Toen we onderzoek deden naar de reële toestand van Fukushima in voorbereiding voor dit artikel, kwamen ons woorden als apocalyptisch, rampzalig en wereldbedreigend voor de geest. Maar, als we zulke dingen zeggen, reageren mensen alsof we voor ‘de kleine rode hen spelen’ die “the sky is falling” schreewt en net daardoor worden vele rapporten genegeerd.
Dus, we gaan ons in dit artikel beperken tot de beschrijving van wat er bekend is en dan is het aan u als lezer te beslissen of we te maken hebben met gebeurtenissen die al dan niet ‘potentieel catastrofaal’ zijn.
Hoe dan ook, het is duidelijk dat de problemen in Fukushima van dergelijke orde van grootte zijn, dat het noodzakelijk is dat de beste ingenieurs op vlak van kernenergie en andere specialisten uit heel de wereld hun advies geven en helpen bij het zoeken naar oplossingen. Nucleair ingenieur Arnie Gundersen van Fairewinds.org en een internationaal team van wetenschappers creëerde een 15-puntenplan om de crises in Fukushima aan te pakken.
De leden van een subcommissie van het ‘Green Shadow Cabinet’, waarvan niet alleen wij maar sinds geruime tijd ook de nucleaire activist Harvey Wasserman lid zijn, doen een engagementsverklaring en een petitie rondcirculeren die de Verenigde Naties en de Japanse regering erop wijzen het ‘Gundersen et al-plan’ in werking te stellen.
Dit plan moet zorgen dat de media een onbeperkte toegang tot informatie heeft, over de verschillende crises die zich in Fukushima voordoen. De brief en petities zijn aan de VN afgeleverd op de symbolische datum van 11 november, waarop we zowel Wapenstilstand herdenken alsook de 32ste maand na de aardbeving en tsunami die de nucleaire ramp van Fukushima hebben veroorzaakt.
De problemen van Fukushima
Er zijn drie grote problemen in Fukushima: (1) Er ontbreken drie reactorkernen; (2) Radioactief water is de voorbije 2,5 jaar in grote hoeveelheden weggelekt uit de kerncentrale, en (3) Elfduizend gebruikte splijtstof staven – waarschijnlijk de meest gevaarlijke dingen die ooit door de mens werden gemaakt – liggen opgeslagen in de centrale en moeten dringend verwijderd worden; hiervan liggen 1533 staven in een zeer precaire en gevaarlijke positie.
Elk van deze drie problemen zou kunnen leiden tot kernrampen, die veel erger kunnen zijn dan eerdere nucleaire rampen. We zullen ze één voor één bespreken in een volgorde waarbij het gevaarlijkste probleem als laatste komt.
Ontbrekende reactor kernen: Sinds het ongeval in Fukushima op 11 maart 2011, zijn er drie reactorkernen zoek. Nog nooit eerder is een ‘melt-down’ van 3 reactoren tegelijk voorgekomen. Deze gesmolten kernen, ook wel ‘corium lavas’ genoemd, zijn waarschijnlijk doorheen de kelders van de reactorgebouwen 1, 2 en 3 gepasseerd, en bevinden zich ergens in de grond eronder.
Harvey Wasserman, die al meer dan 40 jaar werkt aan crisissituaties rond kernenergie, vertelt ons dat gedurende die vier decennia nooit iemand gesproken had over de mogelijkheid van een meervoudige kernsmelting, maar dat is wel wat er gebeurd is in Fukushima.
Dat het onbekend is waar de kernen zich bevinden, is een situatie zonder weerga. TEPCO giet water op de plaatsen waar ze denken dat de kernen zijn, maar dat is een schot in het duister. Er zijn af en toe stoomuitbarstingen afkomstig van het terrein van de reactoren, waardoor men vermoedt dat de kernen nog gloeiendheet zijn.
Een vrees is dat de corium lavas zullen doordringen tot de grondwaterlaag die onder de kerncentrale ligt. Dat zou een veel groter gebied met radioactieve elementen kunnen vervuilen. Sommigen beweren dat het zelfs nodig zou zijn om het gebied rond Tokio, 40 miljoen mensen, te evacueren. Een ander rampscenario is dat de corium lavas eenmaal in de aquifer, een reactie veroorzaken waarbij ” onder een ondoordringbare rotslaag oververhitte stoom ontstaat en dat er zich door de stijgende druk uiteindelijk een hydro-vulkanische explosie voordoet.”
