Voor het eerst in de geschiedenis van de internationale klimaatonderhandelingen verlieten tientallen ngo’s en vakbonden een top voor er een akkoord was bereikt. “Polluters talk, we walk”, lieten ze duidelijk verstaan. In een snoeiharde persmededeling verduidelijkten ze waarom: “De klimaatconferentie in Warschau plaatst momenteel de belangen van de vervuilende industrie boven de belangen van de wereldbevolking. […] De conclusie van organisaties en bewegingen van over heel de wereld is duidelijk: we trekken ons vrijwillig terug uit deze klimaatonderhandelingen in Warschau. In plaats van verder tijd te verliezen in conferentiezalen investeren we nu onze energie in het mobiliseren van mensen: om overheden aan te zetten tot ambitieuze klimaatactie.”
Toen Kristof Calvo, volksvertegenwoordiger voor Groen, enkele dagen later een opiniestuk in De Standaard plaatste onder de titel ‘De klimaattop, een uniek democratisch proces’, leek het dan ook of de ironie er van afspatte. Hij bleek echter bloedserieus.
Lees even mee: “Vanzelfsprekend is er sprake van gelobby en gemarchandeer. Maar telkens ben ik ook onder de indruk van de inclusieve, empathische en verrassend open onderhandelingen. Je ziet het echt gebeuren in huddles, kleine groepjes van onderhandelaars die samenkomen in een hoekje van een onderhandelingszaal. In alle openheid, met smartphones die de onderhandelingen registreren, worden daar akkoorden bereikt. […] De huddles in Durban en Warschau horen bij het mooiste wat ik van democratie en politiek al heb gezien.”
Zat Calvo wel aan dezelfde onderhandelingstafel als Greenpeace, Oxfam en het WWF? Is het hem ontgaan dat zijn fameuze huddles in de hoek van de onderhandelingszaal doorgingen in de schaduw van de logo’s van de officiële sponsors van de top die in het stadion alomtegenwoordig waren? ArcelorMittal, General Motors of Emirate Airways, notoire vervuilende multinationals, waren niet weg te slaan van de klimaattop en bepaalden zelfs mee de onderhandelingsagenda. De stem van de CO2-lobby klonk nog nooit zo luid als op de klimaattop in Warschau. De onderhandelingen mogen dan inclusief en empathisch geweest zijn, democratisch waren ze allerminst.
“Een groot complot”, als je het Calvo vraagt, die macht van grote bedrijven achter de schermen, een gebrek aan nuance. De resultaten zijn nochtans weinig genuanceerd. Waar zijn de opnames van de huddles waar de emissiehandel werd bediscussieerd? Hoe komt het dat de klimaatfinanciering, waar ontwikkelingslanden al jaren op wachten, nog steeds niet rond geraakt als Bolivia en Swaziland boven hun gewicht spelen? Hoe empathisch is Canada, dat onder invloed van de teerzandindustrie doodleuk liet weten dat het niet meer meedoet met een nieuw rondje emissies reduceren?
De realiteit is dat een sociaal rechtvaardig klimaatakkoord verder af is dan ooit, en dat de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij een select clubje van grote bedrijven en de staten die hen vertegenwoordigen.
Wil dat zeggen dat we uit het VN-kader moeten stappen? Natuurlijk niet, een aanpak van de opwarming van de aarde zal mondiaal zijn, of ze zal niet zijn. Maar we moeten de onderhandelingen uit de greep van de CO2-lobby’s halen om terug schot in de zaak te krijgen. Daar moeten we een brute rapport de force voor opbouwen, jawel. Op straat, met de mensen, de ngo’s en de vakbonden. De klimaatonderhandelingen aan de ArcelorMittals van deze wereld laten is geen optie. Hun invloed op de klimaattops wegcijferen helpt de beweging geen meter vooruit.
Jos D’Haese
Jos D’Haese is woordvoerder van Comac, de jongerenbeweging van de PVDA, en spoorde zelf mee naar de klimaattop in Warschau.