Dokter Haytham Manna is geneesheer en antropoloog van opleiding. Hij heeft zich altijd ver van partijpolitiek gehouden, maar was daarentegen zeer actief op het gebied van de mensenrechten. Hij klaagde regelmatig het gebrek aan respect voor die rechten in zijn eigen land en in de omringende Arabische landen aan.
Hij heeft meer dan 35 boeken geschreven over mensenrechten in het Midden-Oosten, over het gebrek aan respect voor het internationaal recht, over politieke corruptie, over de onschendbaarheid van de politieke en economische elites, evenals meerdere geschiedkundige werken.
Hij is één van de oprichters van de Arabische Mensenrechtencommissie, waarvoor hij tot 2011 woordvoerder was. Hij nam toen ontslag uit die functie om woordvoerder te worden van het Nationale Coördinatiecomité voor Democratische Verandering (het ‘Coördinatiecomité’), één van de twee organisaties die aanvankelijk actief waren in de volksopstand tegen het regime van president Assad.
Hij militeerde al voor de mensenrechten in zijn land sinds zijn studententijd vanaf 1968, was er actief in linkse bewegingen aan de universiteit van Damascus, werd daar voor vervolgd en heeft ongeveer 2,5 jaar in de klandestiniteit geleefd.
In 1978 is hij naar het buitenland gevlucht omdat hij voor zijn leven vreesde. Sindsdien woont hij in Frankrijk, waar hij actief betrokken bleef bij de internationale strijd voor de mensenrechten.
Hoe bent u vanuit het buitenland betrokken geraakt bij het huidige conflict in Syrië?
Haytham Manna: “Bij het begin van de opstand, toen nog grotendeels een ongewapende strijd, heeft een aantal progressieve politieke groeperingen de handen in elkaar geslagen en mij gevraagd hun woordvoerder in het buitenland te worden. Ik reis nu voor het Coördinatiecomité rond in het buitenland om hun standpunten uit te dragen.”
Hier staan de media vol van berichten over de gewapende oppositie en haar strijd tegen het regime. Dat er daarnaast ook een vreedzame, democratische oppositie is, komt hier niet aan bod. Hoe verklaart u dat?
“Je kan niet stellen dat er helemaal geen journalisten zijn die onze analyse aan bod laten komen. Er zijn wel degelijk enkele moedige journalisten die goede artikels hebben geschreven, interviews hebben afgenomen, om onze standpunten kenbaar te maken.”
“De democratische volksopstand tegen het regime is in feite begonnen op 18 maart 2011. Daarvoor waren er reeds enkele pogingen ondernomen om een en ander in beweging te zetten van buitenaf. Het echte begin van de opstand in het land zelf had plaats in mijn geboortestreek in het zuiden van Syrië.”
“Voor het eerst kwamen toen duizenden manifestanten de straat op. Vanaf het eerste moment werd daarbij een aantal politieke eisen gesteld, in lijn met de noden en de problemen van de bevolking. Er werd geëist dat een einde zou komen aan de politiek-economische corruptie, die het land al meer dan veertig jaar in zijn greep houdt en aan de repressie door de veiligheidsdiensten, die het dagelijks leven van de mensen verstikt. De beweging eiste eveneens een complete democratische hervorming van het land.”
“Dat gebeurde op een volkomen vreedzame manier. Het regime is begonnen op mensen te schieten. Desondanks was één van de duidelijke slogans van de betogers, vooral van de jongeren, ‘Pacifistisch verzet, zelfs als er honderd doden per dag vallen’. De bevolking was op dat ogenblik nog zeer ééndrachtig in haar vreedzaam verzet. Er was geen sprake van tegengeweld tegen de repressie.”
Was deze beweging multi-etnisch? Deden alle lagen van de bevolking en alle etnische en religieuze groepen er aan mee?
“Absoluut! Om een voorbeeld te geven, tijdens de wekelijke samenkomsten ‘s vrijdags voor de moskeeën waren er zowel christenen als moslims aanwezig, zowel alawieten als soennieten. Ze deden allemaal mee. Je kan zondermeer stellen dat de beweging toen de bevolking in zijn geheel vertegenwoordigde.”
“Er waren zowel mensen bij van de meer traditionele conservatieve bewegingen als meer progressieve niet-confessionele groeperingen. Naast de Arabische Socialistische Partij vond je er confessionele organisaties. Die multi-etniciteit vond je ook in de politieke krachten. Bij de Communistische Partij vond je christenen, moslims, alawieten en soennieten.”
Wat is er toen misgelopen?
“Van bij het begin werden er pogingen ondernomen om dat democratiseringsproces te saboteren. Bepaalde krachten poogden bijna onmiddellijk om het conflict tussen het regime en de bevolking op straat om te vormen tot een andere strijd. Dat was van binnenuit.”
“Daarnaast werden er vanuit het buitenland onmiddellijk krachten ingezet om er een machtsconflict over Syrië van te maken. Dat waren allemaal zaken die geen deel uitmaakten van de politieke eisen van de beweging.”
