Palmoliebedrijf Wilmar International beloofde deze week werk te maken van een milieu- en mensvriendelijkere bedrijfsvoering. Wilmar International is volgens Greenpeace medeschuldig aan het verdwijnen van regenwoud en veengronden in Indonesië. Het zou in dat land gaan om 620.000 ha regenwoud per jaar tussen 2009-2011. Daarnaast staat het bedrijf bekend om het schenden van mensenrechten.
Palmoliesector groeit ten koste van oerwoud
Palmolie staat op zichzelf niet in de keukenkastjes van elk huishouden, maar is als grondstof overal aanwezig. Denk bijvoorbeeld aan palmolie als oppervlakteactieve stof voor shampoo of margarine. Alleen België importeerde in 2012 al meer dan 400.000 ton palmolie.
Palmolie is goedkoop te produceren en de groei van de sector leidt in onder meer Indonesië tot massale ontbossing. Wilmar International heeft het grootste deel van de markt in handen en staat al jaren onder druk van milieuorganisaties die eisen dat de multinational zijn bedrijfsvoering aanpast. Op 5 december kondigde Wilmar een nieuw beleid aan onder de noemer ‘No Deforestation, No Peat, No Exploitation Policy‘.
Wilmar moet daad voegen bij mooie woorden
Greenpeace liet in een reactie weten dat als Wilmar International inderdaad stopt met ontbossen, dit een enorme stap in de goede richting zou zijn. Wilmar heeft echter geen mooi track record en het is maar de vraag in hoeverre het bedrijf zijn beloftes in praktijk gaat brengen.
Ustar Maitar, hoofd van de Indonesische boscampagne van Greenpeace International zei: “Uit het beleid van Wilmar blijkt dat de sector een enorm probleem heeft, en hoewel de afgekondigde maatregelen geweldig nieuws zijn voor bossen en tijgers, zal het succes ervan moeten worden beoordeeld op Wilmars inzet om uit te voeren en te handhaven. Wij dagen Wilmar hiertoe uit: onmiddellijk stoppen met de handel met bedrijven zoals de Ganda Group, die nauw verbonden is met Wilmar en verantwoordelijk is voor onder meer ontbossing en sociale conflicten”.
“Palmoliebedrijven verbergen zich achter Roundtable on Sustainable Palm Oil”
In de afgelopen zeven jaar heeft Greenpeace Wilmar herhaaldelijk bekritiseerd voor misstanden zoals de vernietiging van bossen, het opkopen van nationale parken, het vernietigen van de habitat van tijgers en betrokkenheid bij bosbranden in Sumatra.
“Al jaren verbergen bedrijven, waaronder Wilmar, zich achter zogenaamde duurzaamheidsorganen zoals de Roundtable on Sustainable Palm Oil. Greenpeace zal op de voet blijven volgen hoe Wilmar daad bij woord voegt, en zal Wilmars onmiddellijke stopzetting van alle handel met bedrijven die betrokken zijn bij ontbossing verwelkomen. Het is ook aan andere palmoliehandelaren zoals Cargill, Musim Mas en Sime Darby om soortgelijk beleid op te stellen”, aldus Bustar.
Het bedenkelijke track record van Wilmar International
Het in Singapore gevestigde Wilmar International is één van de grootste spelers op de palmoliemarkt. Het bedrijf haalde in 2008 al het nieuws toen het toegaf dat er op drie van zijn plantages in het Indonesische Sambas regels en wetten zijn overtreden rond het verwerven van land, bij compensatiekwesties en in milieueffectenrapportages.
In 2012 had Wilmar een omzet van 34,5 miljard euro en een netto winst van 1 miljard euro. Het bedrijf is de laatste vier jaar met 14 procent gegroeid en is eigenaar van 255.000 hectare aan oliepalmplantages.
Wilmar heeft eerder al een strategie ontwikkeld voor maatschappelijk verantwoord ondernemen met nadruk op duurzame groei en ontwikkeling. Ondanks dit officiële beleid blijft Wilmar volgens de Nederlandse organisatie Milieudefensie, die campagne heeft gevoerd tegen misstanden bij het bedrijf, conflictsituaties veroorzaken met betrekking tot landrechten.
NGO’s en lokale gemeenschappen hebben klachten ingediend bij zowel de ombudsman van de Wereldbank als bij de Ronde tafel van Duurzame Palmolie (RSPO). De laatste ontwikkelingen laten volgens Milieudefensie zien dat de landconflicten zich van Zuidoost-Azië nu ook uitbreiden naar landen in Afrika.
