Mijn wens voor 2014: laat ons enkel woorden gebruiken die de solidariteit aanmoedigen
Nieuws, Economie, België, ACV, Belastingen, Loonkosten, Fiscaliteit, Guido Deckers, Belasting op arbeid, Belgische vakbonden, Loonkost -

Mijn wens voor 2014: laat ons enkel woorden gebruiken die de solidariteit aanmoedigen

Beste, dit is mijn wens voor het nieuwe jaar, omdat ik geloof dat het een hulpmiddel kan zijn in de strijd voor een rechtvaardige wereld. Uiteraard zal het niet het enige middel zijn om de wereld te veranderen, maar het zal het de tegenstanders van solidariteit alleszins moeilijker maken! Als voorbeeld beperk ik me tot woorden die verbonden zijn met het inkomen van werknemers.

dinsdag 7 januari 2014 14:46
Spread the love

Bepaalde woorden of begrippen zijn niet altijd neutraal en hebben eerder het doel om het denken van mensen te bezetten met een ideologische of politieke opvatting. Zolang de mensheid al bestaat, is het steeds een elite die zijn opvattingen wil opleggen aan een meerderheid van de bevolking. Dit gebeurde – en gebeurt nog steeds – via geweld, scholing, media, maar ook door aan bepaalde begrippen een heel specifieke inhoud te geven die in het voordeel speelt van die elite. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de sociale bijdragen op de lonen.

Loon wordt omgetoverd in belasting

Wat hebben we gezien in de loop der jaren? Dat er een begripsverschuiving heeft plaatsgevonden die op den duur leidde tot een bewust gecreëerde begripsverwarring met vandaag verstrekkende gevolgen. Wat in werkelijkheid een vorm van uitgesteld loon is, kreeg de naam van sociale bijdrage. Sociale bijdrage werd vervolgens een sociale ‘last’. Sociale last werd dan ‘patronale’ last, om tenslotte uit te monden in ‘belasting op arbeid’. Met andere woorden ‘loon’ werd omgetoverd in ‘belasting’.

Vandaag gaat het zover dat bijvoorbeeld een professor economie naar aanleiding van de onthullingen over niet-betaalde bedrijfsbelastingen, de verdediging opnam van deze bedrijven met de absurde stelling dat de bedrijven wél belastingen betaalden omdat zij de bedrijfsvoorheffing – een maandelijkse voorafbetaling van de uiteindelijke belasting – op de brutolonen van hun werknemers rechtstreeks doorstorten aan de fiscus.

Patronale bijdragen zijn geen belastingen

Als werkgevers het hebben over hoge belastingdruk voor bedrijven, hebben zij het niet over de vennootschapsbelasting, de belasting op hun winst, maar over de verschillende soorten bedragen die de werkgevers verplicht moeten doorstorten aan de staat, zoals de bedrijfsvoorheffing, de sociale bijdragen, milieuheffingen enz. Dat zijn echter totaal verschillende dingen. Want al die bedragen maken deel uit van de totale onkosten die een bedrijf in mindering brengt om de winst te berekenen. Het is op die winst dat dan belasting wordt betaald.

Zo zijn bijvoorbeeld de patronale bijdragen voor de sociale zekerheid een deel van de totale loonkost die de werkgever moet betalen voor de arbeid van een werknemer in zijn bedrijf. En voor alle duidelijkheid: de totale loonkost behoort bij de onkosten! Onder het begrip ‘totale loonkost’ voor de werkgever moet worden verstaan: nettoloon + bedrijfsvoorheffing + werknemersbijdrage + werkgeversbijdrage.

Er zijn nog twee begrippen die ons al jaren op het verkeerde been hebben gezet. Door een onderscheid te maken tussen het begrip werkgeversbijdrage en werknemersbijdrage, geeft men de indruk dat de werkgever hier een extra inspanning levert. Dat is natuurlijk onjuist, want de werkgever rekent de totale loonkost bij de globale onkosten. Wat de werkgever doet is de optelsom van werknemers- en werkgeversbijdrage doorstorten aan de sociale zekerheid.

Ook de fiscus krijgt een deel. Zo stort de werkgever maandelijks een voorafbetaling door op de uiteindelijk te betalen belastingen die je op het einde van het jaar op je brutoloon moet betalen. Dit wordt de bedrijfsvoorheffing genoemd. Wat dan overblijft is het netto loon. Het deel van het globale loon dat de werkgever doorstort naar de sociale zekerheid is een uitgesteld loon van de werknemer, dat terecht komt in een sociale zekerheidskas. Bij ziekte, werkloosheid of bij pensionering wordt het vervangingsinkomen vanuit die sociale zekerheidskas betaald.

