Fujino is een klein stadje van ongeveer 10.000 inwoners, gelegen net buiten het grootstedelijk gebied van Tokio. In 2008 werd Fujino de eerste officiële Transition Town (of Transitiestad) van Japan en de 100ste in de hele wereld.
Transition Towns zijn lokale gemeenschappen die zich inzetten om hun woonplaats duurzamer en veerkrachtiger te maken. Niet wachten op overheden, maar zelf praktisch aan de slag gaan, is de drijfveer achter de beweging. Het Transitie-concept is een idee van de Brit Rob Hopkins, dat zich sinds 2008 over de wereld verspreidt.
Drievoudige ramp
Sinds Tsunami-golven het Noord-Oostelijke deel van Japan troffen, is de stroom zorgwekkende berichten over de Fukushima-kerncentrale, die door de ramp ernstig beschadigd raakte, niet meer stil komen liggen. Bijna 3 jaar na dato is er nog geen einde in zicht voor het opruimen en ontmantelen van de nucleaire reactoren. Er zou sprake zijn van corruptie bij de werken en daarnaast hebben de duizenden mensen die hun woning verloren na de ramp nog geen permanente huisvesting gekregen.
De schok die Japan overspoelde na de ramp, leidde in de stad Fujino tot een gezamenlijke inspanning om wanhoop om te zetten in hoop. Hide Enomoto, die in Europa in aanraking kwam met de Transitie-beweging en het concept naar Japan bracht, vertelt: “Hoewel mijn stad Fujino niet in de buurt van het door de ramp getroffen gebied ligt en niet direct werd geraakt door de drievoudige ramp van de tsunami, aardbeving en radioactieve straling, waren mensen diep geschokt en in eerste instantie volledig lamgeslagen door de plotselinge blootstelling aan een ongekende crisis.”
“De sfeer die destijds heerste in Fujino en de rest van Japan, kan ik alleen maar omschrijven als een van wanhoop, vooral met betrekking tot het beangstigende idee van zoveel nucleaire straling.”
“Laten we een eigen elektriciteitsbedrijfje oprichten”
Twee verhalen over hoe Fujino reageerde op de ramp, begonnen te midden van die wanhoop. Het eerste verhaal is dat van Fujino Electric Company. Kort na de ramp, die in Japan ook wel 3.11. wordt genoemd, verscheen er een bericht op de mailinglijst van Transition Fujino, waarin stond: “We kunnen wanhopen, maar we kunnen ook iets doen. Laten we het heft in eigen handen nemen en Fujino Electric Company oprichten.”
Fujino Electric Company moest een bescheiden, doch positief antwoord geven op Tokyo Electric Power Company, het alom gelaakte bedrijf dat de Fukushima kerncentrale beheert.
De wil om iets te doen bleek te leven onder de 200 ontvangers van de mail en enthousiaste reacties volgden. Enomoto: “De eerste vergadering zat vol met mensen die aan wilden haken. Hoewel het “bedrijf” heet, is Fujino Electric Company geen rechtspersoon. Integendeel, het is van de mensen zelf. Maar omdat we het een bedrijf noemden, wekte het onverwacht veel belangstelling in de rest van het land.”
“Letterlijke empowerment”
Na een aantal brainstormsessies over wat Fujino Electric Company zou kunnen doen, besloot de groep om te beginnen met het geven van een workshop over hoe je een mini-zonne-energie systeem kunt creëren. Het ‘bedrijf’ zou het gereedschap en benodigdheden leveren die nodig zijn om een dergelijk systeem te creëren en mensen leren het systeem aan te sluiten, zodat ze het thuis kunnen gebruiken om elektriciteit te produceren.
Enomoto: “Het punt was om mensen daadwerkelijk een energiesysteem te laten maken, in plaats van een kant-en-klaar product te leveren. Als een deelnemer uiteindelijk de kabel aansluit en de lamp gaat branden, licht het gezicht van die persoon ook op. Dat is letterlijk een moment van ’empowerment’.”
“We horen mensen vaak zeggen: “Ik heb deze elektriciteit gemaakt!” Het concept is zo populair dat leden van ons ‘elektriciteitsbedrijf’ bijna elk weekend ergens in Japan de workshop aanbieden. Het succes van Fujino Electric Company inspireerde andere gemeenschappen om hun eigen elektriciteitsbedrijf te creëren en er is nu een netwerk van dergelijke lokale initiatieven in Japan.”
“We lieten ons niet tegenhouden door de bureaucratie”
Naast Fujino Electric Company ontstond er een tweede initiatief: namelijk om Japanners direct getroffen door de ramp te helpen. Dit tweede verhaal begon wederom met een mail naar de mailinglijst van de Transitiegroep.
Een vrouw die vlak voor de ramp naar Fujino verhuisde vanuit Natori – een stad die zwaar werd getroffen door de tsunami – mailde dat veel van haar vrienden in Natori hun familieleden en hun huis kwijt waren geraakt.
Deze mensen wonen nog steeds in gebrekkige tijdelijke huisvesting, die in de zomer snikheet wordt. De vrouw vroeg de groep haar te helpen om 108 exacte dezelfde ventilatoren te vinden. Onder de strikte controle van de lokale overheid kon de gift alleen worden geaccepteerd als alle 108 huishoudens allemaal exact hetzelfde model op hetzelfde moment kregen. Enomoto: “Dit klinkt misschien absurd, maar zo werkt de Japanse bureaucratie.”
108 precies dezelfde ventilatoren
Het bleek dat de vraag naar ventilatoren die zomer enorm was en de winkels hadden een verkooplimiet opgelegd van een ventilator per klant. Enomoto: “We zochten uit wat de voorraad bij diverse winkels was. Via de mailinglijst vonden we leden om te carpoolen en zoveel mogelijk ventilatoren te kopen. Tot onze grote verbazing lukte het om binnen twee weken tijd 108 ventilatoren veilig te stellen.”
De inwoners van Fujino deden dit kunstje nog een keer over: de tijdelijke wooneenheden werden zo koud in de winter dat ze onbewoonbaar waren. De groep uit Fujino besloot de 108 woningen te voorzien van ‘kotatsu’ dat is een Japanse traditionele tafel met een ingebouwd verwarmingsappraat. De inspanning haalde het nationale nieuws en de burgemeester van de stad Natori stuurde een bedankbrief aan Transition Fujino.
Samen kunnen we het wel
Terugkijkend op de acties van Tranisitie Fujino, zegt Enomoto: “Misschien nog wel belangrijker dan dan dat wat we hebben bereikt, is dat de mensen in Fujino, door deel te nemen aan de activiteiten, weer hoop hadden gekregen ondanks de overweldigende realiteit van de ramp.”
“De titel van het nieuwe boek van Rob Hopkins, die de Transitiebeweging begon, is niet voor niets ‘The power of just doing stuff’. Gewoon doen wat we kunnen, bleek een krachtig tegengif voor de wanhoop die alom vertegenwoordigd was na de ramp.”
“En daar bleef het niet bij. Deze twee verhalen werden belicht in diverse media en gaven andere Japanners daarmee hoop en ideeën over wat zij zelf kunnen doen. Op basis van deze ervaring, geloof ik nu dat de belangrijkste overgang die we moeten maken die is van ‘Ik kan er niets aan doen’ naar ‘Wij kunnen er iets aan doen’.