Een andere bezorgdheid is dat grote hoeveelheden grondwater, dat in contact gekomen is met de gesmolten kernen, in de richting van de oceaan zou vloeien met een snelheid van vier meter per maand. Dit zou kunnen resulteren in het vrijkomen van straling in grotere hoeveelheden dan de straling in de eerste dagen na de ramp.
Radioactief water lekt in de Stille Oceaan: TEPCO wou tot in juli 2013 niet toegeven dat er zich lekken van radioactief water voordeden. Tot het moment dat Shunichi Tanaka, het hoofd van de Japanse Nucleaire Regulerings Autoriteit, eindelijk in juli aan de verslaggevers vertelde dat er al sinds het begin van de ramp, meer dan twee jaar geleden, radioactief water lekt in de Stille Oceaan.
Dit is meteen goed voor de grootste injectie van radionucliden in het maritieme milieu dat ooit waargenomen is, volgens een rapport van het Franse Instituut voor Radiologische Bescherming en Nucleaire Veiligheid. De Japanse regering heeft eindelijk in september toegegeven dat de situatie dringend was – een noodsituatie waarvan ze zich de voorbije 2,5 jaar niet bewust waren.
Hoeveel radioactief water lekt in de oceaan? Naar schatting gaat het om dagelijks zo’n 300 ton (of 272.152 liter). De eerste radioactieve golf die bij de ramp ontsnapte, zou drie jaar nodig hebben om de kusten van de Verenigde Staten te bereiken.
Dit betekent, volgens een nieuwe studie van de Universiteit van New South Wales, dat de Westelijke kusten van de Verenigde Staten ergens in het begin van 2014 in contact zullen komen met het eerste radioactieve water.
Één maand na Fukushima, kondigde de FDA aan dat het zou stoppen met de stralingstesten op vissen in de Stille Oceaan. Maar, uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat elke geteste blauwvintonijn in de wateren voor de kust van Californië, besmet was met straling die afkomstig is uit Fukushima.
Daniel Madigan, de marine-ecoloog die de studie van Stanford University sinds mei 2012 geleid heeft, zei in de Wall Street Journal: “De tonijn absorbeert de straling en kan deze straling opslaan om er nadien ‘s werelds grootste oceaan mee over te steken. We waren zeker verrast om dit ‘an sich’ te kunnen vaststellen en nog meer verbaasd toen we het daadwerkelijk zagen bij elke vis die getest werd.”
De marinebioloog Nicholas Fisher van Stony Brook University in New York State, een ander lid van de studiegroep, zei: “Wij hebben bij alle geteste tonijnen vergelijkbare concentraties van cesium 134 en cesium 137 gevonden.”
Bovendien meldt het blad Science dat nabij Fukushima vissen gevonden werden met hoge concentraties van het radioactieve isotoop cesium 134. Gezien de stralingsniveaus bij deze vissen niet afnemen, geeft dit aan dat het met straling verontreinigde water in de oceaan blijft lekken. Tenminste 42 vissoorten uit het oceaangebied rond de kerncentrale worden als onveilig beschouwd. Zuid-Korea heeft inmiddels de invoer van Japanse vis verboden.
De halfwaardetijd (= de tijd die nodig is om de hoeveelheid van een element met de helft te doen vervallen) van cesium 134 is 2,0652 jaar. Maar voor cesium 137 dat ook in de vissen gevonden werd, loopt de halfwaardetijd op tot 30,17 jaar. Cesium kan niet zinken naar de oceaanbodem, dus vis zwemt er doorheen. Wat zijn de gevolgen van cesium voor de mens?
Wanneer aanraking met radioactief cesium optreedt, wat normaal hoogst onwaarschijnlijk is, kan een persoon celschade oplopen als gevolg van de straling van de cesiumdeeltjes. Hierdoor kunnen effecten zoals misselijkheid, braken, diarree en bloedingen voorkomen. Wanneer de blootstelling een langere tijd duurt, kan men zelfs het bewustzijn verliezen. Coma of zelfs de dood kunnen dan volgen.
Hoe ernstig de gevolgen zijn, is afhankelijk van de tijdsduur en de concentratie waaraan een persoon wordt blootgesteld en van de individuele weerstand van personen, zeggen experts.
