De openbare veiligheidstroepen ter plaatste slaagden er bij het begin van de protesten niet in de betogers te beschermen of de milities aan te houden en te ontwapenen. Volgens Human Rights Watch (HRW) moet de Libische regering onmiddellijk haar belofte waarmaken om de milities te ontwapenen, de feiten te onderzoeken en bevelhebbers en leden van de milities ter verantwoording te roepen. De regering moet ook uitleggen waarom de politie en de strijdkrachten er niet in slaagden tussenbeide te komen toen de moorden zich voordeden.
Volgens Leah Wilson, HRW-directeur voor het Midden-Oosten en Afrika, hebben de Libische burgers de roekeloze daden van de milities met hun leven ??bekocht. “Libië heeft veiligheidstroepen nodig die niet ijdel staan toe te kijken terwijl de milities ongewapende betogers vermoorden.” De Libische stadsraad, verantwoordelijk voor het bestuur van de stad, had de burgers opgeroepen tot vreedzaam protest op 15 november om tegen de aanwezigheid van illegale gewapende groepen in Tripoli te protesteren.
Volgens de organisatoren van het protest marcheerden duizenden vreedzaam van al-Quds Square naar de wijk Gharghour, waar de milities uit de stad Misrata (187 kilometer ten oosten van de hoofdstad Tripoli) huizen hadden bezet die aan voormalige ambtenaren van Khaddafi toebehoorden. De leden van deze milities opereren dikwijls onder het oog van de politie of de strijdkrachten.
HRW sprak acht getuigen, waaronder betogers, journalisten en voorbijgangers die op de demonstratie aanwezig waren. De organisatie bezocht ook twee hospitalen in Tripoli tijdens de nacht van 15 november, sprak met de medische staf, met slachtoffers en met de families van slachtoffers. Alle acht getuigen verklaarden aan HRW dat ze geen betogers met wapens hadden gezien bij het begin van de betoging.
Deze getuigen verklaarden ook dat de betrokken milities uit Misrata die zich in de buurt bevonden direct en zonder onderscheid begonnen te vuren op de betogers die in de vroege namiddag de stadswijk Gharghour naderden. Moez, één van de betogers die van bij het begin van de demonstratie aanwezig was, zei aan HRW dat de milities van Misrata begonnen te vuren vanuit drie villa’s in Gharghour toen de betogers de (gelijknamige) Gharghourstraat indraaiden.
Hij zei er ook bij dat de betogers geen geweld gebruikten of er mee dreigden, maar leuzen scandeerden zoals “Tripoli is vrij, de milities moeten weg” en “Wij willen het leger, wij willen de politie, Libië is chaos”. Moez zei dat de eerste twee slachtoffers mannen waren – een oudere man in traditionele Libische kledij werd doodgeschoten, een andere werd in arm en been getroffen. Volgens hem werden aanvankelijk zeven mensen verwond.
Ongeveer een uur nadat de milities uit Misrata het vuur hadden geopend op de menigte, begonnen gewapende mannen en een aantal milities, die hun basis in Tripoli zelf hebben, de betogers te verdedigen, volgens Moez. Het is onduidelijk hoeveel betogers werden gedood tijdens het eerste vuurgevecht door de milities uit Misrata. Volgens de regering kwamen 43 mensen om die dag en werden er minstens 460 gewond.
Onder de 43 doden zijn er blijkbaar ook een aantal personen die niet betrokken waren bij de protesten of de gevechten – tenminste twee van hen waren medisch personeel in dienst, een journalist en twee studenten, er waren ook strijders bij die de betogers kwamen steunen. Volgens LANA, het persagentschap van de overheid, werden er bovendien ook drie leden van de milities uit Misrata gedood tijdens de gevechten.
HRW bezocht de spoeddiensten en de mortuaria in het Abu Salim Trauma hospitaal en in het Zawiya Street hospitaal in Tripoli, waar de doden en gewonden in de nacht van 15 november toekwamen. HRW zag in beide hospitalen gewapende personen van meerdere milities vrij rondlopen in deze instellingen.
In het Zawiya Street hospitaal telden de onderzoekers van HRW zeven dode lichamen, waaronder dat van een jonge vrouw wiens aangezicht volgens de medische staf was weggeblazen door zwaar geschut. HRW telde verder 18 lijken in het mortuarium van het Abu Salim Trauma hospitaal, waaronder het lichaam van een jonge man met een afgerukt hoofd en een andere jonge man wiens romp in twee was gescheurd.
Volgens de medische staf in beide hospitalen waren de meeste verwondingen het gevolg van de impact van zwaar wapengeschut, waaronder anti-luchtartillerie (bedoeld tegen vliegtuigen) en zware met kanonnen afgevuurde granaten. Andere verwondingen waren eerder het gevolg van lichte wapens, zoals Kalashnikovgeweren en machinegeweren. Twee van de slachtoffers bleken eigen medisch personeel te zijn dat ter plaatse was gekomen in een poging de verwonde slachtoffers weg te halen.
