Nieuws, Afrika, Cultuur, Boekrecensie, Bikkel -

‘Bikkel’: focus op zwarte bladzijden van de Surinaamse geschiedenis

'Bikkel' van Rudie Kagie: boeiend boek, en ook een uitzonderlijk document. In Suriname is onderzoeksjournalistiek immers nog steeds een vies woord. 'Bikkel' is dan ook een van de zeldzame publicaties over de zwarte bladzijden van de recente Surinaamse geschiedenis.

woensdag 30 oktober 2013 16:24
Spread the love

De jonge Nederlandse journalist Rudie Kagie vertrekt naar Suriname op een ogenblik dat geen enkele Nederlandse krant zit te wachten op een correspondent in de West: net voor de militaire coup van 25 februari 1980, waarop 16 sergeanten onder leiding van Desi Bouterse de macht overnemen. Vanaf dan gaat de aandacht van Nederland en de wereld uit naar dat landje waar nooit iets gebeurt – toch zeker geen staatsgreep. Kagie krijgt een opdracht van NRC-Handelsblad om te beschrijven wat er gebeurt in Nederlands voormalige wingewest.

“Een gewezen wingewest, Suriname voor en na de staatsgreep” is ook de titel van het werk dat Kagie in 1980 schrijft op basis van zijn dagbladreportages. Het is een goed geschreven boek van een onderzoeksjournalist – die ook de linkse Surinamer Sandew Hira bedankt voor zijn speurwerk en kritische zin. Een journalist die niet onsympathiek staat ten aanzien van ‘onze jongens’ die op dat ogenblik nog van velen het voordeel van de twijfel krijgen. Kagies verhouding met de militairen verandert echter volledig wanneer hij verneemt dat Fred Ormskerk, een oud-militair van Surinaamse origine en net terug in het land, in heel verdachte omstandigheden om het leven is gekomen in de grootste kazerne van Paramaribo.

Op een nacht in 1980 wordt de journalist onzacht uit zijn bed gehaald en voor ondervraging overgebracht naar de Memre Boekoe-kazerne. Daar onderwerpen leden van de Nationale Militaire Raad – waaronder Desi Bouterse, Chas Mijnals, Roy Horb en Stanley Joeman – hem aan een zeer hardhandig kruisverhoor. De militairen verwijten hem een handlanger te zijn van het koloniale Nederland; en verbieden hem, op gevaar van erger, nog over het geval-Ormskerk te publiceren. Na die dreigementen pakt Kagie zijn koffers en verlaat via een sluipweg het land.

Men doet de dood van Fred Ormskerk af als een ‘incident’. Ook een voorzichtig Nederland, dat het voordeel van de twijfel geeft aan de militairen. De Surinaamse ziekenhuisarts Albert Vrede, patholoog-anatoom van dienst, constateert hersenoedeem als gevolg van inwerking van stomp geweld. Ormskerks stoffelijk overschot wordt naar Nederland overgebracht voor een nieuw onderzoek, op 19 mei 1980, nu door dr. Jan Zeldenrust.

Zeldenrust vindt onderhuidse bloeduitstortingen en diverse versplinterde ribben. Ormskerk is Nederlands staatsburger, maar het toenmalige kabinet-Van Agt reageert zeer omzichtig. In zijn antwoord op schriftelijke vragen van PvdA-kamerleden verzwijgt minister van Justitie Job De Ruiter het eerder geconstateerde hersenoedeem, en meldt hij slechts dat  Zeldenrust de doodsoorzaak niet definitief kan vaststellen; omdat deze nog op het sectierapport van Vrede wacht – wat uiteindelijk een summier A4’tje blijkt.