Er is voorlopig geen einde in zicht voor het lekken van radioactief water uit Fukushima in de Stille Oceaan. Harvey Wasserman vraagt zich af of visvangst in de Stille Oceaan nog veilig zal zijn na een jarenlange periode van lekken.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beweert dat dit een beperkt effect op de menselijke gezondheid zal hebben en dat de voorspelde concentraties lager zijn dan de veiligheidsniveaus van de WHO. Er zijn echter deskundigen die ernstig twijfelen aan deze stellingen van de WHO.
Het ‘Wetenschappelijk Comité van de Verenigde Naties voor de Gevolgen van Straling’ is bezig met het schrijven van een rapport dat de stralingsdosissen en de bijbehorende effecten op de gezondheid en het milieu zal beoordelen.
Wanneer dit is afgerond, zal dit de meest uitgebreide wetenschappelijke analyse zijn van de tot op heden beschikbare informatie over hoeveel radioactief materiaal werd vrijgegeven, hoe het werd verspreid over land en water, hoe Fukushima zich verhoudt tot eerdere ongevallen, wat de impact is op het milieu, voedsel en de menselijke gezondheid.
Wasserman waarschuwt dat “waterverdunning geen oplossing is.” Het feit dat de Stille Oceaan groot is, verandert niets aan het feit dat deze radioactieve elementen lange halfwaardetijden hebben. Straling in het water wordt opgenomen door de vegetatie die door kleinere vissen gegeten wordt, die dan weer de prooi vormen van grotere vissen en aan de top van de voedselketen hebben de vissoorten zoals tonijn, dolfijnen en walvissen de hoogste concentraties van stralingselementen. Ook mensen kunnen aan de top van de voedselketen staan door deze besmette vis te eten.
Hoe erg het voortdurende lekken van radioactief water in de Stille Oceaan ook moge zijn, het is niet eens het grootste waterprobleem! Het Asia-Pacific Journal meldde vorige maand dat TEPCO 330.000 ton radioactief water heeft opgeslagen in 1000 bovengrondse tanks en een onbekende hoeveelheid in ondergrondse opslagtanks. Elke dag stroomt er 400 ton water uit de bergen naar de locatie, waarvan 300 ton de bron is van de dagelijkse lekken naar de Stille Oceaan. Het is niet duidelijk waar de rest van dit water naartoe gaat.
Elke dag injecteert TEPCO 400 ton (= 400.000 liter) water in de vernietigde onderdelen van de centrale om ze koel te houden; ongeveer de helft wordt gerecycleerd, en de rest gaat in de bovengrondse tanks. Er worden voortdurend nieuwe opslagtanks bijgebouwd: ze worden gebruikt voor de opslag van radioactief water, worden snel in elkaar gezet en er zijn nu al lekken vastgesteld.
Men verwacht dat er tegen 2016 zo’n 800.000 ton radioactief water in de site rond de centrale opgeslagen zal zijn. Harvey Wasserman waarschuwt dat deze onbetrouwbare tanks kunnen scheuren bij een nieuwe aardbeving of storm. Het Asia-Pacific Journal concludeert: “Op dit moment is er dus geen echte oplossing voor het waterprobleem.”
Het meest recente nieuws van het waterbeheer in Fukushima maakt de bezorgdheid nog groter. Op 11 oktober 2013 maakte TEPCO bekend dat de radioactiviteit bij een waterbron in Fukishima verhoogd was met een factor van 6500. “TEPCO zegt dat deze bevindingen aantonen dat radioactieve stoffen als strontium het grondwater hebben bereikt. Hoge niveaus van tritium, dat zich veel sneller in water verplaatst dan strontium, waren eerder al ontdekt.”
Bestraalde splijtstofstaven: Nog erger dan de problemen van radioactief water en de verdwenen kernen, is de situatie rond de verbruikte splijtstof staven. De centrale was 40 jaar in gebruik. Als gevolg daarvan liggen er 11.000 verbruikte splijtstofstaven op het terrein van de Fukushima-centrale opgeslagen. Deze splijtstofstaven zijn samengesteld uit sterk radioactieve stoffen, zoals uranium en plutonium. Ze zijn ongeveer vijf inch breed (12,7 cm) en 15 voet lang (4,57 meter).
De grootste en meest dringende uitdaging vormen 1533 verbruikte splijtstofstaven, die stevig verpakt zijn en in een koelbad liggen dat zich vier verdiepingen boven Reactor 4 bevindt.
