Het belangrijkste element in mijn betoog op de Franse militaire interventie in de Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) is te wijzen op het gevaar van al te vlug te schreeuwen dat er een ‘genocide’ zit aan te komen. Maar die bedenking roept uiteraard de terechte vraag op: “wat was dan wél het juiste antwoord op de correcte AU-analyse en de oproep tot actie?”
Het eerste element in een verstandige reactie zou moeten zijn dat de dreigende instorting van het staatsbestuur een meer dan voldoende reden tot bezorgdheid zou zijn voor de direct betrokken buurlanden om de situatie nauwlettend in het oog te houden.
De Afrikaanse Unie wou zich voor een politieke oplossing engageren en tegelijkertijd door extra troepen (nvdr: voor de al jaren in de CAR aanwezige blauwhelmen van de kleine ‘Mission internationale de soutien en Centrafrique’, MISCA) te sturen om de veiligheid van de burgers te garanderen. Het is niet nodig om een ??dergelijke situatie te dramatiseren. De CAR heeft een lange traditie van zwakke tot onbestaande staatsstructuren.
Een tweede element is dat het engagement in de eerste plaats een politieke missie, met politieke methoden en doelstellingen moet nastreven. Er zijn geen eenvoudige en pasklare antwoorden op dergelijke chaotische situaties, maar er zijn beslist oplossingen te bedenken die minder onvolmaakt zijn dan andere.
“Er zijn geen eenvoudige en pasklare antwoorden op dergelijke chaotische situaties, maar er zijn beslist oplossingen te bedenken die minder onvolmaakt zijn dan andere”
In het geval van de CAR, zou het handhaven van ten minste een deel van de grondwettelijke orde alvast een begin kunnen zijn om de noodzakelijke dialoog met alle politieke machthebbers een kans op slagen te geven. Onderhandelen binnen een dergelijk (onvolmaakt) kader zou veel minder slechte resultaten hebben opgeleverd dan de totale ineenstorting van de staat lijdzaam af te wachten zoals die zich de voorbije maanden heeft voorgedaan.
“Behoud het weinige wat er is”, is een goed uitgangspunt voor elke politieke interventie.
Het derde en misschien wel belangrijkste element is dat de Afrikaanse landen moeten leren zelf meer verantwoordelijkheid op te nemen in zulke crisissituaties en er ook naar te handelen. De buurlanden van de CAR besteden allen samen meer dan 3 miljard dollar per jaar aan hun defensiebudgetten.
Indien, zoals het geval lijkt te zijn, de belangrijkste bedreiging voor de veiligheid van Afrikaanse landen, het instorten van de staatsstructuren is, dan moeten de betrokken buurlanden niet te lang aarzelen om zelf actie te ondernemen. En zeker niet wachten tot een voormalige imperiale grootmacht tot de actie overgaat. Afrikaanse landen moet leren het zelf te doen.
Alleen als de scherpte van Afrikaanse politieke analyses wordt geëvenaard door Afrika’s bereidheid naar die correcte analyse te handelen, zal er enig uitzicht zijn op een continent dat zelf zijn problemen kan en wil oplossen.
Alex de Waal
Alex de Waal is directeur van de World Peace Foundation. Dit opiniestuk verscheen op 22 december 2013 op zijn website ‘Reinventing Peace’ onder de titel: ‘Central African Republic: African Analysis, but Why No African Solution?’ en werd overgenomen door ‘African Arguments’.
(vertaling uit het Engels door Jan Van Criekinge)