Op 9 september hebben Ecuador en Colombia een akkoord ondertekend waarover nauwelijks iets werd gecommuniceerd. Het voorkwam in elk geval dat Colombia naar het Internationaal Gerechtshof (ICJ) in Den Haag moest voor de schade die Ecuadoraanse boeren in de grensstreek hebben geleden. De zaak liep al sinds 2008.

Colombia heeft jarenlang vliegtuigen met glyfosaat, een landbouwgif, ingezet tegen illegale cocaplantages. Dat veroorzaakte problemen met gezondheid en landbouwopbrengst bij Ecuadoraanse boeren aan de grens met Colombia.

Door het akkoord betaalt Colombia 15 miljoen dollar (10 miljoen euro). Bogota belooft gedurende een jaar niet te sproeien in een grensstrook van 10 kilometer breed. Maar uit een annex bij het akkoord, dat IPS kon inkijken, blijkt dat die bufferzone na één jaar tot 5 kilometer wordt versmald en na twee jaar tot 2 kilometer.

De Ecuadoraanse boeren noemen het akkoord ‘onrechtvaardig’. “Ze zullen blijven sproeien vlak bij ons”, zegt Daniel Alarcón, voorzitter van Forccofes, een groepering van boerenorganisaties uit de grensstreek.

“Als er zelfs maar één druppel glyfosaat valt, dan zullen we opnieuw protesteren, en we zullen tot het uiterste gaan om de schade vergoed te krijgen.”

Volgens Alarcón wonen 15.000 gezinnen in de grensstreek. Ongeveer 10.000 gezinnen werden getroffen door het Colombiaanse verdelgingsmiddel, zegt hij. “De gevolgen zijn nog zichtbaar. De grond heeft nog altijd niet het normale productieniveau bereikt. Vroeger had je hier geen kanker en nu sterven voortdurend mensen aan kanker door het glyfosaat dat de waterbronnen besmet heeft.”