Als op 8 december 1982 vijftien prominente Surinamers worden doodgeschoten in het militaire cellencomplex van Fort Zeelandia, verliest het Bouterse-regime heel veel krediet. En vervalt het voordeel van de twijfel dat Nederland het militaire bewind in Suriname eerder gunde. ‘Op de vlucht neergeschoten,’ luidt het officieel en weinig vindingrijk in een rapport. De Surinaamse justitie onderzoekt de ‘decembermoorden’ vijf jaar lang diepgaand. Maar nu hoofdverdachte Desi Bouterse president van het land is, komt er een amnestiewet die zowel hemzelf als de andere verdachten buiten schot zal houden. Ook de daders van de moord op Fred Ormskerk spoort men nooit op. 

Daarom trekt Rudie Kagie, ruim dertig jaar na de feiten en nu werkzaam voor Vrij Nederland – volop in het Bouterse-tijdperk, opnieuw naar Suriname. Om meer te vernemen over wat hij, in de ondertitel van zijn boek, als ‘de eerste politieke moord van het Bouterse-regime’ bestempelt.

“Bikkel” is het journalistieke onderzoek naar de dood van Fred Ormskerk: naar de omstandigheden van zijn overlijden, maar ook naar zijn drijfveren om op te duiken in Suriname na de militaire staatsgreep, en ook naar de persoonlijkheid van deze bikkelharde militair – vandaar zijn roepnaam ‘bikkel’.

Ormskerk wordt omschreven als ijzervreter, driftkop, bloedfanatiek, streng maar rechtvaardig, keihard voor zichzelf (en zijn negen kinderen…), Spartaans, militair in het kwadraat en bovendien uitzonderlijk sterk. Iedereen, zo merkt Kagie op, sprak met veel respect over deze volbloed militair. Na het vertrek van de TRIS (Troepenmacht in Suriname) in 1975 treedt Ormskerk in dienst van de gloednieuwe Surinaamse KrijgsMacht (SKM). Maar hij vindt dat de bevelhebber, kolonel Elstak, er een potje van maakt. En hij is niet de enige: dat vinden Bouterse en zijn kompanen namelijk ook.

Elstak, de ‘verwaande grappenmaker’, weet het al snel niet meer te vinden met zijn (onder)officieren. Ongetwijfeld een belangrijke aanleiding tot de militaire coup van 25 februari 1980. Op dat moment is Ormskerk al uit dienst. Hij vertrekt om persoonlijke redenen in 1979 – hij is dan 56 jaar – met pensioen. Naar zijn gezin in Nederland. Maar de militair-in-hart-en-nieren past niet in een keurige rijtjeswoning; zijn opvoedingsmethoden botsen met die van zijn vrouw. Zij noemt hem ‘totaal verslaafd’ aan het leger en zó streng voor de kinderen dat die blij waren als hij er niet was (p. 54).

In Nederland hoort Ormskerk van de coup in Suriname. Het verbaast hem niet: al sinds 1979 hangt die in de lucht. De gepensioneerde militair is aanvankelijk zeer enthousiast. Zijn ‘jongens’ hebben het toch maar voor elkaar gekregen! En is hij niet een god voor hen? Hij belt met Suriname, in de veronderstelling dat ze hem daar goed kunnen gebruiken. Maar Bouterse zit niet op hem te wachten. Volgens Kagie is er toen iets in Ormskerk geknapt, en wordt hij van medestander, tegenstander. Na een aantal geheimzinnige besprekingen met andere tegenstanders van de NMR in Nederland verlaat Ormskerk zijn gezin en trekt er tussenuit naar Parijs. Zijn vrouw zal hem niet levend weerzien. Een paar dagen later duikt de militair op in Frans-Guyana, reist via Albina naar Paramaribo, en wordt daar gearresteerd met allerlei coupplannen in zijn bagage.

Ormskerk wordt tijdens zijn verhoor op 1 mei geslagen en mishandeld tot hij overlijdt. De ochtend daarop vindt men hem dood in zijn cel. Waarna het militaire regime van Suriname meldt dat hij is omgekomen bij een vluchtpoging. Van een feitelijke poging tot staatsgreep is nooit iets gebleken.