“Er werden vanaf het begin in feite drie afzonderlijke universa gecreëerd: een universum gemediatiseerd door de Golfstaten via hun eigen media; een virtueel universum, volledig gedomineerd door de buitenlandse media, die hun gekleurde versie van de feiten weergaven en het reële universum van de mensen op straat, die de kogels mochten opvangen en al snel moesten ervaren dat aan hun politieke eisen geen enkele aandacht werd besteed.”
“Zo werd in de media van de Golf nooit aandacht besteed aan het feit dat de voornaamste politieke eis de oprichting was van een neutrale lekenstaat.”
“Van bij het begin hebben buitenlandse krachten gepoogd het Libische voorbeeld na te volgen. Zo werd er naar analogie met Libië een zogenaamd Syrisch Transitiecomité opgericht. Daarvoor hebben ze zes Syriërs opgetrommeld, die tevens Europese of Amerikaanse staatsburgers waren. Zo poogden ze de volksopstand te instrumentaliseren en voor hun kar te spannen.”
“Die steun uit de Golfstaten heeft de meer extremistische krachten in Syrië aangespoord – zeker de meer gewelddadige oppositiekrachten – om de wapens op te nemen. Vanuit het Westen zette men ook onmiddellijk in op een scenario zoals in Libië, namelijk de creatie van een zogenaamde overgangsregering die ze volledig onder controle hadden. Van dat alles maakte op zijn beurt het regime gebruik om de oorspronkelijke opstand te herleiden tot een ‘complot tegen Syrië’.”
“Ze sprongen er daarna allemaal op, de westerse leiders zoals Sarkozy (toen nog president van Frankrijk). Bovendien gingen ze er allemaal van uit dat het een kwestie van een paar maanden zou zijn voor het regime-Assad zou vallen.”
Hoe ging de volksopstand daar mee om?
“Wij zaten ondertussen natuurlijk met de realiteit ter plaatse: het Syrsche leger is één van de best uitgeruste legers in de regio. Zelfs met 100.000 opstandige burgers kan je daar niet tegen op. Een militaire overwinning tegen dit leger was onmogelijk.”
“De gewelddadige escalatie en de militarisering van een deel van de oppositie heeft het conflict ook verplaatst naar een situatie die het leger verkiest. Dat betekende in feite de dood van het ongewapend democratisch verzet tegen het regime.”
“Het gewapend verzet, het ‘Vrije Syrische Leger’, werd volledig door soennieten gecontroleerd en kwam tegenover het nationale leger te staan. Vanwege de geldende dienstplicht voor elke mannelijke Syriër, of die nu christen of moslim, soenniet of alawiet is, was het leger per definitie multi-etnisch. In het verzet zat wel hier en daar een niet-soenniet voor het decorum, maar dat betekent niets.”
“Dat Transitiecomité heeft nooit meer dan 70 procent van het verzetsleger kunnen controleren. Er was dus ook nooit een duidelijk opperbevel, dat in staat zou zijn om de operaties op het terrein te controleren en te coördineren. Er was ook geen enkel overleg tussen gewapende groepen.”
“Dorpen werden ingenomen en even snel weer verlaten, terwijl alleen vernieling achterbleef. Er was geen enkele militaire strategie, een politieke al evenmin. Het resultaat was complete chaos, waar de vreedzame oppositie is aan bezweken. Dat is de situatie waarin we nog steeds verkeren.”
Hoe geraak je uit zo een wespennest? De onderhandelingen, of tenminste de pogingen tot onderhandelingen, in Genève, hebben totnogtoe niets opgeleverd. Hoe ziet u een mogelijke oplossing en speelt het overleg in Genève daar nog een rol in?
“Op 30 juni 2012 zijn er de gesprekken geweest in Genève. Daar kwamen de vijf permanente leden van de VN-Veiligheidsraad (VS, Groot-Brittannië, Frankrijk, China en Rusland) bijeen. Ze kwamen daar overeen een internationale conferentie over Syrië te houden.”
“Ons Coördinatiecomité heeft dat project vanaf de eerste dag gesteund. We hebben toen ook een verklaring afgelegd waarin we de zwakke punten van dat voorstel opsomden en waarvan we vroegen om ze in die komende onderhandelingen in Genève op te nemen.”
“1) Er ontbraken drie essentiële landen op de agenda: Saoedi-Arabië, Egypte en Iran. Die moeten bij die onderhandelingen betrokken worden.
2) Elk onderdeel van een onderhandelde oplossing moet gepaard gaan met internationale garanties. Ter plaatse is het wederzijds wantrouwen immers te groot. Dat kunnen met andere woorden de Syriërs niet alleen bolwerken.
3) Bij de eerste gesprekken over Syrië in Genève was geen enkele Syriër betrokken. Het grootste deel van de echte onderhandelingstafel moet bestaan uit Syriërs.”
