Waarvoor staat de KAJ juist?
Bart Holvoet: “De Kristelijke Arbeidersjongeren (KAJ) is een beweging die jongeren vormt door actie rond dingen die jongeren zelf doen en meemaken in hun werk en in hun leven. We willen dat ze zelf hun leven in handen nemen om verandering af te dwingen.”
“We tellen ongeveer 2.500 leden, de meesten ouder dan zestien jaar. Vroeger zag men de KAJ als een organisatie die werkte met maatschappelijk kwetsbare jongeren, de sukkelaars. Dit beeld klopt niet. Het zijn sterke jongeren die hun leven in handen durven nemen en in staat zijn een campagne te trekken.”
Hoe is jullie boek Zwartboek interim er gekomen?
Bart Holvoet: “Zo’n viertal jaar geleden organiseerden we een dag rond het thema werk. Op die manier begonnen jongeren te vertellen wat ze hadden meegemaakt met uitzendwerk. In die verhalen van jongeren uit totaal verschillende streken, kwam altijd hetzelfde patroon terug. Daarom hebben we beslist een analyse over het uitzendwerk uit te voeren.”
“Op een debat over uitzendwerk van het ACV in Gent met Herwig Muyldermans van Federgon, Fons Leroy van de VDAB en de kabinetschef van minister Philippe Muyters (N-VA) werden we nog gewoon weggelachen. Herwig Muyldermans reageerde door te stellen dat ze beter de werkloosheidsuitkering in de tijd zouden beperken, Fons Leroy suste dat hij in zijn jonge tijd ook zo revolutionair was als wij, maar dat hij met de jaren wijzer was geworden.”
“Wij lieten ons niet doen, we beslisten door te gaan en naar bedrijven en uitzendkantoren te trekken om jongeren te bevragen. We schreven hun verhalen neer en vroegen naar hun mening. Dat maakte dikwijls veel emoties los.”
“Toen we een tiental getuigenissen bijeen hadden, zetten we alles naast elkaar. Wat beleven die jongeren nu juist en wat gaan we hier aan doen? Wie moet dit allemaal te weten komen en hoe gaan we die bereiken? In plaats van – zoals meestal – een persconferentie te beleggen, organiseerden we in Oostende een manifestatie met rappende jongeren. Voor het boek hebben we meer dan 1.000 getuigenissen van jongeren die met uitzendarbeid te maken kregen, verzameld.”
Patrick Nell: “De getuigenissen zijn een middel om jongeren bewust te maken. De meesten hebben een laag zelfbeeld. ‘Ik heb niet de juiste opleiding, ik heb niet genoeg ervaring, ik spreek geen Nederlands en Frans’. Al wat de uitzendkantoren aanvoeren om uit te leggen dat ze geen werk voor hen hebben, nemen jongeren heel persoonlijk. Ze besluiten: ‘Ik faal’.”
“Alleen al door de jongeren te laten zien dat ze niet alleen zijn, komt een bewustwordingsproces op gang. Daarnaast weerleggen we de argumenten van de kantoren. Jongeren die perfect tweetalig zijn, een diploma op zak hebben en ervaring hebben, worden toch geweigerd, bijvoorbeeld omdat ze een andere huidskleur hebben.”
Wat is het probleem dan?
Patrick Nell: “We leven in een maatschappij die aan het precariseren is, waar jongeren alleen nog werk aangeboden krijgen met een beperkte sociale bescherming, beperkte mogelijkheden om je te organiseren of je rechten af te dwingen.”
“Uitzendarbeid is een speerpunt in die hele flexibilisering, het is de speeltuin van grote bedrijven die de werkende mensen qua flexibiliteit en andere arbeidsomstandigheden tot het uiterste dwingen, om zo meer winst te maken.”
“Vroeger deden bijna alleen laagopgeleide jongeren uitzendarbeid, vandaag doen ook veel hoger opgeleiden dit werk. En het zijn niet alleen twintigers. De groep groeit, dat is zeker.”
Om het met de titel van het boek te zeggen: is dit nu de moderne arbeidsmarkt?
Bart Holvoet: “Dat is de grote vraag. Verschillende politieke partijen zijn voorstander van de mini-jobs zoals in Duitsland. Politici verkondigen dat mensen niet moeten verlangen dat ze dezelfde job voor de rest van hun leven kunnen doen. Anderen vinden dat het ontslagrecht moet worden vereenvoudigd. Is dit echt wat de mensen willen?”