Enige tijd voor de aardbeving toesloeg, waren deze staven naar hier verplaatst omwille van een routine-onderhoud van de reactor. Maar nu liggen ze dus opgeslagen op zo’n 30 meter hoogte, in de lucht en in beschadigde rekken. Ze wegen in totaal zo’n 400 ton en ze bevatten samen een stralingspotentieel gelijk aan 14.000 maal de hoeveelheid die vrijgegeven werd door de atoombom op Hiroshima.
Het gebouw waarin deze staven opgeslagen liggen, is zelf beschadigd. TEPCO heeft het met een stalen frame versterkt, maar het gebouw is aan het knikken en buigen, kwetsbaar voor ineenstorting als een andere aardbeving of een storm de omgeving zou raken. Daarnaast is de grond onder en rond het gebouw verzadigd geraakt met water, wat de oorspronkelijke stabiliteit van de constructie verder ondermijnt en het gebouw aan het kantelen kan brengen.
Hoe gevaarlijk zijn deze splijtstofstaven? Harvey Wasserman legt uit dat de splijtstofstaven zijn bekleed met een laag zirkoon wat kan ontvlammen wanneer er geen koelvloeistof meer wordt aangevoerd. Ze zouden ook kunnen ontbranden of exploderen als de staven zouden breken of tegen elkaar botsen.
Wasserman meldt dat sommigen zeggen dat dit kan leiden tot een explosie door splijting zoals bij een atoombom, anderen zeggen dat het zover niet zal komen, maar allen zijn het erover eens dat het “een reactie zou teweegbrengen zoals we nog nooit eerder gezien hebben: een nucleaire brand die ongelooflijke hoeveelheden straling zou vrijgeven”, zegt Wasserman.
Dit zijn niet de enige splijtstofstaven in de kerncentrale. Er liggen in totaal 11.000 splijtstofstaven verspreid over de hele site, waarvan 6000 gestapeld in een koelbad op minder dan 50 meter van de verzakkende Reactor 4. Als er hier brand uitbreekt, kan het de staven tot ontbranding brengen en leiden tot een nog grotere stralingen. Het kan een niet te stoppen kettingreactie ontketenen.
Wat zou er dan gebeuren? Wasserman meldt dat de hele centrale zou moeten worden geëvacueerd. De werknemers die vandaag onmisbaar zijn om verdere schade aan de centrale te verhinderen, zouden moeten vertrekken, en daardoor zouden we de laatste manier van controle en beveiliging verliezen. Bovendien zou het computersysteem niet meer werken als gevolg van de intense straling. Als gevolg daarvan zouden we ‘blind’ worden: de wereld zou moeten afwachten om te zien wat er gebeurd is. Je zou niet alleen Fukushima moeten evacueren, maar waarschijnlijk ook de bevolking in en rond Tokio, meldt Wasserman.
Er is geen twijfel dat eerst de 1533 gebruikte splijtstofstaven snel moeten worden verwijderd. Maar Arnie Gundersen, een oud nucleair ingenieur en directeur van Fairewinds Energy Education, die vroeger splijtstofelementen bouwden, vertelde Reuters: “TEPCO zal moeilijkheden hebben om een aanzienlijk aantal van de staven te verwijderen.”
Hij beschreef het probleem in een radio-interview: “Als je zo’n rek met nucleaire brandstof even vergelijkt met een pakje sigaretten: als je een sigaret recht omhoog uit een pakje trekt, kun je dat doen zonder de sigaret te breken – maar wat als het pakje nu vervormd is? Wanneer we nu de sigaret recht omhoog trekken, gaat die waarschijnlijk breken en in het geval van de splijtstofstaven, zal radioactief cesium en andere gassen, xenon en krypton, in de lucht vrijkomen. Ik vermoed dat we in november, december of januari te horen gaan krijgen dat het gebouw al is ontruimd, omdat ze een brandstofstaaf gebroken hebben en dat die staaf gifgassen vrijbrengt.
Wasserman borduurt voort op de analogie: “In werkelijkheid is het moeilijker dan het trekken van sigaretten uit een verkreukeld pakje.” Het is hoogst waarschijnlijk dat men in het begin, in alle paniek, zout water gebruikt heeft als koelmiddel, maar dit zou corrosie kunnen veroorzaken, omdat de staven nooit bedoeld waren om door zout water gekoeld te worden.
