Vorig jaar op 17 oktober lanceerde het Netwerk tegen Armoede de campagne Geen federale regering zonder optrekken inkomens en uitkeringen tot de armoedegrens. Veel uitkeringen duiken nog ver onder de Europese armoedegrens van 1.000 euro voor een alleenstaande en 2.100 euro voor een gezin met kinderen. Het Netwerk raamt de verhoging van alle uitkeringen tot de armoedegrens op een kostprijs van ca. 1,5 miljard euro (op basis van een berekening door het Rekenhof uit 2008). Het probleem van lage uitkeringen leeft ook bij ocmw’s zo blijkt. Het Netwerk stelde een ontwerpmotie op die ocmw-raadsleden in hun eigen raad kunnen indienen. Ook de vvsg pleitte al voor een verhoging van het leefloon tot de armoedegrens.
We zien dat ocmw’s stilaan op de kar springen van de campagne. OCMW Gent nam de ontwerpmotie van het Netwerk tegen Armoede niet over, maar keurde een aangepaste tekst goed, die eist dat het leefloon minstens gelijk ligt aan de armoedegrens. Dat de motie unaniem goedgekeurd werd, is een krachtig signaal. In Gent wil men tegen 2016 via aanvullende financiële steun de inkomens van ocmw-cliënten tot boven de armoedegrens krijgen. Tegelijk geeft men, terecht, het signaal dat dit eigenlijk een taak is van de federale overheid.
Eigenaardig, in buurgemeente Merelbeke diende Groen de motie in en daar werd ze door alle andere partijen weggestemd, hoewel men zich inhoudelijk wel achter de tekst kon scharen. In Evergem schaarde de ocmw-raad zich dan weer wel unaniem achter de motie.
Het is zonder meer een belangrijk signaal dat ocmw’s aangeven dat leefloon en andere uitkeringen te laag zijn om menswaardig van te leven. Zij worden in de praktijk geconfronteerd met de gevolgen. Een groeiend aantal vragen naar aanvullende financiële steun, waardoor die te lage uitkeringen uitgroeien tot een besparing door de federale regering op kap van de ocmw’s. Hoog tijd dat de regering hier haar verantwoordelijkheid in neemt.