“Wat jongeren met uitzendwerk vandaag al meemaken, belooft weinig goeds voor de toekomst. Een eigen leven uitbouwen met uitzendwerk is bijna onmogelijk: je kunt geen woning of een auto kopen, je kunt nooit op reis, je hebt continu wisselende sociale contacten, je kunt nooit een vriendengroep op het werk uitbouwen …”
“Die jongeren krijgen geen kans om zich verder te ontwikkelen. De discussie of de sociale verworvenheden zullen wegvallen voor veel meer mensen wordt vandaag niet eens gevoerd. De mooie woorden over ‘flexibilisering’ en ‘modernisering’ komen niet overeen met de realiteit.”
Patrick Nell: “Intussen wordt ook de trajectbegeleiding van de VDAB uitbesteed. Wie helpt jongeren bij het solliciteren, als ze volgens de VDAB niet genoeg inspanningen doen? Randstad. Het uitzendkantoor dat hen de maand ervoor nog afgewezen heeft. De VDAB bespaart op die manier zogezegd geld, terwijl ze betaalt aan de privé.”
Uitzendarbeid zou een opstap zijn naar vast werk?
Patrick Nell “Volgens de getuigenissen van jongeren die wij bevraagd hebben, komt vast werk er bijna nooit van. Bovendien zijn er geen middelen om vaste contracten af te dwingen. Wanneer je op je rechten staat, zal het uitzendkantoor wel twee keer nadenken om nog werk voor je te zoeken. Het wettelijke kader mag er dan wel zijn, de realiteit is helaas anders.”
Bart Holvoet: “Is het door de uitzendsector dat jongeren aan vast werk geraken? Ik zie dat niet, ook niet in de argumentatie van de sector. Op de VDAB-site zijn meer dan 85 procent van de aangeboden jobs, ‘optie vast’. Leg dan maar eens uit hoe het komt dat dit er bijna nooit van komt. Ik ken een vrouw die negen jaar met dagcontracten heeft gewerkt. Met de crisis werd ze van de ene op de andere dag ontslagen.”
Patrick Nell: “De uitzendsector stelt zich op tussen werkzoekenden en vast werk. Bijna de helft van het aanbod van banen op de VDAB-site zijn uitzendbanen. Wanneer je spontaan gaat solliciteren, word je dikwijls naar de uitzendsector doorverwezen. Vele jongeren gaan dan ook direct naar het uitzendkantoor en laten de VDAB links liggen.”
Wat met de VDAB?
Bart Holvoet: “De consulenten van de VDAB zijn zowat de enigen die nog zicht hebben op wat de jongeren in de uitzendsector meemaken. Verschillende van hen bevestigen wat wij vertellen. Ze nodigden ons zelfs uit om op één van hun cursussen te komen spreken.”
“Er waren een zestigtal jongeren. We stelden hen een aantal vragen. Wie heeft al meegemaakt dat je werd opgeroepen voor een job die niet blijkt te bestaan? Wie is al een nieuw contract geweigerd omdat hij ziek was geweest? Wie heeft al meegemaakt dat het uitzendkantoor je vroeg om je in te schrijven via het internet en je daarna niets meer terugvond in hun systeem? Op één persoon na stak iedereen zijn hand op.”
“Later hebben die VDAB-consulenten ons laten weten dat ze van hun management elk contact met ons moesten verbreken. Nu zijn we dus niet meer welkom op de kantoren van de VDAB. De kennis over wat die jongeren elke dag meemaken is er, maar het wordt door een overheidsagentschap onder de mat geschoven.”
Wie werk zoekt, vindt werk. Toch?
Bart Holvoet: “Dat slaat nergens op. Elke intelligente mens kan op de VDAB-site vaststellen dat er 85.000 vacatures zijn in Vlaanderen voor 250.000 werkzoekenden. Dat sluit elke discussie. Daarenboven bestaat bijna de helft van die jobs uit uitzend- en tijdelijk werk.”
Wat moet er veranderen?
Patrick Nell: “Aan de ene kant krijgen de grote bedrijven als maar meer cadeaus. Zo betalen die bedrijven nog amper belastingen. Aan de andere kant worden almaar vaker jongeren gestraft. De VDAB helpt de jongeren niet genoeg aan werk, maar straft ze wel als ze geen werk vinden.”
“Uitzend staat hier tussen de werkzoekende en een degelijke job. Ze geven zelfs geen bewijs van sollicitatie. Jongeren die zo’n bewijs niet hebben, worden door de VDAB geschorst. Ze verliezen dan hun uitkering.”
“Het systeem dat grote bedrijven beloont omdat ze zogezegd werk creëren en dat de individuele werkzoekende straft, moet veranderen. De beleidsmakers moeten goed beseffen dat deze chasse aux chômeurs moet stoppen. De VDAB biedt vormingen aan die nergens op trekken. Daarnaast wordt enkel de druk opgevoerd om werk te zoeken. Dat kan zo niet langer.”
Wat is jullie relatie met het management van de uitzendsector?