De toestand van de staven is dus onbekend. Er zit wel gruis in de koelvloeistof, hetgeen wijst op afbrokkeling. Gundersen voegt eraan toe: “Het dak is ingevallen, met verdere vervorming van de rekken.” Hij merkt op dat als een brandstofstaaf breekt, er zeker eerst radioactief gas zal ontsnappen hetgeen op zijn minst een evacuatie van de locatie vergt. Eens de gassen deels ontsnapt en verspreid zijn in de atmosfeer, zal TEPCO het opnieuw proberen.
The Japan Times schrijft:. “De gevolgen kunnen veel ernstiger zijn dan eender welk kernongeval de wereld ooit gezien heeft. Als een brandstof staaf valt, breekt of verstrikt raakt tijdens de verwijderingsoperaties, dan omvatten de mogelijke worst-case scenario’s: een grote explosie, een kernsmelting in het koelingsbad, of een grote brand.
Elk van deze situaties zou leiden tot het vrijkomen van massale hoeveelheden dodelijke radionucliden in de atmosfeer, waardoor een groot deel van Japan – waaronder Tokio en Yokohama -. en zelfs de buurlanden ernstig in gevaar komen.”
Dit is niet de gebruikelijke manier om de splijtstofstaven te verplaatsen. TEPCO heeft gezegd dat dit een routine is, maar het is een totaal nieuwe situatie: het vergt een staaltje engineering dat nog nooit eerder uitgevoerd is. Zoals Gundersen zegt:
“TEPCO portretteert deze operatie als makkelijk. In een normale kernreactor, wordt dit allemaal met computers gedaan. Alles wordt perfect verticaal getrokken. Nu is niets nog perfect verticaal, de brandstofrekken zijn vervormd, het zal allemaal handmatig moeten worden gedaan. Het netto resultaat is dat het een heel moeilijke taak wordt. Het zou me niet verbazen dat enkele staven zouden breken en dat ze deze dan achteraf niet meer kunnen verwijderen.”
Gregory Jaczko, voormalig voorzitter van de Amerikaanse Nuclear Regulatory Commission onderschrijft Gundersen’s mening over de verwijdering van de verbruikte splijtstofstaven als “een zeer belangrijke activiteit, en … heel, heel ongekend.”
Wasserman somt de uitdagingen op: “We zijn iets aan het doen wat nooit eerder gedaan werd – gebogen, afbrokkelende, broze brandstofstaven uit een koelingsbad verwijderen dat op instorten staat, in een gebouw dat aan het zinken is, dat kraakt en buigt. En dit alles zou grotendeels manueel moeten gebeuren, niet computergestuurd.” En de aanwezige kans op mislukking zou het leven van honderden miljoenen mensen beïnvloeden.
De oplossingen
De drie grote problemen van Fukushima zijn niet eerder vertoond, ze zijn elk ‘uniek’ en alle drie hebben ze het potentieel om heel grote schade aan mens en milieu toe te brengen. Er zijn geen duidelijke oplossingen, maar er zijn stappen die dringend moeten worden genomen om de sanering en ontmanteling van Fukushima weer op de rails te krijgen en de risico’s te minimaliseren.
Het eerste wat nodig is, is de black-out in de media te stoppen. De hele wereldbevolking moet op de hoogte zijn van de problemen die de hele wereld aangaan. De gevolgen van Fukushima kunnen vrijwel ieders leven aantasten, dus we hebben allemaal belang bij de best mogelijke afloop. Als de publieke opinie hierover wordt geïnformeerd, zal de politieke wil om dit op te lossen zich snel ontwikkelen.
De nucleaire industrie, die wil blijven uitbreiden, vreest ervoor dat Fukushima teveel wordt besproken en dat dit het toch al verzwakte economische groeipotentieel van de sector zou ondermijnen. Maar is de winst van de nucleaire industrie niet van ondergeschikt belang ten opzichte van de risico’s van de driedubbele uitdagingen waar Fukushima mee kampt?
Ten tweede moet de incompetentie van TEPCO worden aangekaart. Zij zijn niet in staat deze drievoudige complexe crisis alleen op te lossen. “TEPCO is nu al Japan’s meest gewantrouwde bedrijf” en wordt voorgesteld als “gevaarlijk incompetent.” Uit een opiniepeiling bleek dat 91 procent van de Japanners wil dat de overheid ingrijpt in Fukushima.