Eén getuige verklaarde aan HRW dat een dokter met de familienaam Abdelmunem was omgebracht en dat een verpleger genaamd Mohammed Jbali verwond was geraakt door machinegeweervuur en door anti-luchtartillerie, terwijl hij in zijn ambulance reed. Dat was in Gharghour Street rond 8 uur ‘s morgens, dicht bij waar de zwaartse gevechten plaats hadden. “We hadden net één dode geëvacueerd met de ambulance” verklaarde een medisch werker die daar bij aanwezig was aan HRW.
“Plots begon men te schieten. Ze schoten op ons met allerlei wapens, waaronder anti-luchtartillerie. Ze raakten de dokter die bij ons in de ambulance was in de nek.” Twee andere leden van het medisch personeel, die geen getuige waren van deze aanval, verklaarden eveneens dat deze dokter en verpleger geraakt waren toen ze in de ambulance zaten.
Volgens Reporters Without Borders (RWB) was ook cameraman Saleh Ayad Hafyanaa onder de 43 doden. Hij was daar om de gevechten te filmen voor het persagentschap Fasatou. Drie andere mediapersonen werden gewond terwijl ze van de gebeurtenissen verslag deden. Een lokaal radiostation genaamd Tobacts in de wijk Gharghour werd aangevallen en afgebrand door onbekende gewapende mannen, volgens RWB.
Een mediaverslag stelt dat er 8 studenten van de Universiteit van Tripoli onder de 43 slachtoffers waren, zes mannen, Abdul Ati Zendah, Luay Al-Harathi, Mahmoud Waddan, Abdulrahman Kayim, Abdulaziz Bin Musa, Akram Al-Sharef, en twee vrouwen, Aisha Sadiq and Marwa Amer.??
Gharghour is een welvarende buurt in Tripoli waar vooral hogere ambtenaren van de regering van Khaddafi woonden. Sinds de val van Khaddafi in juli 2011 was de buurt effectief onder controle van meerdere milities uit de stad Misrata. Ze namen grote delen van deze buurt over als basis voor hun operaties in Tripoli.
De betogers marcheerden naar die buurt in een poging de milities te overtuigen hun wapens neer te leggen en Tripoli te verlaten. Twee ooggetuigen zeiden aan HRW dat de veiligheidsdiensten van de staat aanwezig reeds van bij het begin van de demonstratie aanwezig waren.
De organisatoren van het protest hadden hun plannen voor een betoging aangekondigd, nadat bij gevechten in Tripoli op 7 november milities uit Misrata en uit Tripoli zelf meerdere doden en gewonden hadden achtergelaten. Eerste minister Ali Zeidan bevestigde op 16 november (de dag na de betoging) dat de gewapende strijdkrachten ter plaatse aanwezig – zowel politie als leger – het bevel hadden gekregen niet tussenbeide te komen.
Hij legde uit dat de veiligheidstroepen niet tussenbeide konden komen omdat ze zwakker waren dan de milities. Eerste minister Zeidan zei tevens dat de procureur-generaal een onderzoek zou starten om te bepalen wie verantwoordelijk was voor de slachtpartij. HRW verwelkomde deze verklaring maar drong er bij de regering op aan snel over te gaan tot ontwapening van de milities, vooral dan zij die verantwoordelijk waren voor gewelddadige aanvallen op burgers.
Een getuige verklaarde telefonisch aan HRW over een gelijkaardig incident dat gewapende mannen uit Misrata het al-Fallahvluchtelingenkamp voor ontheemde personen uit Tawergha[1] in Tripoli waren binnengedrongen en zonder onderscheid op de inwoners van het kamp hadden gevuurd, waarbij ze één dode en drie zwaargewonden achterlieten.
Diezelfde milities en de lokale autoriteiten in Misrata hebben tot nu verhinderd dat ongeveer 35.000 mensen, de volledige bevolking van Tawerga, naar huis konden terugkeren in hun stad die door de milities van Misrata zwaar was vernietigd de voorbije twee jaar.
De milities uit Misrata beschuldingen de bevolking van Tawergha ervan zware misdaden te hebben gepleegd tegen de bevolking van Misrata tijdens de opstand van 2011 tegen Khaddafi. “Wat is er nodig om deze gewelddadige milities in te binden, die de bevolking van Libië terroriseren?” zei een getuige. “Te lang reeds heeft de regering gesteld dat het te gevaarlijk is de milities te ontwapenen – nu zou het toch duidelijk moeten zijn dat het te gevaarlijk is om dat niet te doen.”
Vertaling Lode Vanoost
Voetnoten
- [1]Tawergha is een kleine stad op 36 kilometer ten zuiden van Misrata, die onder het gemeentestuur van Misrata valt. Na de val van Khadaffi richtten milities uit Misrata slachtingen aan in het dorp. De voltallige bevolking sloeg toen op de vlucht. Tawergha is voor het ogenblik een verlaten spookdorp.