Kotleba won 55 procent van de stemmen in zijn verkiezingsstrijd tegen Vladimir Ma?ka, een sociaaldemocratische kandidaat. In zes van de zeven overige Slovaakse regio’s wisten de sociaaldemocraten wel de verkiezingen te winnen. De winst van Kotleba heeft een schokgolf in de Slovaakse politiek teweeggebracht, aangezien politieke commentatoren de kans klein achtten dat hij de tweede verkiezingsronde zou winnen.
Partij Kotleba droeg uniformen in nazistijl en noemde Roma ‘parasieten’
Het was de eerste keer dat een kandidaat van de ultranationalistische partij ‘Ons Slovakije’, waar Kotleba tevens de leider van is, een regionale bestuursfunctie wist te bemachtigen. Voorheen was Kotleba de leider van de extreemrechtse partij Slovenská Pospolitost, die in 2006 werd verbannen door de hoogste Slovaakse rechter wegens het zaaien van haat en intolerantie. De partij kon vervolgens alleen voortbestaan als burgerbeweging.
Slovenská Pospolitost organiseerde in het verleden meermaals anti-Romabetogingen en marsen waarmee de Slovaakse satellietstaat van nazi-Duitsland onder leiding van Jozef Tiso werd herdacht. Vertegenwoordigers van Kotleba’s nieuwe partij ‘Ons Slovakije’ droegen tot voor kort uniformen in de stijl van de milities van deze satellietstaat.
Kotleba is bovendien meerdere keren aangeklaagd wegens racistische uitspraken, maar iedere keer onschuldig verklaard. Zo classificeerde hij tijdens de vorige regionale verkiezingen de Roma-minderheid (ongeveer 8 procent van de Slovaakse bevolking) als een groep uitkeringtrekkende parasieten.
Tijdens zijn verkiezingscampagne heeft Kotleba onder meer voorgesteld om Slovakije uit de NAVO te laten stappen om geld uit te sparen. “We streven ernaar de overheidsbegroting op orde te krijgen door alle buitenlandse missies van Slovaakse soldaten te staken en de terroristische organisatie NAVO te verlaten”, stelde hij. Ook wil Kotleba dat Slovakije uit de eurozone stapt en voordelen voor buitenlandse investeerders schrapt.
De feitelijke invloed van Kotleba in de regio Banksa Bystrica zal echter beperkt blijven, aangezien de sociaaldemocratische Smer-partij hier nog altijd de meerderheid van de zetels heeft.
Winst Kotleba dwingt gevestigde orde tot zelfreflectie
Volgens de sociaaldemocratische premier Robert Fico moeten de stemmen voor Kotleba vooral gezien worden als tegenstemmen voor de centrumlinkse Ma?ka. “Voor rechts zijn zelfs de antichrist, Satan, Hitler en Mussolini beter dan Ma?ka”, stelde Fico tegenover het Slovaakse persbureau SITA.
Tevens kregen een tweetal politieke partijen die zich weigerden achter de kandidatuur van Ma?ka te scharen en de media een veeg uit de pan van Fico. Journalisten zouden volgens hem immers een grootse campagne hebben opgezet voor Kotleba.
De Slovaakse president Ivan Gašparovi? reageerde minder verhit: de winst van Kotleba moest volgens hem geduid worden als “een waarschuwing dat politici niet blind of onverschillig moeten zijn voor de problemen waar het volk al geruime tijd mee opgescheept zit”.
Verliezer Ma?ka denk dat de Kotleba-stemmers opgedeeld kunnen worden in drie groepen: een harde kern van aanhangers, proteststemmers die zich niet gehoord voelen door politici en jongeren die elkaar via sociale media hebben opgeroepen om ‘voor de lol’ op Kotleba te stemmen. Bovendien denkt hij dat Kotleba in iedere andere regio ook had kunnen winnen aangezien politiek extremisme een wijdverbreid fenomeen is in Slovakije.
Volgens de Engelstalige nieuwswebsite The Slovak Spectator stellen verschillende Slovaakse politieke commentatoren dat de verkiezing van Kotleba te verklaren is door anti-Romasentimenten en het feit dat de eerste regering-Fico nationalistische retoriek heeft gepromoot.
Volgens Samuel Abrahám, politicoloog en rector van de Bratislava International School of Liberal Arts, moet de winst van Kotleba niet worden afgedaan als een protestactie en kan de meerderheid van zijn stemmers zich wel degelijk inhoudelijk vinden in zijn extremistische uitspraken.
Tevens zouden de gevestigde politieke partijen het onverwachte verkiezingsresultaat volgens Abrahám over zichzelf af hebben geroepen, aangezien zij er niet in geslaagd zijn om Roma-kwesties op de politieke agenda te zetten.
Zowel extremistische als gematigde politici hakken in op Roma-minderheid
Een overgrote meerderheid van de ruim half miljoen Roma in Slovakije leeft onder de armoedegrens. 70 procent van hen is werkloos: hiermee is het werkloosheidspercentage van de Slovaakse Roma twee keer zo hoog als dat van de overige bevolking.
Deze sociale uitsluiting begint voor veel Roma al vanaf de kindertijd, aangezien veel Romakinderen naar het speciaal onderwijs worden doorverwezen vanwege hun taalachterstand. Zij komen dus op scholen terecht die in feite bedoeld zijn voor kinderen met een fysieke of mentale beperking.
In elf Slovaakse gemeenten zijn gedurende de afgelopen jaren hekken gebouwd om de Romabevolking af te scheiden van de overige bewoners. In september 2013 veroordeelde de Europese Commissie de bouw van een muur in Kosice, de tweede stad van Slovakije en tevens de culturele hoofdstad van Europa in 2013.
Volgens het Europese Centrum voor Romarechten (ERRC) hebben de afgelopen jaren in Slovakije tientallen gewelddadige aanvallen op Roma plaatsgevonden. De situatie in Slovakije zou hiermee een van de ergste in Europa zijn.
In maart 2013 trachtte Kotleba electorale steun te verwerven tijdens een herdenking van de dag waarop het monumentale Krásna Hôrka-kasteel in 2012 in vlammen opging. De brand zou volgens de politie zijn aangestoken door twee Romakinderen. “Dit afgebrande kasteel is een symbool van hoe het ons land zal vergaan als de regering niets doet aan deze groeiende dreiging”, verkondigde Kotleba tijdens de bijeenkomst.
Ook meer ‘gematigde’ Slovaakse politici uiten zich echter geregeld op een uiterst negatieve manier over de Roma-minderheid. Zo zei premier Fico in 2001 dat “de grote meerderheid van de Roma gewoon in bed wil liggen met hulp van een uitkering en familietoeslagen. Deze mensen hebben ontdekt dat het door familietoeslagen voordelig is om kinderen te krijgen.”
Dit jaar stelde Fico nog dat Romakinderen de beste kansen hebben als zij gescheiden worden van hun familie en in internaten worden geplaatst.
In juni 2013 verkondigde Fico tijdens een top van Europese leiders dat de Slovaakse werkloosheidscijfers “gekleurd worden door een grote Roma-minderheid”. De premier wilde de Europese fondsen voor regionale ontwikkeling en de bestrijding van de werkloosheid echter vooral ten goede late komen aan de etnisch Slovaakse bevolking, aangezien zijn regering “vooral degenen wil steunen die willen werken”.