Het beheer van de getroffen kerncentrale door TEPCO wordt door sommigen beschreven als een tragikomedie. De continue opeenvolging van blunders werd nog erger gemaakt door de voortdurende ontkenningen van de feiten en door de inspanningen van TEPCO om de problemen te minimaliseren. Volgens sommigen had de hele Fukushima ramp kunnen worden vermeden:
TEPCO schoof in eerste instantie de schuld voor het ongeval van zich af door te spreken van “een onvoorzienbaar zware tsunami” veroorzaakt door de Great East Japan Earthquake van 11 maart 2011. Nadien gaf TEPCO toe dat ze een dergelijk natuurramp wél hadden voorzien, maar dat ze er verder niets mee gedaan hebben.
De realiteit is dat Fukushima-centrales van meet af aan onderworpen zijn aan menselijke fouten. Een officieel onderzoek van de Japanse regering besloot dat het ongeval in Fukushima uitgegroeid is tot een door de mens veroorzaakte ramp, door belangenvermengingen tussen overheid en TEPCO en het slechte ontwerp van de reactoren.
Op dit punt staat TEPCO wereldwijd niet alleen, het is een wereldprobleem in de hele kernenergiesector. Veel Amerikaanse kerncentrales hebben ernstige problemen, ze blijven operationeel na hun verwachte levensduur, hebben dezelfde ontwerp-problemen en zijn gelegen nabij breuklijnen waar zware aardbevingen kunnen voorkomen. De politiek is al te vaak op een corrumperende wijze gebonden aan de industrie, zowel in de VS als in Japan.
Bovendien, werd de kernsmelting zelf maandenlang ontkend, waarbij TEPCO beweerde dat “de feiten nog niet bevestigd waren”. Japan Times meldt dat “in december 2011 de regering aangekondigd heeft dat de centrale een fase van ‘cold shutdown’ had bereikt.”
Normaal komt er in zo’n toestand slechts straling vrij onder sterk gecontroleerde omstandigheden en bevindt de temperatuur van de nucleaire brandstof zich onder het kookpunt. Helaas was de verklaring vals – de reactoren blijven water nodig hebben om ze koel te houden, de splijtstofstaven moeten dus kunstmatig koel gehouden worden – dit is dus niet wat men cold shutdown noemt.
TEPCO heeft zeer slecht werk geleverd bij de saneringswerken van de centrale. Japan Times beschrijft een aantal van de problemen:
“De centrale wordt nu gestuurd met geïmproviseerde apparatuur en nieuwe ellende is schering en inslag. Van een ruim tiental ernstige problemen sinds april 2013 zijn er opeenvolgend stroomuitval en lekken van hoogradioactief water uit de ondergrondse koelingsbaden geweest.
Een rat beet genoeg draden stuk om kortsluiting in de centrale te veroorzaken, wat ertoe leidde dat de koeling voor bijna 30 uur uitgeschakeld was. Later moest het koelsysteem voor een opslagruimte voor splijtstofstaven opnieuw uitgeschakeld worden voor veiligheidscontroles, nadat dode ratten werden ontdekt in een transformator.”
TEPCO denkt meer aan de eigen financiële situatie en bespaart waar kan, zelfs op de middelen die broodnodig zijn om de problematische gevolgen van de Fukushimaramp op te lossen.
Slordige reparaties, die verdere milieuschade veroorzaken, zijn het resultaat. Washington’s Blog meldt dat de Japan bezig is met het verspreiden van radioactiviteit over eigen land – en andere landen – door het radioactief afval te verbranden in ovens die niet gebouwd zijn om dergelijke toxische stoffen te verwerken. Werknemers van TEPCO hebben hun bezorgdheid geuit en hebben zich zelfs verontschuldigd voor het slaafs volgen van de bevelen met betrekking tot de ‘grote schoonmaak’.
Inderdaad, de werknemers zelf vormen een ander ernstig probleem. The Guardian meldde in oktober 2013 over het kelderende moreel bij de werknemers, over problemen van alcoholmisbruik, angst, eenzaamheid, posttraumatische stressstoornis (PTSS) en depressie. TEPCO verminderde het loon van de werknemers met 20 procent in 2011 om geld te besparen, hoewel deze werknemers zeer moeilijk werk aan het doen zijn en constant geconfronteerd worden met problemen. Daar komt bij dat ook velen aan de gedwongen evacuatie uit hun huizen na de tsunami een trauma hebben overgehouden en ze veelal geen idee hebben hoeveel ze zijn blootgesteld aan straling en welke gezondheidsproblemen ze eraan zullen overhouden.
