Er is geen alternatief voor alternatieve media
Nieuwsmedia, IPS, MO*, Mediabeleid, Apache, Alternatieve media, Buitenlandberichtgeving, IPS-Vlaanderen -

Er is geen alternatief voor alternatieve media

dinsdag 22 oktober 2013 14:00
Spread the love

Wat is de relevantie en (meer)waarde van alternatieve nieuwsmedia in Vlaanderen?

In juli 2011 keurde het Vlaams Parlement een resolutie goed betreffende de opwaardering van de buitenlandberichtgeving in de Vlaamse media, met daarbij een centrale rol voor alternatieve nieuwsinitiatieven als MO* magazine en het persagentschap IPS Vlaanderen. Amper twee jaar later hing het voortbestaan van beide organisaties aan een zijden draadje door de onzekerheid die geschapen was over hun Vlaamse subsidies, zoals De Standaard-journalist Maarten Goethals in zijn artikel van 16 oktober aanhaalt.

Na een lange periode van onzekerheid en onduidelijkheid heeft de Vlaamse Regering, op initiatief van minister-president Peeters, het dossier tot toekenning van de subsidies alsnog goedgekeurd op 18 oktober 2013. Een voetnoot in de geschiedenis van het mediabeleid in Vlaanderen, maar volgens ons betreft het hier een beleidskeuze met verregaande gevolgen voor de kwaliteit van onze nieuwsmedia, de diversiteit van het aanbod en het wereldbeeld van de Vlaming.

Buitenlandberichtgeving anno 2013

Buitenlandberichtgeving is immers een belangrijke indicator voor de algemene kwaliteit van onze nieuwsmedia. Voor de burger is het aanbod internationaal nieuws vaak de belangrijkste en enige bron van informatie over het steeds groter wordende buitenland. Het beeld dat Vlaamse burgers over de wereld hebben hangt dus in grote mate af van het beeld dat onze media ze aanbieden.

Bovendien heeft deze internationale dimensie een steeds grotere invloed op het nationale politieke en economische vlak. Het is met andere woorden binnen een steeds globaler wordende wereld noodzakelijk en essentieel om goed te informeren over internationale ontwikkelingen. Dat geldt bij uitstek als het gaat over nieuws en tendensen uit het globale Zuiden en over de verbanden van internationale solidariteit.

Nieuwsmedia worden in deze taak echter geconfronteerd met een aantal remmende factoren die gerelateerd zijn aan tendensen van commercialisering, mediaconcentratie, ‘cost efficiency’ maatregelen op redacties en in mediabedrijven meer in het algemeen. Ook de teruglopende lees- en kijkcijfers, en de uitdagingen van technologische aard die een geconvergeerde mediamarkt stelt, maken dat buitenlandberichtgeving onder zware druk is komen te staan wat zich uit in kritieken over de kwantiteit, beeldvorming en (geografische en thematische) diversiteit van de buitenlandberichtgeving door de Vlaamse mainstream  nieuwsmedia.

Het beeld dat de Vlaming krijgt over het steeds groter wordende buitenland wordt paradoxaal steeds kleiner. Het dagelijks aanbod internationaal nieuws wordt thematisch gekleurd door een focus op zogenaamd hard en negatief nieuws over economie, politiek en rampen in combinatie met een portie entertainment en human interest. Onderwerpen als milieu, onderwijszaken, migratie en ontwikkelingssamenwerking halen moeilijk het nieuws.

Ook qua geografische diversiteit blijkt het ‘venster op de wereld’ te kampen met een beperkte zichtbaarheid. Vlaamse nieuwsmedia richten zich hoofdzakelijk op de buurlanden en een beperkt aantal Westerse (elite)landen met groot geopolitiek, economisch en militair belang.

De economische wetten die het medialandschap dicteren maken bovendien dat journalisten – noodgedwongen – van brandhaard naar brandhaard hollen en er veelal niet meer in slagen om voldoende achtergrond te brengen of om een verhaal op te volgen.