Rudie Kagie probeert aan de hand van vele gesprekken met betrokkenen, zowel in Suriname als in Nederland, de gebeurtenissen van toen te reconstrueren. Waarschijnlijk wilden de militairen hun vroegere instructeur niet doden, en is de hardhandige ondervraging van Ormskerk uit de hand gelopen. De zwart-witte militaire logica waarvan Fred Ormskerk de vertolker was, is door zijn ‘jongens’ zeer goed toegepast en heeft hem zelf – o ironie – het leven gekost.

Rudie Kagie stond voor een zeer moeilijke opdracht. Zelft geeft hij eerlijk toe zich details van dertig jaar geleden niet goed meer te herinneren. Naast slijtage van het geheugen, zijn er ook de ‘blinde muren’ waartegen je in Suriname als onderzoeker voortdurend aanbotst, zeker als je Nederlander bent. Maar het werk van Kagie afdoen als het zoveelste betweterige boek van de zoveelste Nederlandse journalist die zijn licht laat schijnen over Suriname, doet hem geen recht. De auteur is overigens erg kritisch voor het Nederlandse beleid, dat om staatsredenen het vieze potje van de affaire-Ormskerk liever niet opende. “Nederland had op zijn minst bij Suriname moeten aandringen op een grondiger onderzoek dan het simpele A4’tje waarmee de zaak werd afgedaan.” (p. 199)

“Bikkel” is een boeiend boek, en een uitzonderlijk document omdat men in een land als Suriname onderzoeksjournalistiek nog steeds als een vies woord beschouwt. Het is een van de weinige publicaties over deze zwarte bladzijden van de recente Surinaamse geschiedenis. “De zwartste bladzijden uit de geschiedenis zijn meestal de leerzaamste,” besluit Kagie.

Kan een boek als “Bikkel” ook nu nog maatschappelijk effect hebben, wetende dat de zaak uit 1980 is verjaard – en dat het dus te laat is om de vermoedelijke daders nog voor het gerecht te slepen? In Nederland stelde Kamerlid Harry van Bommel van de Socialistische Partij naar aanleiding van het boek schriftelijke vragen, ondermeer over de betrokkenheid van Hardjoprajitno. In “Bikkel” verklaren drie getuigen dat John Hardjoprajitno, één van de zestien coupplegers, betrokken was bij de dood op Ormskerk. Ook Paul Bhagwandas en Roy Horb, allebei intussen overleden, worden vernoemd bij het verhoor dat Ormskerk fataal werd.

En hoe onthaalde het Suriname van president Bouterse het boek? In april 2013 promootte Kagie zijn werk in Paramaribo. Er kwam onder meer een positieve bespreking in de Ware Tijd, en een interview op Apintie-televisie. Kagie gaf ook een lezing in literair café Tori Oso. Een lezing over een zwarte bladzijde uit de Nederlandse geschiedenis waarbij de huidige president betrokken was. Zou ze indruk gemaakt hebben, in het nieuwe Bouterse-tijdperk? Ik weet het niet. Maar ik hoop dat Kagies boek aandacht krijgt, en dat men het meer in Suriname dan in Nederland zal lezen.

“Alles gaat voorbij, behalve het verleden,” schreef socioloog Luc Huyse in een boek over omgaan met een traumatisch verleden van geweld en burgeroorlog, zoals in Zuid-Afrika en Rwanda. “Het verleden temmen, daar gaat het steeds weer om. En, als het kan, rust brengen in het hoofd en hart van wie vandaag en morgen leeft. Maar wat voorbij lijkt, wijkt niet.” Dat gaat ook op voor Suriname. Ook al probeert de huidige regering-Bouterse alle sporen van dat verleden uit te wissen.

“Bikkel” is de zeer lovenswaardige poging van een betrokken en zoekende einzelgänger om een stukje onverwerkt Surinaams verleden te helpen temmen. Daarnaast is het ook nog eens een spannend boek.

Koop dit boek hier in onze shop.

take down
the paywall
steun ons nu!