De herstellingswerken worden door TEPCO uitbesteed aan onderaannemers op basis van het laagste bod, wat resulteert in lage lonen voor werknemers. Volgens The Guardian, vertelde Shunichi Tanaka, Japan’s topman inzake nucleaire toezicht het volgende: “Fouten zijn vaak gekoppeld aan het moreel van de mensen. Mensen maken meestal geen domme, slordige fouten als ze gemotiveerd zijn en werken in een positieve omgeving. Het is het gebrek aan motivatie en vertrouwen dat, volgens mij, gerelateerd kan worden aan de recente problemen.”
De geschiedenis van TEPCO laat zien dat we niet kunnen vertrouwen op zo’n firma die haar personeel liever slecht behandelt, dan de complexe uitdagingen van Fukushima serieus te nemen. Fukushima is een wereldwijde crisissituatie, waarvoor een mondiale oplossing nodig is.
In een open brief aan de Verenigde Naties, dringen 16 topexperts op het gebied van nucleaire energie er bij de Japanse regering op aan om de verantwoordelijkheid voor Fukushima over te dragen aan een wereldwijde ‘engineering group’ onder toezicht van een drieledig panel bestaande uit een vertegenwoordiging van de civiele maatschappij, van een internationale groep van nucleaire deskundigen onafhankelijk van TEPCO en van de ‘International Atomic Energy Administration’, de IAEA.
Zij dringen erop aan dat de stabilisatie, de sanering en de ontmanteling van de installatie goed moet worden gefinancierd. Ze bekrachtigen dit verzoek met de hoogste urgentie-graad omdat de situatie in Fukushima “met de tijd verslechtert in plaats van te stabiliseren.”
Verder zijn deze topexperts ook kritisch tegenover de schattingen van de WHO en de IAEA en de cijfers over de gezondheids- en milieuschade veroorzaakt door de ramp. Ze raden aan om nauwgezettere methoden te gebruiken voor de berekeningen en voor het verzamelen van gegevens die moeten zorgen voor betrouwbare schattingen.
Ze vragen ook dat de mensen die moesten verhuizen na de ramp, beter behandeld worden. Zij dringen erop aan dat de standpunten van de lokale bevolking – die nooit een kerncentrale gewild heeft maar er nu wel de dupe van is – in de toekomst gerespecteerd wordt, zeker nu blijkt dat er geen ramp geweest zou zijn als er geluisterd was naar hun verzet tegen kernenergie.
De realiteit onder ogen zien
De problemen in Fukushima gaan voor een groot deel over ‘facing reality’, de werkelijkheid onder ogen zien: de realiteit van de uitdagingen, de risico’s en de mogelijke schade van het incident. Het gaat over TEPCO en Japan die ermee geconfronteerd worden dat ze niet in staat zijn om de klus van Fukushima alleen te klaren en hulp moeten vragen aan de rest van de wereld.
Een eerlijke confrontatie aangaan met de realiteit is een veelvoorkomend probleem in de nucleaire industrie en voor hen die blijven ijveren vóór kernenergie. De realiteit onder ogen zien is trouwens een probleem van de hele energiesector. We moeten denken aan de lange termijnschade die de aarde en de mensen wordt aangedaan door het economische systeem dat volledig gebaseerd is op energievoorziening uit kerncentrales en fossiele brandstoffen.
Een andere werkelijkheid die de nucleaire industrie onder ogen moet zien, is dat de Verenigde Staten zich aan het afkeren zijn van kernenergie evenals de rest van de wereld. Zoals Gary Jaczko, voorzitter van de ‘US Nuclear Regulatory Commission’ ten tijde van het Fukushima-incident, zegt: “Ik heb nog nooit een film gezien die zich 200 jaar in de toekomst afspeelt waarbij we zien dat de planeet wordt aangedreven door splijtingsreactoren – dat is niemands toekomstvisie. Dit is niet de technologie van de toekomst!”.
