zwarte markt.
De regering van Maduro heeft daar veel te passief op gereageerd, vandaar de hogere inflatie van het voorbije jaar. Rafael Ramírez, voorzitter van de Venezolaanse openbare oliemaatschappij PDVSA, heeft daarom zopas beslist dat er terug ruimte komt voor een vrije wisselmarkt, naast die van de overheid. Dat gaat het probleem wat verzachten maar ten gronde niet echt oplossen, volgens Wilpert. Het fundamentele probleem blijft immers de exclusieve afhankelijkheid van de Venezolaanse economie van één sector, de petroleum. Daar geraakt de regering nog niet uit.
Meerdere maatregelen verzachten de inflatie
Een van de redenen waarom ondertussen de werkloosheid toch afneemt en het gemiddeld inkomen blijft stijgen is dat heel wat sectoren loonafspraken maken om de lonen te indexeren. Dat gebeurt in Venezuela niet automatisch. Ook het minimumloon is verbonden aan de inflatie. Mede daardoor ook blijft Venezuela het minst ongelijke land van Latijns-Amerika.
De voedseltekorten zijn bovendien relatief. De Venezolanen eten gemiddeld beter en gezonder dan ooit tevoren. Voor Chávez was het gemiddelde voedingsniveau 2000 calorieën per persoon per dag, nu is dat ongeveer 3000. Wat je hebt is dat er de ene week nergens melk te vinden is, de andere week vind je nergens meel of bepaalde groenten. Dat betekent echter niet dat je ondertussen verhongert.
Het lijdt echter geen twijfel dat deze toestand frustrerend werkt en de mensen op stang jaagt, zeker de lange wachtrijen. Uit die frustratie zijn de protestbewegingen van de voorbije weken ontstaan. Er moet echter een onderscheid worden gemaakt tussen de motieven voor de eerste betogingen en de motieven van de politieke oppositie eenmaal ze deze protestbewegingen heeft overgenomen.
Studenten namen het initiatief
Het initiatief kwam van meerdere studentenorganisaties die wilden protesteren tegen de economische problemen, maar ook tegen de grote onveiligheid. De studenten van de grote privé-universiteiten hebben echter snel de afspraken om enkel vreedzaam te betogen geschonden, waartegen de politie vervolgens zeer hardhandig is opgetreden. Oppositieleider Capriles distantieerde zich daar aanvankelijk van.
De studentenbeweging is – net als in de rest van Latijns-Amerika – in Venezuela strak verdeeld in een linker- en rechtervleugel. Die rechtervleugel bestaat hoofdzakelijk uit studenten van de privé-elite-universiteiten. Zij volgen Leopoldo López, concurrent voor de macht binnen de rechtse oppositie. Het gaat hier weliswaar over tienduizenden betogers, maar niet over massale volksmobilisaties.
Dit zijn goed georganiseerde groepen die systematisch belangrijke kruispunten blokkeren en ellenlange chaotische verkeersfiles veroorzaken. Bovendien grijpen deze protesten in de betere middenklassebuurten plaats. In de arme wijken van de steden zie je hen niet. Daar heeft Maduro nog altijd massale steun van de bevolking.
Interne machtsstrijd binnen de oppositie
De grootste concurrenten van Capriles voor het leiderschap van de rechtse oppositie, Leopoldo López en María Corina Machado, hebben onmiddellijk de kant gekozen van de meer gewelddadige betogers en maakten van de protesten wat ze nu zijn geworden: een eis tot afzetting van de huidige president.
Zij willen zich niet neerleggen bij de strategie om zich onder Capriles’ leiderschap te concentreren op 2016, wanneer Maduro de helft van zijn mandaat heeft vervuld. Het is de bedoeling om dan een herverkiezingsreferendum te organiseren om hem te vervangen. Maduro werd immers met een zeer kleine marge verkozen. Zij verwijten Capriles vooral dat de strategie is mislukt om Maduro na zijn nipte verkiezing in 2013 verder te verzwakken bij de gemeentelijke en deelstaatverkiezingen van 8 december 2013. Maduro’s partij behaalde terug 56 procent van de stemmen, ondanks de hoge inflatie en de economische problemen.
Maduro kan, zoals hierboven al werd toegelicht, immers nog altijd bogen op economische groei, dalende werkloosheid en vermindering van de armoede. Omdat Capriles dus driemaal op rij verloren heeft in minder dan één jaar tijd (eerst tegen Chávez zelf, daarna tegen Maduro en vervolgens bij de gemeentelijke verkiezingen van december 2013) stellen López en Machado zijn leiderschap in vraag.
Wat nu gebeurt is volgens Gregory Wilpert niet zozeer een poging tot staatsgreep maar een machtsgreep binnen de oppositie. Dat de oppositie daardoor verdeeld geraakt is voor López en Machado niet echt een probleem. Ze gaan er van uit dat dat tegen 2016 wel opgelost geraakt.
Een andere visie op de maatschappij
Wat je in de westerse massamedia leest, met hun exclusieve focus op de inflatie en andere negatieve punten, zonder rekening te houden met de globale context, is volgens Bhatt en Wilpert een eenzijdige, vervormde weergave van de werkelijkheid. Die weergave negeert ook de historische context van Latijns-Amerika, dat één van de meest ongelijke continenten ter wereld is.
Voor Chávez waren in Venezuela twee partijen aan de macht – het klassieke Latijns-Amerikaanse patroon – die elkaar wel bekampten om de macht maar maatschappelijk inwisselbare ideologieën hadden. Ondertussen was de reële macht over de grondstoffen, de rijkdom van het continent, in handen van een kleine economische elite.
Sinds Chávez kent dit land een nieuw ontwikkelingsproces met vallen en opstaan dat radicaal ingaat tegen dat verleden. De bevolking van heel wat andere landen heeft zich daar op geïnspireerd. De afname van de sociale ongelijkheid in de maatschappij schrikt de Venezolaanse elite en de middenklasse af.
Paranoïde verklaringen versus concrete ervaringen
In 2006 bracht WikiLeaks interne memo’s van de Amerikaanse ambassade in Caracas uit waarin de ondermijningsstrategie tegen de verkozen president werd toegelicht. Die memo’s lieten aan duidelijkheid niets te wensen over, economische blokkades, stoken van sociale onrust, het stond er allemaal in.
Dat de regering van Venezuela nu paranoïde reageert op de recente protesten, heeft met andere woorden een basis in de concrete ervaringen van het verleden. Het overdreven theatraal taalgebruik van president Maduro stemt overeen met de politieke cultuur van Latijns-Amerika. Wat dat laatste betreft zijn de leiders van oppositie en meerderheid aan elkaar gewaagd.
US Backing the Destabilization of Venezuela. Keane Bhatt, TheRealNews
Venezuela Protests Reveal Rivalry in Opposition Leadership. Gregory Wilpert, TheRealNews (1)
Why is inflation so high in Venezuela? Gregory Wilpert, TheRealNews (2)