Bart Holvoet: “Ons protest heeft zich altijd zeer duidelijk tegen het management van dergelijke bedrijven gekeerd. Het feit dat we toch bij Muylderman (Federgon) op de koffie gaan, is voor ons een manier om de dialoog te zoeken. We zijn ook met Karel Van Eetvelt van UNIZO gaan praten. We zijn die dialoog aangegaan.”
“Alleen moeten we vaststellen dat er niets verandert. Hoe eenvoudig had het kunnen zijn voor Federgon om een richtlijn uit te vaardigen dat valse vacatures in de etalages plaatsen vanaf nu niet meer kan? Of dat het moet gedaan zijn met jongeren te beloven dat ze zullen teruggebeld worden, terwijl de intentie daartoe onbestaande is?”
“Dit zijn slechts enkele voorbeelden van maatregelen die makkelijk te verwezenlijken zijn en waarvan de impact niet van die aard is dat de helft van de uitzendkantoren zouden moeten sluiten. Men weigert dit te doen en geeft ons in de gesprekken enkel de goed-nieuws-shows. Dat heeft geen zin.”
Patrick Nell: “Het idee om een boek te maken, was er zeker niet van bij het begin. We zijn pas na een tijdje gaan beseffen dat we iets stevigs nodig hadden om de de hoge piefen wakker te schudden. Muyldermans, met wie we vriendschappelijke gesprekken hebben gevoerd, sprak alle ervaringen van de jongeren categoriek tegen.”
“Volgens hem zijn de problemen met uitzendwerk niet structureel. Zo zou er geen oriëntatie zijn richting flexibiliseren om op die manier veel geld te verdienen. Bovendien schuift hij alles wat fout loopt op zijn consulenten af. Zo individualiseert hij het probleem om zelf buiten schot te blijven. Rethorisch zit dat allemaal goed ineen. Ook hebben ze toffe flyers en grote analyses. Alleen helpt ons dat geen stap verder.”
Hoe sterk is de uitzendsector in het beïnvloeden van de politiek?
Patrick Nell: “Als het over uitzendarbeid gaat, nemen de politieke partijen veel van de studies van Federgon over. Federgon is goed in het beïnvloeden van de politiek. Als er een parlementaire vraag over uitzendwerk komt, ontvangt de persoon in kwestie binnen de kortste keren een uitnodiging om bij Federgon op de koffie te gaan.”
“Bovendien heeft Federgon binnen de twee uur een stevig dossier aan alle parlementsleden toegestuurd. Ons boek wordt op zo’n moment direct gecounterd. Wij zijn daar vier jaar mee bezig. Zij komt direct met dossiers naar buiten. Federgon moet een ontzettend goede studiedienst hebben. Niemand weerlegt het discours of de cijfers van Federgon.”
Wat met onze Vlaamse minister van Werk, Philippe Muyters (N-VA). Hij was niet op de boekvoorstelling?
Patrick Nell: “Muyters wil duidelijk geen contact met ons. De dag na de persconferentie werden er parlementaire vragen aan hem gesteld, waarop hij die vragen heeft weggelachen. Zelfs nu hij de kans had om het boek te lezen, blijft hij vragen over uitzendwerk weglachen.”
Van waar moet de verandering komen?
Patrick Nell: “Wat moet veranderen, is de gedachte van de man en de vrouw in de straat. Vandaag verwijt een moeder haar werkzoekende zoon dat hij niet genoeg inspanningen doet, omdat ze een paar etalages van uitzendkantoren is gepasseerd die vol vacatures hangen.”
“We hebben verhalen van jongeren die door hun lief zijn buiten gesmeten omdat ze niet geloofde dat ze wel degelijk werk zochten. Daar moet de verandering beginnen. Partijen lopen de uitzendkantoren en elkaar achterna, maar ze zijn ook gevoelig voor wat er leeft onder de bevolking. Het is aan ons om van onderuit druk te zetten zodat onze stem gehoord wordt.”
Bart Holvoet: “Het is niet aan ons als middenveldorganisatie om Wouter Beke (CD&V) of Bruno Tobback (SP.A) te overtuigen. Wel zijn achterban. De politicus zal dan wel volgen.”
Wat is jullie evaluatie na vier jaar intensief werk?
Bart Holvoet: “Als we kijken naar het bewustzijn over uitzendwerk, staan we daar vandaag zeker verder in dan vier jaar geleden. Veel meer mensen voelen aan dat er iets mis is. Daarnaast zijn bij middenveldorganisaties de ogen wel open gegaan, ook bij organisaties waarvan wij dachten dat ze heel ver meegingen in het discours van Federgon en Co.”
“Vandaag staan deze organisaties weer duidelijk aan onze kant. Iedereen die iets wil veranderen aan de uitzendproblematiek is onze partner.”