Als werkgevers het hebben over de (te) hoge loonkost, dan hebben ze het vooral over het deel werkgeversbijdrage aan de sociale zekerheid waarop ze willen beknibbelen. Hun redenering is dat de werknemers daar toch niets van zullen voelen, want een vermindering van die werkgeversbijdrage wijzigt niets aan het brutoloon, en dus ook niet aan het netto loon, dat de werknemer op zijn loonbrief ziet staan.

De werkgeversbijdrage staat immers niet op de loonfiche, waardoor het lijkt alsof het ook geen deel uitmaakt van het loon. Wat zou je ervan denken om in het vervolg de volgende begrippen te hanteren: globaal loon, sociale bijdragen, bedrijfsvoorheffing, netto loon? Dat werkgevers lonen een ‘last’ vinden en dat werknemers voor hun een ‘kost’ zijn, ja zelfs een ‘handicap’, dient enkel om het denken te bezetten met de neoliberale logica: winst voor enkelen.

Daar hoeven we niet aan mee te doen. Arbeid is niet te koop en mensen hebben het recht op een waardig inkomen en op gezonde arbeidsomstandigheden. Hoe kan een mens anders ontplooien en kinderen opvoeden? Is dat dan alleen weggelegd voor een elite?

Niet zonder gevolg

Heel deze begripsverschuiving is de laatste twintig jaar niet zonder gevolg gebleven voor de sociale zekerheid en ligt mee aan de basis van een verschuiving van het inkomen uit arbeid naar kapitaal en vermogens. Hoeveel sociale bijdragen en belastingverminderingen hebben de laatste 20 jaar niet plaatsgevonden, telkens onder het motto ‘jobs in ruil voor loonsvermindering’?

Wist je dat de werkgevers eigenlijk meer terugkrijgen van de overheid dan dat ze aan belastingen betalen? Zo kregen ze in 2011 zowat vijf miljard euro aan verminderingen van bijdragen voor de sociale zekerheid. Met daar bovenop 6,2 miljard euro aan loonsubsidies. Samen goed voor een slordige 11 miljard euro. Als je weet dat de belastingen op de winst die de bedrijven realiseren (de vennootschapsbelasting) jaarlijks 10 à 11 miljard opbrengt, dan mag je hieruit besluiten dat de werkgevers meer terugkrijgen van de overheid dan dat ze belastingen betalen.

Als klap op de vuurpijl heeft de regering Di Rupo beslist met het akkoord over het concurrentiepact om de werkgevers nog eens bijkomend 3 keer 450 miljoen bijdrageverminderingen cadeau te doen. Alles samen goed voor 1,3 miljard euro. Dat zal gebeuren in 2015, 2017 en 2019, de momenten waarop om de twee jaar nieuwe Inter-Professionele Akkoorden (IPA) worden afgesloten. Voor de zoveelste keer geeft de regering nieuwe bijdrageverlagingen aan de bedrijven. Om de ‘tewerkstelling veilig te stellen’, om ‘de concurrentiekracht te vrijwaren’. Maar werkt dat? Neen, verhoging van de winsten en hogere dividenden is het enige resultaat van al die bijdrageverminderingen. En wat gebeurt er met de tewerkstelling? Die daalt verder.

Nemen we bijvoorbeeld het onderzoek van belastingcontroleur Marco van Hees die de 1000 meest winstgevende bedrijven onderzocht voor het jaar 2012. Deze bedrijven boekten 50 miljard euro winst en kregen via allerlei fiscale gunstmaatregelen voor meer dan 13,9 miljard euro fiscale verminderingen. En toch daalde de tewerkstelling in die 1000 bedrijven met 20.000 eenheden. Dit is een daling van 7% van de totale tewerkstelling.

Van concurrentiepact naar solidariteitspact

Laat ons waakzaam zijn om niet in de concurrentielogica mee te stappen door woorden over te nemen zoals ‘loonhandicap’ en ‘loonlast’. Want concurrentie staat lijnrecht tegenover de waarden van internationale solidariteit. In een dergelijke logica trekken de werkgevers aan het langste eind. De concurrentielogica verschuift gewoon de werkgelegenheid naar de goedkoopste of meest flexibele werknemers.

We kunnen dit tegengaan door een woordenschat te gebruiken die deze logica tegengaat. Laten we van solidariteit een wet maken en van concurrentie een verbod. Want van solidariteit worden werknemers beter! Ik wens je een gelukkig Nieuwjaar.

Guido Deckers, Nationaal ACV-propagandist voor het thema rechtvaardige fiscaliteit

Bronnen:

• Guy Vanthemsche, De beginjaren van de SZ in België 1944-1963

• Ons Recht, november 2013, p.12

• Marco Van Hees, PVDA – studiedossier: De top 50 van de fiscale kortingen (4e editie)

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!