Hij ziet de Amerikaanse nucleaire reactoren verouderen, en toch nog in werking blijven, na hun voorziene werkingsduur. Economisch gezien is het voor kernenergiebranche ook steeds moeilijker, want kernenergie is nu eenmaal duur. Verder is er zo goed als geen meer geld voor, of ontbreekt de wil om nieuwe kerncentrales te financieren. “De industrie is aan het verdwijnen”, zei Jaczko kortweg.
Ralph Nader beschrijft kernenergie als “onnodig, onrendabel, onverzekerbaar en belangrijker nog, onveilig.” Hij stelt dat het alleen blijft bestaan omdat de nucleaire lobby politici zover weet te krijgen de sector te beschermen. De opmerking van Ralph Nader over het onvermogen om tijdig te evacueren als er zich een nucleair ongeval voordoet, loont de moeite om te benadrukken.
Wasserman wijst erop dat er in de VS kerncentrales staan in zones waar een grote kans op aardbevingen bestaat, waaronder de kerncentrales in de buurt van Los Angeles, New York City en Washington, DC. Het ontwerp voor de centrale van Fukushima is van de firma General Electric en dit bouwplan werd ook gebruikt om 23 reactoren te bouwen in de VS.
Als we deze realiteit onder ogen zouden zien, dan zouden openbare ambtenaren starten met ontruimingsoefeningen in die steden. Als ze dat deden, dan zouden de Amerikanen snel leren dat bij een ernstig nucleair ongeval, de Amerikaanse steden niet zouden kunnen worden geëvacueerd. Activisten die aandringen op de vraag naar ontruimingsoefeningen hebben gelijk en dit zou een zeer goede strategie kunnen zijn om het tijdperk van kernenergie te beëindigen.
“Hoe slecht de situatie in Fukushima ook mag zijn”, benadrukt Wasserman, “het is niet het worst case scenario voor een nucleaire ramp. Fukushima was 120 kilometer van het centrum van de aardbeving. Als dit 20 kilometer was geweest, zou de centrale volledig zijn ingestort, gevolgd door een onmiddellijke nucleaire catastrofe!”
Maar er is ook een positief beeld op de toekomst waar we naar moeten kijken, legt Wasserman uit: “De volledige energiebehoefte van de wereld kan worden opgewekt door een combinatie van zonne-energie, windenergie, geologische warmtebronnen en energie uit de getijden van oceanen.”
Zijn punt wordt herhaald door vele topexperts in de energiesector, die stellen dat een koolstof-vrije en nucleair-vrije energie-economie niet alleen mogelijk is, maar ook onvermijdelijk. De enige vraag is nog hoe lang het zal duren vooraleer we deze fase bereiken en hoeveel schade we tegen dan hebben opgelopen, voordat we uiteindelijk de gecentraliseerde ‘top-down’ strategie achter ons laten die zo lang de koolstof- en nucleaire energiesectoren heeft gediend.
Naoto Kan was minister-president van Japan toen de ramp begon en vertelde onlangs aan zijn toehoorders dat hij een voorstander van kernenergie was, maar dat er na het ongeval in Fukushima “een koerswijziging van 180-graden in zijn denken plaatsvond.” Hij realiseerde zich dat “er geen enkel ander ongeval of ramp”, anders dan een ramp met een kerncentrale, “ineens het leven van 50 miljoen mensen in gevaar kan brengen, … Geen ander ongeluk kan tot een dergelijke tragedie leiden.”
Hij wees erop dat alle 54 kerncentrales in Japan nu zijn stilgelegd en hij uitte vertrouwen dat “we ook zonder kerncentrales er absoluut voor kunnen zorgen dat we voldoende energie opwekken om in onze behoeften te voorzien.” Sinds het accident van Fukushima heeft Japan het gebruik van zonne-energie verdrievoudigd tot het equivalent van drie kerncentrales. Naoto Kan is van mening: “Als de mensheid echt zou samenwerken, dan konden we al onze energie opwekken uit hernieuwbare bronnen.”
Kevin Zeese en Margaret Flowers
(Vertaald uit het Engels door Tomas Dossche)
Fukushima – A Global Threat That Requires a Global Response door Kevin Zeese en Margaret Flowers, Truthout News Analysis.
© Truthout.org. Reprinted with permission
Overname van deze vertaling kan voor niet-commerciële doeleinden, na het bekomen van toestemming bij editor@truthout.org, met vermelding van deze vertaling en de oorspronkelijke bron.