“Wij hebben die opmerkingen aan VN-onderhandelaar Kofi Annan overhandigd. Sindsdien is het enige wat we doen er voor ijveren dat die fameuze conferentie er zou komen. We zijn de enigen, want de Nationale Overgangsraad, de zogenaamde ‘coalitie’, heeft geweigerd er aan deel te nemen. Desondanks blijven die de steun genieten van Frankrijk, Groot-Brittannië en de VS, van de Golfstaten en van Turkije.”
“Men poogt nu de Nationale Overgangsraad een legitimiteit te geven alsof zij alleen de bevolking vertegenwoordigt, terwijl men blijft hopen op een militaire oplossing. De raad wordt daartoe financieel en militair ondersteund.”
Heeft de Overgangsraad werkelijk geen enkele legitimiteit? Minstens een deel van het gewapend verzet staat toch aan zijn kant?
“Neen. Er bestaan heel wat mythes over Syrië, zoals het idee dat een militaire overwinning mogelijk zou zijn. Alleen wie de volledige vernietiging wil van Syrië, staat achter dit idee. Bovendien zouden de democratische krachten in het land zich daar nooit bij neerleggen.”
“Er zijn er ook heel wat die denken dat ze baat hebben bij uitstel van de conferentie, die denken dat tijd winnen een oplossing kan bieden. De leiding van de Overgangsraad in Istanbul zegt nu al zo lang dat het regime van de ene dag op de andere zal vallen. Geef ons eerst nog wat geld, nog wat wapens. Als er dan na verloop van weken niets van in huis komt, is dat steevast de schuld van gebroken beloftes voor geld en wapens.”
“Ondertussen blijft het aantal slachtoffers toenemen. Vandaag is Syrië zwaarder vernietigd dan eender welk West-Europees land in 1944, op het einde van de Tweede Wereldoorlog. De schade wordt op 260 miljard euro geschat. Zelfs als er een fundamentalistisch regime zou komen, zullen Saoedi-Arabië en Qatar de heropbouw nooit kunnen betalen.”
“Twee jaar na het begin van het conflict dreigt een complete generatie verloren te gaan. Er zijn in Syrië nu ongeveer 600.000 gehandicapten, voor het merendeel jonge mensen. Er moet dringend een oplossing komen voor dit absurde conflict.”
Wat zijn jullie plannen voor de nabije toekomst?
“Wij gaan naar Genève met een gemeenschappelijk programma, samen met alle krachten van de gewapende oppositie die er zich willen bij aansluiten. Wij staan klaar om daar met hen over te onderhandelen, ver van de media, ver van de buitenlandse waarnemers, ver van de bemoeienissen uit het Westen en uit de Golfstaten. We denken nog altijd dat het mogelijk is een dergelijk programma te onderhandelen onder Syriërs.”
“Als de gewapende oppositie dat weigert, staan we uiteraard zwakker. Toch kunnen we de strijd niet opgeven. Er zijn nu al meer dan 25.000 buitenlandse strijders in Syrië aanwezig, onder hen zelfs enkelen uit België. Ook dat moet stoppen.”
Hier geloven heel wat mensen nog altijd dat het aan ons is om democratie te brengen naar andere landen. Dat zou ook de werkelijke intentie van onze regeringen zijn. Die zogenaamde intentie achter ons optreden wordt echer nooit in vraag gesteld. Wat is uw boodschap aan de Belgische bevolking?
“Aanvankelijk was de officiële Belgische houding nog zo slecht niet. Ze hield ons en de gewapende oppositie op gelijke afstand. Ik werd persoonlijk ontvangen door uw minister van Buitenlandse Zaken. Sinds de overgangsregering naar Libisch model er kwam, heeft Franse en Britse druk er voor gezorgd dat ook de Belgische regering zich volledig achter de Overgangsraad van de ‘coalitie’ ging scharen.”
“Sindsdien hebben wij geen toegang meer tot de minister. We worden wel nog ontvangen door ambtenaren van Buitenlandse Zaken. Dat is vervelend, maar niet essentieel. Uiteindelijk is het aan het Syrische volk om de knoop door te hakken. Het is met andere woorden niet aan de Belgische of een andere regering om te bepalen wie nu wel of niet de Syrische bevolking vertegenwoordigt. We hebben ook nog steeds regelmatig contacten met de EU.”
“We rekenen echter wel op de progressieve krachten in België die ons van bij het begin hebben ondersteund in ons pleidooi tegen de dictatuur én tegen een militaire interventie. We hopen dat hun standpunt ook het officiële standpunt van België zou worden.”
Enkele boeken van Haitham Manna:
- Islam et hérésies (Islam en ketterij)
- L’Algérie contemporaine – bilan et solutions pour sortir de la crise (Hedendaags Algerije – bilan en oplossingen voor de crisis
- Violence et torture dans le monde arabe (Geweld en foltering in de Arabische wereld)
- Short universal encyclopaedia of human rights (Korte algemene encyclopedie van de mensenrechten)
Zijn Facebookpagina en zijn website (grotendeels in het Arabisch, gedeeltelijk in het Engels).