Alternatieve media: noodzaak en meerwaarde

In binnen- en buitenland zien we bijgevolg initiatieven opduiken die een alternatief wensen te bieden voor het mainstream nieuwsaanbod. Dit zowel naar missie, inhoudelijk aanbod als naar structurele werking. De voorbeelden zijn genoegzaam gekend, van De Correspondent in Nederland tot Apache, DeWereldMorgen.be, IPS Vlaanderen en MO* (WereldMediaHuis) in Vlaanderen.

Deze alternatieve actoren in het mediaveld proberen tegen de stroom in te gaan door keuze voor onderwerpen die in de mainstreammedia minder aan bod komen. Zij besteden niet alleen aandacht aan onderbelichte regio’s en onderwerpen, maar kiezen ook resoluut voor meer achtergrond, duiding en verdiepende analyse. Vaak hebben ze ook aandacht voor standpunten die in de mainstreammedia minder kansen krijgen.

Deze bewuste keuze is een onmiskenbare meerwaarde in en voorwaarde voor een pluralistisch medialandschap. De mediamarkt is echter quasi ontoegankelijk voor nieuwe spelers, en er zijn in het recente verleden weinig voorbeelden van succesvolle toetredingen tot de mediamarkt door nieuwe, kleinschalige actoren. De leefbaarheid van dit soort initiatieven wordt bovendien bemoeilijkt door de gemaakte inhoudelijke keuzes die niet echt gericht zijn op een maximalisatie van het mogelijke doelpubliek.

Ondanks de maatschappelijke relevantie en noodzaak is een dergelijk (aanvullend) nieuwsaanbod binnen de huidige context van de mainstreammedia immers niet of nauwelijks commercieel te financieren. Subsidies zijn hier haast onmisbaar. Als de Vlaamse overheid een beleid wil uitstippelen om de Vlaming degelijk te informeren, dan moet het mediabeleid ten volle inzetten op diversiteit en kwaliteit.

Daarbij moet het geloof in media als een bedrijfstak met sterke spelers in een geconcentreerde markt ook ruimte laten voor kleine spelers die het inhoudelijke aanbod versterken en verrijken met non-mainstreamkeuzes. Temeer omdat het goed functioneren van media in nauwe relatie staat met het goed functioneren van een democratische samenleving.

Indien de Vlaamse regering haar burgers bewust wil maken van de Noord-Zuid problematiek, mondiale verhoudingen en andere maatschappelijk relevante kwesties in verband met de toenemende globalisering, dan moet ze ook op dat beleidsterrein haar beleid volhouden en versterken, in plaats van in vraag te stellen. Er is er geen alternatief voor alternatieve media.

IPS Vlaanderen en MO* stonden nu jammer genoeg in de spotlights, maar ook andere alternatieve media ondervinden grote moeilijkheden om het hoofd boven water te houden, terwijl het net unieke initiatieven zijn die een vaste plaats verdienen binnen het Vlaamse medialandschap. Voor deze drie initiatieven vormen de hiaten in de mainstream buitenlandberichtgeving zowel hun bestaansreden als hun actieterrein.

Andere alternatieve nieuwsactoren richten zich op andere lacunes in het huidige nieuwsaanbod. Hier is een cruciale rol weggelegd voor de overheid om initiatieven die inhoudelijk een verrijking zijn (door zich op ‘minder commerciële’ thema’s en regio’s te focussen), voldoende kansen te geven en financieel te ondersteunen.

De (meer)waarde van deze alternatieve media op het vlak van buitenlandberichtgeving is groot. Zonder financiële steun vanwege de overheid is hun leefbaarheid en verdere voortbestaan dat echter veel minder.

Stijn Joye, Daniël Biltereyst en Karin Raeymaeckers, vakgroep Communicatiewetenschappen, UGent

take down
the paywall
steun ons nu!